De abortuscampagne van Vooruit wijst op een probleem van alle centrumpartijen: ze verschillen ideologisch nauwelijks nog, dus kloppen ze maar de kleine twistpuntjes op tot grote ruzies, schrijft Tinneke Beeckman.
Tinneke Beeckman – De Standaard
Maandag plaatste Joël De Ceulaer in De afspraak op VRT Canvas een kanttekening bij de kritiek op de recente campagne van Vooruit.
Nu CD&V een abortushervorming blokkeert, beschuldigt Freya Van Den Bossche de christendemocraten ervan vrouwenrechten te willen terugdraaien tot de middeleeuwen.
Veel commentatoren vonden dat sloganesk en wansmakelijk.
Onzin, vond De Ceulaer, politiek is conflict: dit is een meningsverschil.
Het klopt dat politiek conflict is en dat de strijd hard mag zijn. Die campagne is precies daarom problematisch: ze is een symptoom van een politieke verschuiving die alle centrumpartijen treft.
Los van de concrete politieke partijen is er een pluraliteit in de samenleving.
Mensen hebben andere verlangens, andere ideeën over fundamentele politieke (en morele) keuzes. Daarin zijn ze elkaars tegenstander.
Sommigen willen de bestaande orde behouden, anderen willen die veranderen, omdat ze haar als onrechtvaardig of schadelijk ervaren.
In de politiek zijn er twee niveaus van strijd.
Er is de wedstrijd (de politiek) en er is het conflict (het politieke).
Een goed functionerend democratisch systeem vertegenwoordigt zowel het verlangen naar stabiliteit als dat naar contestatie. In dat geval overlappen wedstrijd en conflict elkaar.
Verkiezingen maken een tijdelijke coalitie mogelijk, die nadien kan worden bevestigd of afgestraft.
Een politiek systeem functioneert minder goed wanneer de partijpolitieke wedstrijd onvoldoende samenvalt met het conflict.
Omdat de wedstrijd vooral een machtsstrijd is tussen familieclans, bijvoorbeeld.
De bikkelharde strijd dient de belangen van een kleine groep. De overgrote meerderheid van de burgers voelt zich niet vertegenwoordigd, maar ondergaat wel de negatieve gevolgen: nepotisme, incompetentie en corruptie.
Een democratie functioneert ook minder goed wanneer de democratische partijen het fundamentele, politieke conflict niet meer incarneren.
Vandaag is dat deels het geval: de standpunten van centrumpartijen liggen vrij dicht bij elkaar.
Vroeger waren de ideologische verschillen veel duidelijker: links en rechts stonden voor een héél andere kijk op de samenleving.
Nu zitten alle traditionele partijen in het centrum en dat verplicht hen tot wat Joachim Coens volgens Ivan De Vadder een “waanzin van de minimale verschillen” noemde.
Al worden die partijen elke verkiezing wat kleiner, ze bekampen elkaar steeds nijdiger om de kleine verschillen tussen hen in de verf te zetten.
Die felle retoriek wekt veel aandacht op. Maar ze werkt ook bevreemdend: mensen vragen zich af waar dat nog over gaat.
De fundamentele contestatie zit dus elders, bij de extremere partijen.
De PVDA wil de ongelijkheid bestrijden door het kapitalisme af te schaffen, Vlaams Belang wil komaf maken met globalisering (en vooral met migratie). Beide visies vallen buiten de ‘liberale, democratische orde’, en worden dan ook afgewezen door de andere partijen.
Dat sommige partijen nooit mogen deelnemen aan een coalitie, is niet problematisch. Dat het gevoel van contestatie bij twee partijen zit die uitgesloten worden, tast de dynamiek wel aan. De redenen voor die uitsluiting kunnen legitiem zijn, daarover gaat het niet.
Wat nodig is, zijn echte tegenstanders in de politiek: politici die breuklijnen incarneren. Die breuklijnen betreffen de transities die op til zijn.
Mensen weten dat de toekomst erg onzeker is, en dat de omslag naar duurzaamheid nodig is.
Alleen willen ze weten wat die omslag betekent
- Voor hun job
- Voor hun leefomgeving
- Voor landbouw en industrie
Ze willen weten of de toekomst vredig kan zijn, of niet. Of EU-landen erin slagen greep te krijgen op migratie.
De antwoorden daarop vereisen méér visie dan een kleine variatie op het gevoerde beleid. In die zin moeten de centrumpartijen de status quo ook durven te doorbreken.
Ze moeten aangeven welke hervormingen wél mogelijk zijn binnen de liberale orde die ze verdedigen.
De recente abortuscampagne van Vooruit kadert meer in de publicitaire wedstrijd van het kleinste verschil, dan in een conflict over fundamentele politieke keuzes.
Twintig jaar geleden, toen de paarse regering-Verhofstadt progressieve ethische hervormingen goedkeurde, was die breuklijn er nog wel. Maar de tijden zijn veranderd.
CD&V wil abortus niet afschaffen en staat dichter bij Vooruit dan de toenmalige CVP bij de progressieve partijen stond.
De echte kloof gaapt elders:
- Tussen wie de vrijheid en de gelijkheid van de moderniteit onderschrijft en wie dat niet doet
- Tussen wie het kapitalisme in grote lijnen voorstaat en wie het helemaal overboord wil
- Tussen wie de globalisering aanvaardt en wie de globalisering wil indijken of terugschroeven
De rivalen in het politieke midden zouden beter antwoorden zoeken op uitdagingen van de toekomst, dan elkaar te blokkeren.
Beter dan hun meningsverschillen op te blazen in negatief klinkende campagnes.
Lees ook
Lees ook
Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van
Bron: De Standaard