Wetenschapshistoricus Trudy Dehue – Waarom noemen we een abortus niet: een ongewenste bevruchting ongedaan maken


Hoe meer de Nederlandse wetenschapshistoricus Trudy Dehue (72) zich verdiepte in abortus, hoe kwader ze werd. Nu pleit Dehue voor de vrije beschikbaarheid van de pil waarmee vrouwen zelf veilig de menstruatie kunnen opwekken.

Nathalie Carpentier - De Standaard


Zieners

Hoe kunnen we de radicale veranderingen begrijpen die onze wereld ondergaat?
In de reeks Zieners zoeken we houvast en inspiratie bij vooruitziende denkers.

In deze aflevering de Nederlandse hoogleraar emeritus wetenschapsonderzoek Trudy Dehue (72).

Ze begon haar carrière in een kinderpsychiatrische kliniek, studeerde psychologie en wetenschapsfilosofie en promoveerde over de betekenis van wetenschap en objectiviteit in de psychologie. 

In 2008 bracht ze het veelgeprezen De depressie-epidemie uit, in 2014 gevolgd door Betere mensen.

Vorig jaar verscheen Ei, foetus, baby.


“Mensen dwingen te bevallen, is de meest verregaande vorm van machtsuitoefening.”

Trudy Dehue


“Vroeger dacht ik bij het woord abortus zelf steevast aan een gevorderde foetus”, bekent Trudy Dehue aan het einde van ons gesprek.

Voor de Nederlandse hoogleraar emeritus in wetenschapsgeschiedenis en -psychologie het boek Ei, foetus, baby schreef, liet ook zij zich inpakken door de wonderlijke macrobeelden van kwetsbaar roze minimensjes met miniorganen.

“Daardoor roept abortus heftige gevoelens op. Je denkt aan een zware ingreep en een kindje.

“Maar 80 % van de zwangerschapsafbrekingen gebeurt binnen tien weken na de bevruchting.

“Wat je dan verwijdert, lijkt op een vlokje eiwit. Dat voorstellen als een minimens, zoals anti­abortusgroepen doen, is sterk gekleurd.”

Dat we zo’n vroeg stadium toch collectief als ‘een kindje met een kloppend hartje’ zijn gaan zien, komt door technologische ontwikkelingen, beschrijft Dehue in haar boek.

“Dat hartje is een product van hedendaagse technologie. Het ‘kloppen’ ontstaat doordat een apparaat geluidsgolven door weefsel en vloeistof stuurt en de terugkaatsing daarvan vertaalt in hoorbaar geluid en beeld.

“Voorheen was een hart een orgaan dat een lichaam zelfstandig in leven houdt. Maar zonder het lichaam én het hart van de zwangere vrouw kan dat embryo helemaal niet in leven blijven.

“Zo verandert de technologie definities.

“De zwangerschapsecho heeft een embryo en foetus mede tot een kind gemaakt.

“En nu is er een zwangerschapstest die nog voor de innesteling aangeeft dat een zaadcel een eicel heeft bevrucht. Misschien zou die test beter een ‘zaadcelalarm’ heten.”

Maaksels die maken

In het echt is Trudy Dehue een aimabele vrouw die ons warm welkom heet met koffie, gebak en een hartige boterham. In haar boeken fileert ze messcherp het idee dat wetenschappelijke kennis een rechtstreeks beeld van de werkelijkheid kan bieden.

“Wetenschap heet neutraal, maar vormt de werkelijkheid meer dan dat ze die ontdekt”, legt ze uit in haar appartement in Groningen.

Dat gegeven is niet nieuw en er is niets mis mee, maar we moeten er ons wel van bewust zijn, vindt ze.

“Achter feiten gaan classificaties schuil.

“Als je armoede bestudeert, moet daar een normatieve definitie van armoede aan voorafgaan. Die bepaalt vervolgens het armoedebeleid.

“Evengoed kan de natuur niet vertellen wat als een stoornis moet tellen en wat niet, dat doen wetenschappers. Ook dat heeft veel goede en minder goede gevolgen voor het leven van grote groepen mensen.”

In haar veelgeprezen boek De depressie-epidemie toonde Dehue hoe de psychiatrische benaming ‘depressie’ voor alle vormen van ‘neerslachtigheid’ in de praktijk algauw de oorzaak van dat gedrag werd.

Hoe de criteria voor een definitie gezien werden als symptomen van een hersenstoornis. Al snel was iemand lusteloos ómdat hij depressief was en een chemisch onevenwicht in zijn hoofd had.

Ze verhaalde hoe dat mee gebeurde doordat antidepressiva werden aangeprezen met de onterechte boodschap dat ze een ‘ontbrekend stofje in het brein’ zouden aanvullen, terwijl ze er in feite een stofje aan toevoegden.

Dat gevoelens van ongeluk ook goede redenen kunnen hebben, verdween naar de achtergrond.

Met ADHD tekende zich een vergelijkbaar verhaal af, beschrijft ze in het boek ­Betere mensen, over de opkomst van de plicht om stoornissen te voorkomen bij jezelf of je kind.

De stof in het latere rilatine werd eerst voor van alles en nog wat uitgetest – gaande van astma tot menstruatiepijn. Pas nadat ontdekt was dat het sommige onrustige kinderen zich tijdelijk beter liet concentreren, kreeg dat gedrag de naam hyperkinesie, later omgedoopt tot ADHD.

FMRI-scans hebben er vervolgens een hersenziekte van gemaakt, schrijft ­Dehue.

Die secure ontleding van het dominante verhaal wordt haar niet altijd in dank afgenomen.

“Sommige psychiaters noemen me een antipsychiater. Of ze beweren dat ik tegen depressie ben. Dat zou onzinnig zijn.

“Het gaat me erom dat feiten, net als voedsel, eindproducten van bewerkingen en beslissingen zijn.

“Van voedsel mag je weten hoe het gemaakt is, welke ingrediënten het bevat. Zo wil je ook de ingrediënten kennen die de wetenschap gebruikt. Dat is demo­cratie. Want feiten zijn altijd maaksels. Het belangrijkste is dat het ‘maaksels die maken’ zijn.”

Nu is er uw nieuwe boek over gewenste en ongewenste zwangerschap en over abortus. Welke ingrediënten moeten we kennen van abortus?

“Aan abortus kleeft nu een medische en criminele bijklank, maar dat was niet altijd zo.

“Eeuwenlang had men geen zwangerschapstest en konden vrouwen vrijelijk ‘hun maandstonden opwekken’.

“Mannelijke artsen leerden van vrouwen hoe je menstruatie moest opwekken en schreven het neer in boeken. Zelfs hoe je een vrouw ‘kon doen misvallen’.”

“Pas in de negentiende eeuw dook het Latijnse woord abortus op in de spreektaal, en dan nog in een diametraal tegenover­gestelde betekenis.

“Het verwees naar vrouwen bij wie er een vermoeden was van ‘disposito abortiva’ of ‘de neiging tot het verwerpen van een vrucht’, een dreigende natuurlijke miskraam dus.

“Dat risico moest vroeg opgespoord worden en de ‘abortus’ moest het best voorkomen worden. Ik vond reeksen boeken die daarvoor bijtende bloedzuigers op de vagina adviseerden.”

“Het woord ‘abortus provocatus’, uitgelokte miskraam, verscheen rond 1900 in de kranten en verwees toen naar een miskraam die werd opgewekt door een arts om een vrouw te redden wanneer de gewenste zwangerschap haar leven bedreigde.

“De kerk verbood zo’n afbreking.

“De gynaecoloog Hector Treub vocht tegen dat verbod. In die strijd gebruikte hij de term abortus, want Latijn had meer gewicht.”

Waarom mocht zo’n vrouw niet gered worden, vroeg u zich af.

“Een collega van Treub wilde de zwangerschap beëindigen van een drie maanden zwangere vrouw die zo hevig braakte dat ze zou sterven. Hij wilde haar redden, maar de pastoor verbood dat. Daardoor is ze uiteindelijk uitgehongerd overleden.

Treub, die de vrouw nog even zag, klaagde dat verbod boos aan bij de bisschop, maar die gaf de pastoor gelijk. Daarna publiceerde Treub een woedend artikel dat een jonge vrouw was ‘vermoord door de bekrompen voorschriften’ van de kerk.”

“Ik vroeg me af waarom het leven van een vrouw bij een gewenste, maar gevaarlijke zwangerschap niet mocht worden gered, als je weet dat de vrucht zonder vrouw toch ook zou sterven.

