The Zone of Interest – De dochter van kampcommandant Rudolf Höss over het leven in de villa naast Auschwitz

© Thomas Harding

Brigittes vader was kampcommandant Rudolf Höss, de centrale figuur in Oscarwinnaar The zone of interest.
Höss werd gearresteerd door de Joodse grootoom van de schrijver Thomas Harding, aan wie Brigitte haar laatste interview – een biecht – gaf.

Thomas Harding – De Standaard


“Mutti wist goed genoeg wat er aan de hand was”

Thomas Harding


Het was de ochtend van 16 december 2021, een week voor Kerstmis. Tegenover me zat Brigitte, de dochter van Rudolf Höss, de commandant van Auschwitz. Ik was hier om te vragen hoe het leven was naast het kamp.

Brigitte was 88 jaar oud. Met die bleke lippen, dunne armen en witte toefjes haar oogde ze brozer dan de laatste keer dat ik haar zag. Haar stem was ook zwakker, haar spraak traag en haperend. Maar ze kon nog helder denken en haar ogen straalden van leven.

We zaten in Brigittes huis met gesloten gordijnen in de buitenwijken van Washington DC. De buurt liep vol senatoren, lobbyisten en advocaten. De straten waren breed en afgezoomd met bomen die hun bladeren al lang hadden verloren.

Naast me stond een schrale kerstboom.
Aan de takken hingen zelfgemaakte versieringen die Brigitte tientallen jaren geleden had meegenomen uit Duitsland.

Mutti heeft er veel gemaakt”, vertelde ze met een glimlach.

Mutti was Hedwig Höss, de vrouw van de commandant van Auschwitz.

Ik interviewde Brigitte voor het eerst in 2013. Tot dan had ze weinig aan haar kinderen verteld over Auschwitz. Ze had er nooit eerder met een journalist over gesproken. Het kostte me drie jaar om haar te overhalen.

Birgitte toont een foto van haar ouders.
Birgitte toont een foto van haar ouders.
© getty images

In totaal heb ik meer dan twintig uur met Brigitte gepraat. Het werd de basis voor een artikel dat ik schreef voor The Washington Post en dat de wereld rondging.

Het was de eerste keer dat een van de kinderen van Rudolf Höss ervoor koos om in het openbaar te spreken, de eerste keer dat een van hen de stilte doorbrak over het leven in de villa naast het kamp.

Tijdens de interviews had Brigitte de basisfeiten gegeven: in 1940 was ze zeven jaar toen ze met haar familie aankwam in het kamp.

Ze was in de villa gebleven tot 1944, toen ze naar Berlijn verhuisden voor de laatste maanden van de oorlog.

In april 1945, vlak voordat het Sovjetleger Berlijn binnentrok, was haar vader op de vlucht geslagen. Hij nam de identiteit aan van een zeeman en werkte op een boerderij in de buurt van Flensburg in Noord-Duitsland.

Brigitte, haar moeder en broers en zussen verborgen zich in een nabijgelegen suikerfabriek.

Een jaar later kreeg een kapitein van het Britse leger de opdracht om Brigittes vader op te sporen.

Die kapitein was toevallig mijn oudoom, Hanns Alexander, een Duitse Jood uit Berlijn.

Hij vond Brigitte en haar moeder Hedwig terug in de suikerfabriek en eiste dat ze de schuilplaats van haar vader vrijgaf.

Brigitte vertelde me dat hij zo hard tegen haar schreeuwde dat ze de rest van haar leven hoofdpijn had.

Met de informatie van Hedwig spoorde hij Rudolf Höss op en arresteerde hem. Later schreef ik er een boek over, Hanns en Rudolf.

Brigitte verliet Duitsland in de jaren 50 en startte een nieuw leven in Spanje.

Drie jaar lang was ze model voor Balenciaga in Madrid, waar ze haar Iers-Amerikaanse man, een ingenieur, ontmoette.

In de jaren 70 verhuisden ze naar Washington waar Brigitte 35 jaar aan de slag was in een modeboetiek.

Gaten in relaas

In de jaren na het afnemen van de interviews begon het me te dagen dat er gaten zaten in het relaas. Episodes die moesten worden aangevuld. Vragen die moesten worden beantwoord.

Ik wilde Brigitte nog één keer spreken voor het te laat was. Omwille van de geschiedenis. Het zou het laatste interview zijn.

En zo zat ik acht jaar later, in december 2021, opnieuw in Brigittes woonkamer in het sombere, rommelige huis buiten Washington DC.

“Wat was je eerste herinnering?” Zo stak ik van wal.

“Auschwitz”, zei ze. “Van daarvoor herinner ik me niets.”

En haar broers en zussen, hoe waren zij?

“Ik was het hechtst met mijn jongere broer, Hans Jürgen”, zei ze. “Met hem maakte ik het meeste plezier. Met mijn zus reed ik paard.”

Brigitte sliep in de villa met haar zus Heidetraud. Haar twee broers Klaus en Hans Jürgen deelden een slaapkamer en baby Annegret sliep in een mandje in een kamer met een kindermeisje dat voor haar zorgde.

“Ik herinner me dat we veel pret hadden”, zei ze.

“We hadden een klein zwembad in de achtertuin. En mijn moeder had een prachtige serre vol bloemen. Ze hield van bloemen. Dat heb ik geërfd, ik hou ook van bloemen.”

Ze hielden ook huisdieren. Twee schildpadden genaamd Jumbo en Dilla, en twee grote dalmatiërs.

De familie Höss in de villa naast Auschwitz.
De familie Höss in de villa naast Auschwitz.
© The Washington Post

Maar ze was zich wel continu bewust van gevaar. Ging er een luchtalarm af, dan moesten ze naar de kelder rennen.

“We hadden een kleine koffer naast ons bed met kleren in”, herinnerde ze zich. “Als mijn moeder zei: ‘Laten we naar beneden gaan’, dan gristen we hem mee en liepen naar beneden.”

Haar vader en moeder waren erg close, vertelde Brigitte. “Ze hielden van elkaar.”

In het weekend hoefde haar vader niet naar wat zij “het werk” noemde. Dan bracht hij tijd door met zijn gezin.

“Hij was een geweldige vader,” zei ze. “Op zondag rookte hij een sigaar, het hele huis door. We ontbeten, lunchten of dineerden, als een warm gezin.”

Ze voegde eraan toe: “We wisten niet eens wat voor werk hij eigenlijk deed.”

Een van haar favoriete momenten van het jaar was Kerstmis. Haar ouders versierden de boom en als ze klaar waren, liet haar vader een belletje rinkelen.

Brigitte maakte een rinkelgeluid toen ze het vertelde.

“Waarop papa de deur openzwaaide. En daar stond dan een boom met allemaal lichtjes in, echte witte kaarsen. Om naar te kijken. Maar eerst moesten we aanschuiven voor het kerstdiner. Daarna mochten we onder de boom.

“Er waren altijd koekjes. We konden er enkele meepakken. En er wat van opeten. Niet allemaal, maar een paar.”

Engel van Auschwitz

Brigitte zei dat ze wist dat de mensen die in de villa en de tuin werkten, gevangenen waren in het kamp. “Ze waren altijd heel gelukkig”, zei ze.

“De Engel van Auschwitz, zo noemden ze mijn moeder.” Toen ze mijn verbazing zag, zei Brigitte: “Mijn moeder was gewoon een aardig mens. Punt.”

In de jaren 70 bezocht Hedwig haar dochter Brigitte in Washington, maar over Auschwitz werd nauwelijks gerept.

“Het was te pijnlijk”, zei ze. “Ik weet zeker dat mijn moeder wist wat er aan de hand was (in het kamp, red.). Ze was er erg verdrietig over. Maar ze kon niet helpen. Ze probeerde gewoon aardig te zijn tegen de kinderen en tegen mijn vader.”

De kinderen van Rudolf Höss, in de tuin van de villa naast Auschwitz.
De kinderen van Rudolf Höss, in de tuin van de villa naast Auschwitz. © The Washington Post

Voordat hij in april 1947 in Auschwitz werd opgehangen, schreef Rudolf Höss zijn laatste woorden aan Brigitte en haar zus Heidetraud.
Ik las ze voor aan Brigitte:

“Jullie zijn nog te jong om de omvang van het zware lot dat ons is opgelegd, te kennen. Maar jullie in het bijzonder, mijn lieve meisjes, zijn het verplicht om aan de zijde van jullie arme, onfortuinlijke moeder te blijven en haar met liefde bij te staan op welke manier ook. Omgeef haar met al jullie kinderlijke liefde, recht uit het hart, en laat haar zien hoeveel jullie van haar houden.”

