Elisabeth Lucie Baeten – Steekt klassieke sprookjes in een modern jasje


Ze herschrijft sprookjes en veegt meteen de vloer aan met klassieke rollenpatronen. Zo wil Ariël liever op waterpolo dan op ballet en heeft Doornroosje in het verhaal van schrijver en scenariste Elisabeth Lucie Baeten helemaal geen zin in een ongevraagde zoen.

Mark CoenenDe Morgen


‘Ik heb Sneeuwwitje en Doornroosje een stem gegeven’

Elisabeth Lucie Baeten


Elisabeth Lucie Baeten beschikt, samen met Heidi Lenaerts, over de mooiste rollende r van de hele Vlaamse media en is, volgens haar zelfrelativerende Instagrambio – 25.000 volgers andcounting – ‘nog wel grappig voor een vrouw’. Ze is veel meer.

Ik ontmoet haar in haar huis vol platen en boeken en een reuzegrote tv vlakbij het Rivierenhof in Deurne. Waar zij, als expat uit Leuven, samen met haar man, twee kinderen en twee katten haast bij toeval belandde.

Bij een koffie die zo sterk is dat mijn tandsteen er van loskomt voeren we een gesprek over leven en werk en de soms moeizame combinatie daarvan.

Allemaal naar aanleiding van En ze leefden nog, haar eerste met prachtige tekeningen opgefleurde sprookjesboek dat gelezen kan, nee moét worden door iedereen van 7 tot 77.

“Ik noem mijzelf scenarist en dat ben ik ook: zo schrijf ik mee aan de tweede reeks van Nonkels en heb ik de scenario’s vertaald van de serie Match met Average Rob. En ik werk aan heel veel dingen die in ontwikkeling zijn of waren. Een comedy webreeks bijvoorbeeld, waar we hopen geld voor te krijgen van het VAF.

“Ik had ook een column in Knack, maar daar ben ik even mee gestopt omdat het te veel werd. Instagram, podcasts, … noem maar op. Ik vind dat allemaal keileuk en dat alles samen zorgt voor een redelijk normaal loon. (lacht) 

“Ik schrijf heel graag, maar het liefst dialogen. Dus om een roman te schrijven zou ik nog even mijn toon moeten zoeken. Al zit er zeker één roman in mij. Ooit.”

Maar nu dus je eerste boek voor kinderen. Alsof er nog geen genoeg zijn!

“Ik heb dat boek ook nooit bedacht om meteen een bestseller te hebben, al is dat natuurlijk meegenomen. Ik wilde het gewoon graag schrijven. Voor het geld doe je dat allemaal niet. En zeker nu niet, want in de culturele sector gaat het niet geweldig. Een boek schrijven doe je trouwens eerst voor jezelf.

“Ik heb daarnaast mijn zogezegde echte job en ik zeg niet graag nee tegen dingen die echt betalen, waardoor het wel lang geduurd heeft voor het boek er was.

“Het idee had ik al neergeschreven in een column en plots waren er twee uitgeverijen geïnteresseerd. Maar ik had net een baby van drie maanden en dat ging allemaal wat moeizaam en dus duurde het nog twee jaar voor het af was. Al heb ik er wel zo lang niet aan gewerkt: van die twee jaar was ik er anderhalf jaar alleen in mijn hoofd mee bezig.”

“Het boek heeft veel vormen gekend, maar het is dit geworden omdat ik denk dat de thema’s nog altijd belangrijk zijn. Als je teruggaat naar de oorspronkelijke sprookjes: van Sneeuwwitje tot Doornroosje, zeggen die prinsessen gedurende het hele verhaal geen woord!

“Ik heb ze een stem gegeven. Al probeerde ik wel dicht bij de oorspronkelijke thematiek te blijven.

“Ook in het originele verhaal van Ariël wil ze zich afzetten van haar vader. En ook in mijn verhaal wordt Doornroosje vervloekt, maar dan per ongeluk omdat ze een briefje van haar mama verkeerd interpreteert. Ik wilde vooral nadenken wat die hoofdrolspeelsters zouden zeggen als ze mochten spreken, wat ze zouden doen als ze zelf mochten beslissen.”

En ze leefden nog. Beeld Elisabeth Lucie Baeten & Flore Deman
En ze leefden nog. Beeld Elisabeth Lucie Baeten & Flore Deman

Goed idee, en je bent nog maar vier sprookjes ver: stof genoeg voor een vervolgreeks. Het zou ook goed werken op televisie, denk ik.

“Daar ben ik zelfs al voor gecontacteerd. Maar ik ben helemaal niet tegen die oorspronkelijke sprookjes en ik wil ze helemaal niet vervangen. Ik hou van Disney en vind die sprookjes nog altijd heel aantrekkelijk.

“Ik ben dus heel romantisch van aard, maar onze dochter is vier en ondanks wat wij hier op dagelijkse basis aanbieden, kruipt dat toch snel in die hoofdjes. Dus wilde ik een alternatief aanbieden. Al blijft het toch romantisch: ik vind mijn Belle, een verhaal over vriendschap, ook heel romantisch.”

Er zitten heel wat verschillende lagen in die verhalen: in Ariël is het geen eenzijdige kritiek op een kortzichtige vader, maar begrip omdat hij vroeger ook dingen wilde doen – zoals dansen, wat hij niet mocht van zijn conservatieve ouders. Ook Doornroosje is een soort van aanklacht tegen de – dikwijls zelf opgelegde – hectiek van het leven. Ik vind het een kinderboek dat ook zeer te appreciëren is door volwassenen. Dat deel je met de grote Annie M.G. Schmidt, bijvoorbeeld.

“Ik krijg hele mooie reacties van vrouwen die het eerst zelf gelezen hebben en al goed vonden voor ze het de kinderen voorlazen.

“Ook vrouwen zonder kinderen zijn enthousiast. (lacht) 

“Dat is allemaal heel leuk. Ik ken natuurlijk ook Annie M.G. Schmidt, ik was geobsedeerd door Pluk en de Petteflet en De Stampertjes.”

null Beeld Thomas Sweertvaegher
Beeld Thomas Sweertvaegher

Je emancipeert je sprookjesfiguren op een niet drammerige manier.

“Ook de andere rollen: al die papa’s in de sprookjes zijn altijd streng en dat klopt natuurlijk ook niet. En die moeders sterven allemaal vroeg, bij wijze van spreken. (lacht)

“Ik werk thuis, dat is wel comfortabel met kleine kinderen. Ik werk redelijk snel en ik ben op mijn best in de voormiddag dus dat komt dikwijls goed uit.

“Enig probleem is dat er zo geen echte grens is tussen thuis zijn en werken. Dat kan soms heel vermoeiend zijn.

“Maar als kleine zelfstandige zeg je ook niet snel nee tegen werk. En ik doe het graag, maar ik moet tegelijk toch oppassen. Ik betaal er soms op het einde van de maand een prijs voor want mijn hoofd stopt nooit. Ik ben snel overprikkeld, of ben er tenminste heel gevoelig aan. De combinatie van de dingen die ik doe is soms gewoon ook zwaar.

“De truc is eigenlijk: niet te veel leuke ballonnetjes tegelijk oplaten (lacht).

“Ik ben wel met mijn column moeten stoppen omdat het gewoon niet meer ging. Onze kinderen zijn heel slechte slapers en wij sliepen in die tijd maar een paar uur per nacht. En als je in die paar uur nog moet piekeren over wat je gaat schrijven wordt dat op een bepaald moment te veel.

“Het leek alsof ik 24 uur per dag een paniekaanval had. Dus moest ik knippen. Maar wie weet doe ik het ooit wel opnieuw.”

Elisabeth Lucie Baeten Beeld Thomas Sweertvaegher
Elisabeth Lucie Baeten Beeld Thomas Sweertvaegher

Die column in Knack was ook een hele leuke tranche de vie die zeer opviel tussen alle andere somberte: vrolijke maatschappijkritiek en tegelijk een beschrijving van het leven van een moderne jonge vrouw in grappige taferelen. Maar dat was dus zonder de kinderen gerekend.

“Ik kan nog altijd de doorgeslapen nachten van onze twee kinderen op mijn twee handen tellen. Onze jongste, waarmee het recent beter ging, is weer veel wakker. Na drie nachten doorslapen konden we opnieuw beginnen.

“Ik vrees dat mijn zoon ook mijn slokdarmproblemen heeft geërfd, wat de zaak niet makkelijker maakt. Maar voor de rest is hij een bijzonder vrolijk ventje, gelukkig maar.

“Toen mijn jongste geboren werd herinner ik me wel dat ik dacht: ik ben helemaal niet klaar om opnieuw acht keer per nacht op te staan. Op een nacht geraakte ik ook gewoon niet meer uit mijn bed. Uitgeput. Helemaal op.

“Daardoor zit ik nu veel liever in mijn zetel dan dat ik iets ga doen. Vroeger was dat helemaal anders en was ik mega extravert! Het gaat ook in periodes: nu is het heel druk en sluit ik mij makkelijker af. Tegenwoordig ga ik ook graag vroeg slapen. ”

Ik herinner mij nog dat ik zelf pas besefte dat zo’n kind nooit weggaat toen we na een week op de roze wolk in de kliniek alleen thuis waren met het wurm. Het is een gigantische verandering in je leven.

“Voor je kinderen hebt, kan je zelf je dag inplannen maar plots is daar een baby. In mijn geval een baby die veel weent, bijna zonder pauze. Mijn oudste dochter sliep alleen maar als ze bij of op mij lag, maar dat lukte dan wel.

“Mijn zoon was daarentegen ’s nachts heel moeilijk te troosten. We hebben al zoveel geprobeerd maar we zitten nog altijd om twee uur ’s nachts beneden over zijn rug te wrijven terwijl we naar een film kijken.”

En dan word je daar bovenop nog woordvoerster van de strijd voor de kinderopvang.

“Mijn buurvrouwen lachten mij daar mee uit: “gij dacht, ik schrijf efkes een briefje zeker”, terwijl die mij al maanden zien sterven en van het ene naar het andere zien hollen. Die irritante nieuwe buurvrouw die altijd haar koptelefoon op heeft. (lacht) 

“Ik had een gesprek met een van de begeleider van mijn kinderopvang en kreeg daar bijna buikpijn van: ik word dan irritant empathisch en dan moét ik iets doen. Ik kàn dat niet laten liggen.

“Die brief aan Hilde Crevits heeft wel iets losgemaakt, maar niets opgelost. Al krijg je het probleem eigenlijk niet uitgelegd, echt niet.

“Kinderopvang is belangrijk voor iedereen, want niets is op elkaar afgestemd. Zeker als je met twee werkt en je ver van je ouders woont. De school is uit om twintig over drie, dat is voor zowat iedereen in het midden van de werkdag. En alles is op te lossen, maar is dat dan zo goed voor het kind of het gezin?

“Ik heb veel telefoontjes gekregen maar behalve van Hilde Crevits kwam geen enkele uit de politiek.

Liesbeth Homans had mij preventief geblokkeerd op Instagram, dus daar kon ik helemaal niets mee beginnen. Ik denk wel dat het iets uithaalt, als je maar lang genoeg protesteert. En dat blijf ik doen.

“Wij verdelen hier thuis het werk met de kinderen heel eerlijk, maar je blijft als vrouw altijd wel zitten met de mental load. Je blijft het eerste aanspreekpunt als het over de kinderen gaat. En je hebt dat dan nog graag ook, maar dat weegt soms wel zwaar. Je blijft de mama.

“Het zijn heel veel opdrachten en taken en ik voel ook bij mijn vriendinnen hoe moeilijk dat soms is. Hoe je dat moet oplossen weet ik niet, maar je gaat het helemaal niet oplossen als de kinderen niet meer naar de crèche kunnen.

“Je kunt misschien scheiden, bedenk ik nu ter plekke, dan heb je de kinderen maar de helft van de tijd. Maar dat zullen we maar niet doen. (lacht)

Wat zou een mens zijn zonder een crèche of – in mijn tijd – een VHS-toestel voor de tekenfilms? Mijn kinderen zijn opgevoed door Walt Disney. Je bent zelf ook een hele grote fan van tekenfilms.

“En van filmmuziek! Negentig procent van de muziek die ik graag beluister is filmmuziek. Ik heb er zelf nog geen psychologische verklaring voor gevonden, maar dat is mijn lievelingsmedium. Ik heb heel mijn leven graag en veel naar televisie gekeken, en nu nog. Ik heb echt alles gezien. Zelfs als ik aan het werken ben, staat de tv aan in de achtergrond. En je leert er veel van, dus dat is een mooi excuus om het te doen.

“Ik ben heel toevallig in mijn job gerold. Na mijn studies heb ik even gewone – stomme – jobs gehad. Ik ben zelfs ooit gewoon gestopt met een job vlak na een promotie omdat ik geen zin had in vergaderingen.

“Toen dacht ik, waarom zou ik niet terug beginnen schrijven? Waarop een vriendin voorstelde om zelf eens een scenario te schrijven. Ik heb dan opgezocht hoe dat moest want ik had geen idee. Pure zelfstudie. En twee jaar later kwam daar een job van.

“Ik werk ook samen met veel getalenteerd volk, dat helpt ook. Het was echt een match, ik kan in mijn werk ook veel humor verwerken en dat doe ik graag.”

Er is tegenwoordig zo weinig humor op tv, dus dat is meer dan nodig. En als het om te lachen is zijn het allemaal mannen ook, dat mag ook wel wat diverser.

“Als je mij vraagt wie bekende vrouwelijke stand-up comedians zijn in Vlaanderen, zijn er maar drie waar ik onmiddellijk aan denk: Sue (Nsuki), Jade (Mintjens) en Amelie (Albrecht).

“Als je dat vergelijkt met de veertig dudes die stand-up doen dan weet je het wel. Ik heb zelf ook al wel eens aan stand-up aan gedacht, ik wil dat best proberen.

“Er is sinds een jaar of twee een zeer gezonde apathie over mij neergedaald, waardoor ik daar allemaal niet zo zenuwachtig voor ben. Vroeger zou ik fysiek onwel worden, klaar om te sterven, maar nu denk ik dat ik zo uitgeput ben dat ik het mij niet meer aantrek.” (lacht)

Dat is misschien het enige voordeel van twee kinderen die niet doorslapen. Tater bij de wijn, de podcast die je maakt, is ook dikwijls hilarisch. In de voorlaatste aflevering heb ik de langste slappe lach aller tijden ooit gecapteerd gehoord.

“Het idee voor die podcast kwam toen mijn oudste pas geboren was. Het was een excuus om nog eens met een vriendin te babbelen.

“We hebben de eerste twee seizoenen wel verwijderd omdat ze te schraal waren. Nu doen we dat professioneler en staan we zelfs soms in de Comedy top 10. Dat houd ik natuurlijk maniakaal in de gaten. (lacht) 

“Maar ook in die top 10 staan bijna alleen maar mannen, nu ik erover nadenk worden wij vooral beluisterd door de vrouwen die het idee hebben dat ze met een vriendin aan het babbelen zijn. Wij zeggen ook altijd wat we bedoelen en dat snappen vrouwen meteen.”

Elisabeth Lucie Baeten
Beeld Thomas Sweertvaegher

Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven