N-VA-politica Elke Sleurs (53) zette vorig jaar een stap opzij als Gents gemeenteraadslid om voor haar dementerende moeder en vader te zorgen. ‘Sinds ik mantelzorger ben, valt het me op hoe snel ouderen worden doorgeschoven naar een rusthuis als het niet meer gaat.’
Geert Neyt – De Standaard
‘Ik ben mijn vrijheid kwijt, maar heb geen spijt’
Elke Sleurs
Het is kwart over acht in de ochtend als Elke Sleurs haar woning verlaat. Niet om zich in Brussel in het politieke gewoel te storten. De gediplomeerde gynaecologe zal die dag ook geen patiënten ontvangen.
Sinds september vorig jaar brengt de ex-staatssecretaris elke morgen haar 87-jarige dementerende vader naar het dagcentrum De Maretak in Sint-Denijs-Westrem. Een fikse wandeling van een half uur heen en een half uur terug met de rolstoel.
‘Of het nu regent of waait, daar kijken we niet naar, hé va’, zegt de politica terwijl ze nog een dekentje op zijn benen legt. Haar vader Clem glimlacht.
‘Ik weet niet of hij altijd beseft dat ik zijn dochter ben, maar ik voel wel zijn affectie.’
Rasverteller
Elke Sleurs zet er flink de pas in en duwt de rolstoel de Sneppebrug over, af en toe wuivend naar fietsers die daar iedere ochtend passeren.
‘Mijn vader heeft altijd als leraar tuinbouw gewerkt en was een belezen man en een rasverteller. Maar tijdens de lockdown is het met zijn gezondheid plots heel snel achteruitgegaan.
‘Hevige angsten over zijn traumatische verleden als oorlogskind sloegen over in wanen en psychoses. Na uitsluiting van andere ziekten kwam men uit bij Alzheimer. Dezelfde diagnose die voordien al bij mijn 84-jarige moeder was vastgesteld.’
‘Mijn ouders wonen allebei al jaren bij mij in, maar vorig jaar werd het hoe langer hoe moeilijker om de zorg voor hen te blijven combineren met mijn werk als lid van het federaal parlement en de gemeenteraad. In de politiek werk je niet van nine to five.’
Engagement
‘In de coronaperiode gebeurden alle vergaderingen weliswaar digitaal, maar het is net iets te vaak gebeurd dat ik nauwelijks had kunnen volgen wat er in de gemeenteraad werd gezegd omdat iets mijn ouders onrustig had gemaakt en ik moest ingrijpen om hen te kalmeren.
‘Je kon mijn situatie vergelijken met iemand die ’s avonds moet thuiswerken met twee baby’s. Hoewel, die kan je nog veilig in een parkje stoppen. Mijn vader daarentegen zou durven weglopen.’
‘Kort gezegd, ik voelde me er niet goed bij dat ik mijn werk niet langer op de best mogelijke manier kon uitvoeren. Als ik een engagement neem, wil ik dat ook goed doen.
‘Dus heb ik in september aan de voorzitter van de gemeenteraad gevraagd om zes maanden mantelzorgverlof te nemen. In maart heb ik dat nog eens met een half jaar verlengd.’
‘Zoals bij velen was mijn beeld van een dagcentrum nogal negatief gekleurd’,
Elke Sleurs
We zijn ondertussen aangekomen in het dagcentrum. De sfeer is joviaal, ook al omdat Elke Sleurs het verplegend personeel en de andere daggasten kent. Haar vader laat zich gewillig aan tafel plaatsen midden in de groep. Ze geeft hem een liefdevolle kus.
‘Ik moet nog een beetje werken va, maar straks kom ik je opnieuw halen.’
‘Zoals bij velen was mijn beeld van een dagcentrum nogal negatief gekleurd’, zegt Sleurs als we de terugweg te voet aanvatten.
‘Maar dat was helemaal ten onrechte. Ik heb gemerkt hoe de therapeutische activiteiten en sociale interactie met de andere daggasten mijn vader doen heropleven. Hij praat weer en kan zelfs lachen.’
‘Dement en content’
Terug thuis is moeder Jo net opgestaan uit bed. Ze zit aan de ontbijttafel en vult de woordpuzzels in van drie kranten.
‘Anders drogen mijn hersens helemaal uit’, zegt ze en dan met een knipoog: ‘Dement en content.’
Ze biedt een kopje koffie aan. In het volgende half uur zal ze nog drie keer vragen of ik iets wil drinken.
‘Het ziektepatroon van mijn moeder verloopt helemaal anders dan bij mijn vader. Bij haar uit de dementie zich voornamelijk als geheugenfalen.
‘Wat het moeilijk maakt, is dat ze niet erkent dat er een probleem is en dat maakt haar soms opstandig. En dan is het niet dement en content, hoor.’
‘Mijn moeder was een bijzonder sociale vrouw en heeft vier kinderen, een adoptiekind en een pleegkind opgevoed.
‘In ons huis in de volkse Bloemekenswijk was het de zoete inval. Maar corona en het overlijden van haar beste vriendin hebben het sociaal contact in elkaar doen krimpen.
‘Ik merk duidelijk hoe nefast dat is voor de gezondheid van mijn moeder, maar ze weigerde naar een dagcentrum te gaan. Dat is voor zotten, zegt ze.
‘Afgelopen week ben ik er eindelijk in geslaagd haar te laten deelnemen aan een uitstap. Ik heb wel moeten liegen dat het met een seniorenclub was. Die overgang geeft me veel stress, maar ik probeer alles uit om het leven voor mijn ouders zo waardig en aangenaam mogelijk te maken. Ze verdienen dat. Ze zijn er altijd geweest voor ons, dus vind ik het normaal dat ik er nu voor hen ben.’
Voortdurend afscheid nemen
Elke Sleurs heeft dan ook alle begrip voor haar collega’s Sophie Wilmès (MR) en Elke Decruynaere (Groen), die onlangs ook hun carrière op pauze zetten om voor een ziek gezinslid te zorgen.
Maar is een politieke carrière wel te verzoenen met een gezinsleven?
‘Kijk, ik ben niet de goede persoon om daarop te antwoorden, want ik heb altijd zelf geleefd in functie van mijn werk, eerst als arts en dan als politicus. Ongetwijfeld ten koste van mijn privéleven (Elke Sleurs heeft geen partner of kinderen, red.). Ik nam zelfs geen vakantie, kieken dat ik was!’ (lacht)
‘Maar sinds ik mantelzorger ben, valt het me wel op hoe ouderen bijna automatisch worden doorgeschoven naar een instelling of rusthuis als het niet meer gaat. Soms vind ik dat het nogal snel niet meer gaat.
‘Uiteraard kan niet iedereen zijn of haar werk tijdelijk opgeven om voor hulpbehoevende ouders of gezinsleden te zorgen, maar misschien moeten we met zijn allen die mogelijkheid iets meer overwegen als het zich voordoet. En dan denk ik ook aan artsen die ouderen behandelen.’
Ziet Elke Sleurs zichzelf nog terugkeren naar het Gentse politieke strijdtoneel?
‘Dat hangt helemaal af van hoe de gezondheid van mijn ouders evolueert. Eén ding heb ik ondertussen voor mezelf uitgemaakt: niet ik, maar zij zullen mijn toekomst bepalen.
‘Soms is het lastig, hoor. Als ik terugdenk aan wat mijn ouders vroeger allemaal konden en deden, lijkt die dagelijkse confrontatie met hun aftakeling alsof ik permanent afscheid van hen moet nemen.
‘Ik zou ook cynisch kunnen zijn en zeggen dat ik pas mijn vrijheid zal terugwinnen als ze er niet meer zijn. Maar ik kan me nu inzetten om het laatste levensdeel van mijn ouders zo aangenaam mogelijk te maken voor hen.
‘Daar kun je toch nooit spijt van hebben?’
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Dementie in en vind meer berichten.
Bron: De Standaard