“Dat klinkt als mijn vader”, zei ze toen ik klaar was. “Ik vind het prachtig.”

Hoe was haar vader dan?

“Hij was een geweldig, absoluut geweldig persoon”, zei ze. “Ik had me geen betere vader kunnen wensen.”

Was hij liefdevol, vroeg ik?

“Oh, ja”, antwoordde ze. “Hij knuffelde voortdurend. ’s Nachts gaf hij ons een kus en zei: ‘Schlaf schön Nacht meine Kinder’.”

Brigitte hield even in.

“Later kwamen we erachter wat er aan de hand was. Ik praat er niet graag over omdat ik er niet graag aan denk wat ze deden. Maar ik weet dat het niet de schuld van mijn vader was.”

Ze pauzeerde weer, om eraan toe te voegen:

“Ik denk niet dat hij wist waar hij aan begonnen was. Vaak was hij erg ongelukkig. En toen ik er met mijn moeder over sprak na alles wat er was gebeurd, zei ze me dat hij een diep ongelukkige man was.”

Ik duwde even door. Hoe kon haar vader een “absoluut geweldig persoon” zijn als hij verantwoordelijk was voor de moord op meer dan een miljoen vrouwen, mannen en kinderen?

“Wel …”, stamelde ze.

“Dat is een feit. Is het niet?”, zei ik.

“Ja”, gaf ze toe. “Maar ik denk niet … Ik bedoel, zo zie ik het niet.”

“Maar het is de waarheid. Ben je het ermee eens dat het waar is? Dat weet je toch?” Ik drong aan.

“Wel, het is gebeurd”, zei ze zwakjes.

“Is het in Auschwitz gebeurd?”, zei ik voor de duidelijkheid.

“Ja”, zei ze, haar stem nauwelijks hoorbaar.

“En je vader was de commandant?”, ging ik verder.

“Ja”, zei ze opnieuw.

“Dus: hij was verantwoordelijk?”

“Zoals ik al zei, soms gebeuren er dingen.”

Ze wachtte een moment en voegde eraan toe: “Misschien wil ik bepaalde zaken niet weten.”

“Maar het is waar”, drong ik aan. “Je weet dat hij verantwoordelijk was. Weet je dat?”

“Ik geloof het nog altijd niet”, bleef ze zich verzetten. “Er stonden mensen boven hem, die hem hiertoe aanzetten.”

“Maar hij deed het wel.”

“Wel, ja, ik denk het”, gaf ze uiteindelijk toe. “Ik moet ja zeggen.”

En daarmee was het interview voorbij. Ik pakte mijn opnameapparatuur in, legde mijn aantekeningen weg en nam afscheid.

In 1947 werd Rudolf Höss opgehangen in Auschwitz.
In 1947 werd Rudolf Höss opgehangen in Auschwitz. © The Washington Post

Nog geen twee jaar later, in oktober 2023, stierf Brigitte. Van haar broers en zussen is enkel Annegret nog in leven, maar zij was nog maar een baby toen ze in het kamp woonden.

En zo zijn we met de dood van Brigitte de laatste persoon kwijt die zich herinnert hoe het leven was voor de familie van de commandant die in de villa in Auschwitz woonde.

Op 10 maart 2024 won The zone of interest twee Oscars voor beste internationale film en beste geluid. De film vertelt het verhaal van hoe het leven was voor de familie Höss in de villa naast Auschwitz. Hij werd uitgebracht nadat Brigitte was overleden.

Daarom ben ik blij dat ik haar getuigenis heb kunnen optekenen in het belang van de geschiedenis, voor iedereen die wil begrijpen hoe mensen in staat zijn tot zo’n gruweldaad, voor iedereen die wil voorkomen dat er ooit nog zoiets gebeurt.


© Thomas Harding
© Thomas Harding

Lees ook


Lees ook

Vul hieronder de zoekopdracht Holocaust in en vind meer berichten.


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven