Naar aanleiding van de waterbom die Wallonië in 2021 trof, componeerde Jef Neve en schrijver David Van Reybrouck in 2022 een nieuw requiem, een dodenmis voor de planeet die we mogelijk met ons allen ten grave aan het dragen zijn. Ze creëerden samen Rain Requiem, opgedragen aan de slachtoffers van de overstromingen in Wallonië. Vandaag is Valencia aan de beurt. Jammer genoeg is het klimaat nergens te bespeuren op de politieke agenda…
Rain Requiem
Helende muziek voor een planeet die beter verdient
In 2021 werden grote delen van West-Europa overvallen door extreme regenval met schrikbarende overstromingen tot gevolg.
De nietsontziende watervloed liet een ongekende ravage achter.
Het oostelijke gedeelte van ons land werd zwaar getroffen. Veertig mensen kwamen om het leven en ontelbare slachtoffers verloren hun hebben en houden. Over de grens in Duitsland vielen nog eens 180 doden. Het was de eerste grote klimaatramp in onze regio.
Al snel waren meteorologen en klimaatdeskundigen het erover eens dat zulke extreme weersomstandigheden verband houden met de klimaatverandering en in de toekomst vaker zullen voorkomen.
Het nieuws hield me dagenlang bezig.
De beelden waren ontzagwekkend,
de getuigenissen verschrikkelijk
en de dodentol liep op.
De maanden daarna verbijsterde het mij hoe anoniem al die slachtoffers bleven.
Ja, kranten hadden hier en daar individuele verhalen gebracht, zeker, maar er was nergens een namenlijst verschenen.
Hier waren meer doden gevallen dan bij de terreuraanslagen in Brussel en Zaventem (35 doden) of zelfs de overvallen van de Bende van Nijvel (28 doden), maar niemand had een overzicht van hun namen.
Er was zelfs nergens een officiële slachtofferlijst te vinden. Daarom besloot ik Rain Requiem te schrijven, een somber memoriaal voor al die verloren mensenlevens.
Samen met Jan Van den Bossche van het Festival van Vlaanderen ging ik op zoek naar wie er was omgekomen.
We doorzochten websites van regionale kranten, overlijdensadvertenties en begrafenisondernemers.
We namen contact op met het Crisiscentrum, de federale politie en de slachtofferhulp van DVI – Disaster Victim Identification – die ons omwille van de privacy maar zeer beperkt konden helpen.
We zochten rond op Facebookgroepen en social media accounts. We bouwden samen aan een spreadsheet waar we alle namen, bronnen en nabestaanden in samenbrachten.
Toen onze database eindelijk af was, kregen we onverhoeds een intern document van een bevoegde overheidsinstantie: we hadden ons werk kennelijk goed gedaan, want alle namen die wij gevonden hadden kwamen overeen met de officiële lijst.
Over één dode bestond onduidelijkheid omdat hij een dag eerder verdronken was in een Ardense rivier toen het ook al zwaar regende. Daarom vind je vandaag zowel het cijfer van 39 als 40 slachtoffers.
Om Rain Requiem te schrijven, trok ik vervolgens naar de Vesdervallei om getuigenissen van de bewoners en nabestaanden op te tekenen.
Veel van hun woorden kwamen rechtstreeks in de gedichtencyclus terecht die naderhand door Jef Neve zo imposant op muziek werd gezet.
Bij de opvoeringen voor koor en orkest in openlucht langs de Schelde vorig jaar in juni, vertelde ik dat we een nieuwe Menenpoort nodig hadden, dit keer voor de slachtoffers van de klimaatcatastrofe.
Dat de doden eren wel het minste was dat we konden doen, al was het maar om ons aan ons eigen falen te herinneren.
In het publiek zaten vice-president van de Europese Commissie Frans Timmermans en federaal minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden.
De live opvoering van het muziekstuk beroerde velen. Sopraan Hanne Roos en bas-bariton Wilfried Van den Brande gaven het beste van zichzelf.
Jef en ik hadden echt het gevoel iets van waarde gemaakt te hebben.
Maar daar bleef het niet bij.
Enkele weken later vroeg Le Soir mij om de bewuste slachtofferlijst die ik als enige had en de krant maakte als eerste in België alle namen openbaar.
Caroline Lamarche, de grote Franstalige schrijfster, was onafhankelijk van mij begonnen getuigenissen op te tekenen in het getroffen gebied en nam de namenlijst over in het prachtige boek Toujours l’eau
met foto’s van Françoise Deprez.
Er kwamen plannen om Rain Requiem ook elders op te voeren, geen kleine klus gezien de omvang van de productie.
Van medewerkers van Frans Timmermans begreep ik dat hij bekeek of Rain Requiem kon opgevoerd worden op de COP in Egypte of in Dubai en, veel belangrijker, dat hij 15 juli wou laten uitroepen tot Europese Dag van de klimaatslachtoffers.
Op een van de mooiste plekken langs de Schelde, in de bocht bij Sint-Amands, werd Rain Requiem op 22 en 23 juni 2022 boven de doopvont gehouden tijdens het STROOM festival
Componist Je Neve dirigeerde
het orkest Casco Phil
het koor Vocal Ensemble Reflection
en solisten Hanne Roos
en Wilfried Van den Brande
Met een adembenemend uitzicht op de rivier stonden we stil bij de kracht van het water en het belang van een zorgvuldige omgang met de planeet waarop we te gast zijn…
David Van Reybrouck
Het volledige requiem
Introitus – Nox Irae – Offertorium – Mater Dolorosa – De Paradiso – Libera Me
Miserere Nobis – Lux Aeterna
Afzonderlijke delen van het requiem
I. Introitus – 10:37
Eeuwige rust voor hen
Eeuwige onrust voor ons
En het regende, het regende en regende
En het regende, het regende en regende
En het water steeg
Centimeter per centimeter
Trede per trede
En de straat werd de rivier
En de straat werd een stroom
En het water liep binnen op de begane grond
En wij zijn naar de eerste verdieping gegaan
Er was geen elektriciteit meer
Niks om te eten
II. Nox Irae – 5:50
Nacht van woede, nacht van gal
Een meerval kronkelde tussen de zooi
Anderhalve meter honger in de kolkende nacht
Anderhalve meter water op zoek naar een prooi
Wij zagen auto’s walsen in het nachtelijke water
Eerst was het wiegen, verlegen en traag
Vervolgens het zwieren, tegen elkaar
Nacht van gramschap, nacht van toorn
Nacht van woede, nacht van gal
We zagen printers die dreven en frigo’s op drift
We zagen wasmachines zwemmen in openlucht
Een bureaustoel hing als fruit in een boom
Nacht van gramschap, nacht van toorn
We zagen golven en gevels die het begaven
We hoorden buren tikken op het raam
Met sleutels en ringen en angst en paniek
Een werfkeet door de gevel van een buur
We zagen containers en kabels en dood
We zagen koeien wentelen in het donkere sop
En angst en paniek
Een bestelbus tegen een oude blinde muur
Een werfkeet tegen de gevel van een buur
We zagen schapen klotsen tegen de stalen brug
We zagen katten en honden met verzopen kop
En zaklampen die schenen
En zaklampen die doofden in vloeibare kamers
En ramen die zwegen
Nacht van woede, nacht van gal
Een meerval kronkelde tussen de zooi
Anderhalve meter honger in de kolkende nacht
Anderhalve meter water op zoek naar een prooi
Nacht van gramschap, nacht van toorn
Wij zagen auto’s walsen in het nachtelijke water
Eerst was het wiegen, verlegen en traag
Vervolgens het zwieren, tegen elkaar
Nacht van gramschap, nacht van toorn
Nacht van woede, nacht van gal
III. Offertorium – 6:06
Wij zijn de natte doden
Veertig keer nat
Wij stierven in het donker
Wij werden de nacht
Wij werden op tafels
Van inox gelegd
Iemand palpeerde ons
Iemand keek weg
Wij waren vaders, wij waren dochters
Wij waren grootouders en broers
Wij waren bakkers en kappers
Gepensioneerden en traiteurs
Hartstochten en ruzies
Rashonden en spijt
We hadden te weinig tijd
Ons gebit, onze huid
Werden gecheckt
Wij trokken naar boven
Toen de voorgevel viel
Wij trokken nog hoger
Toen de achtergevel viel
De huizen verkruimelden
Rondom ons heen
De auto’s tuimelden
Rond onze stem
Wij riepen onze namen
Voor het laatst hardop
Wij beefden, wij belden
Niemand nam op
We lagen in zetels
Al jaren verlamd
De living werd vloeibaar
En vroeg ons ten dans
Wij werden gezocht
Gemaand en gebeld
We werden behoedzaam
Uit het water getild
Wij werden geborgen in plastiek
Wij lagen daar samen
Samen en stil
Wij wachtten op jullie
Met gerimpeld vel
Wij werden op tafels
Van inox gelegd
Tatouages werden
Nog één keer geflitst
Wij zijn de natte doden
Veertig keer nat
Wij stierven in het donker
Wij werden de nacht
IV. Mater Dolorosa – 4:57
Tien dagen later en vijftien kilometer verder
Hebben ze hem gevonden bij een boom
Zijn lichaam, zijn lijf dat ik had gedragen
Zijn lichaam dat we niet meer mochten zien
Niet eens een haarlok of een stukje huid
Het was te laat
Ik had hem zo graag in de armen genomen
Ik had hem zo graag om vergeving gevraagd
Zelfs al was hij doorweekt, zelfs al was hij koud
Met zijn afgerukte haar en zijn gebroken nagels
Om vergeving te vragen aan mijn jonge zoon
Ik had hem zo graag zoals alle moeders
Nog een keer in mijn armen gedragen
Nog een keer in de schaduw van mijn lijf
Nog een keer in de schaduw van mij
V. De Paradiso – 4:25
De eerste nachten doolde ik rond
Mijn huis, mijn hond, alles was weg
De stad was een skelet, stinkend en vers
En in een smerige inkomhal legde ik mij neer
Onder rijen brievenbussen zocht ik wat rust
Mijn deken een deurmat van rubber en stof
Uit het paradijs
Mijn kussen een vloer van schaamte en tocht
Tegen kou en neonlicht was geen verweer
En het water dat we dronken was te smerig voor woorden
En alles stonk naar mazout
En riool
Mijn kussen een vloer van schaamte en toch
Tegen kou en neonlicht was geen verweer
Uit het paradijs
In de keuken lag het lijk van mijn moeder
Ik liep door het water, ik viel, ik riep
Ik werd gek, ik was hysterisch
Uit het paradijs
Haar hond leefde nog, kermde heel zacht
Urenlang had hij gezwommen in het rond
Uit het paradijs
VI. Libera Me – 7:26
Moge de aarde je zachtjes dragen
Moge de aarde licht voor je zijn
Moge de aarde licht voor je zijn
VII. Miserere Nobis – 6:34
En de dag nadien hield de regen weer op
Na drie dagen zonder licht of bereik
Na drie dagen en nachten
De dakpannen zwegen en wij stonden op
Ik keek door het raam: de wereld was klei
De mensen, de straten, alles was klei
Een halve meter modder, een dorp van slijk
En alles was klei
Drie dagen en drie nachten
Zonder bereik, zonder niks
Drie dagen en drie nachten
In de drek en het slijk
Heb erbarmen met ons
VIII. Lux Aeterna – 7:07
De dagen gaan komen waarop men zal zeggen
Zalig de onvruchtbaren
Wier schoot niet heeft gebaard
Zalig de onvruchtbaren
Wier borst niet heeft gelaafd
Vergeef ons, want we weten wat we doen
Vergeef ons, want we doen niet wat we weten
Moge jullie sterven niet vergeefs zijn geweest
Moge jullie stilte de weg aan ons tonen
De dagen gaan komen
Waarop de natuur gaat zeggen
Huil niet om mij
Maar om uzelf en uw kroost
Veertig donkere schaduwen in een zomermaand
Vergeef ons, want we weten wat we doen
Vergeef ons, want we doen niet wat we weten
Moge jullie sterven niet vergeefs zijn geweest
Moge jullie stilte de weg aan ons tonen
Geef ons richting en licht
Want we zijn vreselijk verdwaald
Maak ons dapper, nederig en zachtmoedig
Draag ons naar huis
Eeuwig licht
De doden zijn bij ons in de kamer hiernaast
Onzichtbaar voor ons
Maar ze maken wie we zijn
Zodra we hen vergeten, sterven ze opnieuw
Zolang we over hen praten
Houden zij ons in leven
Eeuwig licht
Lees ook
Bron: David Van Reybrouck