Anjet Daanje krijgt de Libris Literatuurprijs voor Het lied van ooievaar en dromedaris. Daarmee is ze de eerste auteur die met hetzelfde boek de twee grote Nederlandse literaire prijzen wint.
Veerle Vanden Bosch – De Standaard
‘De concurrentie kan wel thuisblijven, Anjet Daanje wint de Libris Literatuurprijs’, schreef de Volkskrant afgelopen weekend.
Met dat soort beweringen moet je altijd uitkijken, want literaire jury’s – en zeker die van de Libris – durven al eens eigenzinnig uit de hoek te komen.
En dus had de hoofdvogel ook naar Donald Niedekker, Peter Zantingh, Yves Petry, Peter Terrin of Oek de Jong kunnen gaan.
Maar de Libris-jury toonde zich omvergeblazen door Daanjes monumentale roman die een halfjaar geleden ook al de Boekenbon Literatuurprijs kreeg.
Het lied van ooievaar en dromedaris is daarmee het eerste boek dat beide prijzen in de wacht sleept.
En dat terwijl vrouwen in de geschiedenis van zowel Libris als Boekenbon (voorheen de Ako- en de ECI Literatuurprijs) maar karig bedeeld werden, met respectievelijk 5 overwinningen in 30, en 7 in 37 jaar.
Het geeft aan hoe bijzonder Daanjes boek wel is.
‘Slechts één keer in de zoveel tijd komt er een Nederlandstalige roman voorbij die alle kwalificaties in zich heeft om uitzonderlijk te zijn’, luidt het juryrapport.
‘Unaniem koos de jury daarom voor een roman van internationale allure die grens- én genreoverschrijdend is. Een boek dat, zoals Kafka ooit zei, “als een bijl het bewustzijn splijt”.
´Dat ernstig en speels is, analytisch en toch romantisch, dat antwoorden zoekt op levensvragen én een ode aan de verbeelding is.’ Het heeft veel weg van een jubelzang.
Brontë
Terecht: in haar ruim twee eeuwen omspannende turf van 650 bladzijden borstelt Anjet Daanje elf levensverhalen.
Allemaal hebben deze mensen van ver of nabij iets te maken met het centrale personage, de raadselachtige 19de-eeuwse schrijfster Eliza May Drayden.
Dat is een briljante domineesdochter in een tochtig gat in Yorkshire die tegen de beperkingen aanbotst die het victoriaanse Engeland meisjes en vrouwen oplegt.
Samen met haar oudere zus Millicent en haar jongere zus Helen vindt ze een uitweg in een rijke, wat morbide fantasiewereld.
Eliza is losjes gebaseerd op Emily Brontë, de schrijfster die in 1847 literair Engeland perplex deed staan toen ze onder het mannelijke pseudoniem Ellis Bell haar roman Wuthering heights publiceerde.
Daanje schetst hoe de bij leven al ongrijpbare Eliza na haar dood uitgroeit tot een mythe die op soms onnavolgbare manieren impact heeft op talloze levens na haar.
Of het nu haar doodgravers zijn, die gebukt gaan onder het loodzware geheim dat ze een kist vol stenen hebben bijgezet in het familiegraf, of een welgestelde biografe die te gronde wordt gericht door haar obsessie met Eliza – en door de na-ijver van een conculega.
Er is een verhaal over een eeneiige tweeling die tijdens spiritistische seances het publiek een rad voor ogen draait, over twee zussen die uit het kasteel van hun voorouders worden verdreven door de Eerste Wereldoorlog, en over twee Duitse zussen die tijdens en na de Tweede Wereldoorlog hun afkomst enkel nog kunnen beleven in een gedeeld denkbeeldig Duitsland.
Er zijn veel symbiotische relaties tussen zussen, echo’s uit Wuthering heights, uit Jane Eyre van Emily’s oudere zus Charlotte Brontë, motieven uit gothic novels.
Rorschachtest
Zelf komt Eliza niet aan het woord. Je hoort alleen anderen over haar, net zomin als Catherine Earnshaw, het hoofdpersonage van Wuthering heights, aan het woord komt.
Daanje bouwde een echo in van de vertelstructuur van dat boek, bij wijze van hommage, al hoef je Brontës boek niet per se te hebben gelezen om van Het lied van ooievaar en dromedaris te kunnen genieten.
Daanjes boek gaat over de ongrijpbaarheid van elke mens: hoe meer je iemand wilt bevatten en daardoor in zekere zin ook bezitten, hoe groter het raadsel wordt. Het gaat over hoe we ons vastklampen aan het beeld dat we van onze geliefden hebben; over leven, liefde en dood en wat daarna komt.
En over geloof, van God en geesten over Darwin en de kwantummechanica. Je zou het een mozaïek kunnen noemen, of een rorschachtest – zo ziet het coverbeeld er ook uit, ontworpen door Daanjes broer Dieb, met wie ze een hechte band heeft.
De cover toont een op het eerste gezicht abstract patroon dat bij nader toezien allerlei beelden prijsgeeft.
Op de schutbladen staat de naam van Emily Brontë verstopt – een naam die, als je het boek omdraait, verandert in Anjet/Dieb.
En in het midden van het voorplat lijkt een ooievaar te staan, een verwijzing naar een belangrijk motief in het boek, over hoe we allemaal op onze eigen manier een ordening proberen aan te brengen in de chaos die het leven is.
Piepkleine uitgeverij
Met inmiddels 40.000 verkochte exemplaren is Het lied van ooievaar en dromedaris een onverwachte bestseller.
Dat succes mag een klein wonder heten, want enkele jaren geleden zat Daanje nog zonder uitgever. Uitgeverij Thomas Rap had vier boeken van haar gepubliceerd.
Haar roman Delle weel (2011) kreeg weinig aandacht en verkocht niet. Toen Daanje een nieuw manuscript instuurde, JL (2016), kreeg ze zelfs geen antwoord.
Zo kwam ze bij haar Groningse streekgenoot Anton Scheepstra en zijn piepkleine uitgeverij Passage terecht, die het boek uitgaf en in 2019 ook Daanjes volgende roman De herinnerde soldaat publiceerde. Het werd een bestseller, die op de longlist van de Libris Literatuurprijs belandde en tot dusver 20.000 keer over de toonbank ging.
Daanje debuteerde in 1993. Met haar tiende boek kwam ze plots in de volle aandacht te staan. Intussen staan ook internationale uitgevers in de rij.
De herinnerde soldaat en Het lied van ooievaar en dromedaris krijgen alvast een Engelse, Franse, Duitse en een Bulgaarse vertaling.
Daanje is plots een gewild auteur, terwijl ze allerminst behoefte heeft aan de spotlights: aan de Boon Literatuurprijs deed ze niet mee omdat ze dan vanuit Groningen naar Gent moest komen.
Op de uitreiking van de Libris Literatuurprijs in Amsterdam was ze wel aanwezig, maar haar uitgever Anton Scheepstra regelde voor haar een chauffeur die heen en weer naar Groningen reed, meldde Het Parool afgelopen weekend: aan een overnachting op hotel wilde ze niet beginnen.
Podiumbeest of niet, het Nederlandse literaire firmament is een ster rijker.
Lees ook
Bron: De Standaard