“Na meer speurwerk bleek dat de kerk helemaal geen ongeborenen voor het leven wilde redden, maar zieltjes voor de hemel.”

Zo ontdekte u dat de kwalijke rol van de katholieke kerk veel verder ging dan tot nu bekend.

“De achtergrond van dat verbod was dat de vrouw een ongeboren ziel droeg die al bevlekt was met de erfzonde.

“Om te vermijden dat het zieltje met die vlek in het voorgeborchte belandde, moest een priester dat op het nippertje nog levend dopen als hij inschatte dat de vrouw dreigde te sterven.

“Het doopwater móést op het blote hoofdje, anders was de doop ongeldig. Daaruit concludeerde de kerk dat de vrucht uit de buik gesneden moest worden. Dat stond zo neergeschreven in katholieke geschriften!

“De Vlaamse aartsbisschop Engelbertus Sterckx (1792-1867) heeft zelfs voor­geschreven dat priesters met een molensteen in de zee moesten worden gegooid als ze het nalieten.”

Eerst kon u het zelf niet geloven, maar dat kwam neer op een gruwelijke moord.

“Eerst dacht ik dat het alleen bij overleden vrouwen gebeurde. Maar de ongeborene sterft vaak al snel na de vrouw. Daardoor betekende het dopen van een levende ongeborene vaak het doden van de vrouw.

“Ik las hoe zeventiende-eeuwse medici zich ook al erg boos maakten over dat macaber ‘sacrament’ waarbij de buik van levende vrouwen werd opengesneden.

“Een bekende dokter schreef in 1683: ‘De vrouwen zijn niet doodgegaan, maar doodgemarteld.

“Vroedvrouwen en vroedmeesters probeerden eraan te ontsnappen. Want als er geen priester in de buurt was, moesten zij het uitvoeren.’

Hoe kan het dat we dat niet weten?

“Dat is inderdaad opvallend, zowel in Neder­land als Vlaanderen. Bij jullie heeft het nochtans sterk gespeeld, en niet alleen door aartsbisschop Sterckx.

“Maar de slachtoffers van het macabere doopritueel konden het niet navertellen, en hun naasten meenden veelal dat ze aan een ziekte of moeilijke bevalling waren gestorven.

“Bij de zaken die ik kon natrekken – omdat de namen bekend waren – vond ik als officiële doodverklaring telkens ‘gestorven in het kraambed, bevallen van een doodgeboren kind’.

“Dat is verhullende taal met een groot effect. Noem je het ‘overleden in het kraam­bed’, dan kraait er achteraf niemand naar.

“Een dappere dokter schreef in 1920 in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde dat hij niet meer wilde meewerken aan zo’n vreselijk tafereel. Maar daar kwam veel protest op.”

In die tijd is een abortus op initiatief van de vrouw en uitgevoerd door niet-artsen ‘crimineel’ gaan heten, terwijl ...

“… wat die priesters deden het meest crimineel was. Waarom kennen we de ‘abortus provocatus religiosis’ niet?

“Die moorddadige doop heette geen moord, ze noemden die een sacrament.

“Waarom mocht dat doopwater niet gewoon op de blote buik? Het was pure machtsuitoefening door de kerk.”

“De term ‘crimineel’ werd gebruikt als de vrouw de bevruchting ongedaan wilde maken, vaak door niet-medici die grote schade veroorzaakten, al was dat lang niet altijd het geval.

Treub wilde het onderscheid maken met de ingreep door artsen, maar die toevoeging ‘criminalis’ sloeg vooral op de afbreking op initiatief van de vrouw.

“Die ‘abortus provocatus criminalis’ is later afgekort tot abortus, waardoor het woord zijn huidige betekenis kreeg.

“In Neder­land staat het afbreken van een zwangerschap overigens nog altijd in het Wetboek van Strafrecht.”

Heeft de kerk gereageerd op uw boek?

“Nee, volledige stilte. Dat heeft me niet verbaasd.”

Wat beoogt u door dit wel in ons collectief geheugen te schrijven?

“Dat we beseffen dat alle heftigheid over abortus – zelfs bij een medicamenteuze behandeling kort na de bevruchting – stamt uit die tijd.

“Hedendaagse abortuswetten bevatten nog elementen van het katholicisme, al zijn ze nu in een wetenschappelijk jasje verpakt.

“Als je zwangerschap niet beschrijft als een proces dat een vrouw doormaakt, maar als iets dat gaat om een mensje dat slechts voorlopig in een vrouw opgesloten zit, heeft dat mensje ook eigen mensenrechten.

“Derden moeten die mee bewaken, ongeveer zoals de rechten van de voorheen opgesloten ziel door priesters moesten worden bewaakt.”

“In de grondwet staat dat iedere mens het recht heeft om zelf te bepalen wat met haar of zijn lichaam gebeurt. Dat geldt nog steeds niet voor zwangere vrouwen.

“Mensen moeten zich meer bewust zijn van het onrecht dat vrouwen jarenlang is aangedaan.”

U pleit voor een ander woord dan abortus. Welk?

“Een ongewenste bevruchting ongedaan maken, klinkt al heel anders.

“Vandaag hebben we eindelijk een combinatie van misoprostol en mifepriston waarmee dat veilig kan.

“Ik pleit ervoor om die abortuspil de ‘allroundpil’ te noemen. Dat is Engels, en geen Latijn. Die pil rondt de geschiedenis van het zelf opwekken van menstruatie eindelijk veilig en effectief af.

“Je kunt ze slikken zonder hulp, maar ook met een zelfgekozen en vertrouwde persoon erbij, als je dat wil.

“De Wereldgezondheidsorganisatie vraagt om die vrij te geven, zodat vrouwen ze eigenhandig tot de tiende week kunnen gebruiken.

“Misoprostol kun je ook rond de ovulatie slikken als anticonceptie, ongeacht of er een zaadcel in de uit te stoten eicel zit. ”

U ziet in de allroundpil een einde aan de helletocht die ongewilde zwangerschap lang was voor vrouwen. Is dat geen wishful thinking, nu conservatieve politici overal aan aanhang winnen?

“Ik weet het: dat gaat niet makkelijk lukken. Maar ik voel me wel gesteund door de Wereldgezondheidsorganisatie.

“Als ik de moed verlies, kijk ik telkens naar politici die maar dapper door blijven gaan en ondanks alles hun punt blijven maken. Wel, ik dus ook.”

In Frankrijk proberen ze abortus in de grondwet te krijgen. Is dat voor u de oplossing?

“Daar willen ze het in de grondwet krijgen vóór de rechts-populisten de verkiezingen winnen.

“Het zou heel wat zijn als dat lukt.

“In Nederland was er een initiatief om abortus uit het strafrecht te halen, maar de partijen die nu een coalitie proberen te vormen hebben zich helaas allemaal uitgesproken voor een beperking van het recht op abortus.”

“De Nederlandse PVV keert zich voortdurend tegen de ‘betutteling’ van de bevolking. Maar als de partij consequent zou zijn, zou ze die verregaande betutteling tot in het lichaam van de helft van de bevolking afkeuren.

“Mensen dwingen te bevallen na een ongewenste bevruchting is de meest verregaande vorm van machtsuitoefening.

“Slogans als ‘Stop abortus nu’ zeggen eigenlijk ‘Dwing ze tot het dragen en baren nu’.

“Ik zou mensen graag willen laten beseffen waartoe ze vrouwen zo dwingen.”

Waarom zou dat helpen?

“Omdat je verplaatsen in iemand anders, empathie kan opwekken. Stel je als man eens voor dat je lichaam na seks ongewild begint op te zwellen, je tepels pijn beginnen te doen, er in jou iets vreemds groeit en je negen maanden later een pijnlijke bevalling moet doorstaan.

“Waarom zou je een vrouw daartoe mogen dwingen, als zij dat leven daar niet wil hebben?

“Een zwangerschap is zware arbeid die je graag verricht als op het eind een beloning volgt. Maar als dat niet zo is, dan spreken we van slavernij.”

Het vermogen om pijn te voelen als criterium om een limiet voor abortus in te stellen leidde in ons land recent tot debat. Vindt u dat een terecht criterium?

“In een vroeg stadium is het zenuwstelsel daar te weinig voor ontwikkeld. En in een later stadium van een gewenste zwangerschap, als er risico is dat de vrouw overlijdt of dat het kind ernstig gehandicapt is, kunnen abortusartsen pijn voorkomen, net zoals artsen dat kunnen bij een geboren mens.

“Met deze discussie doet men opnieuw alsof het bij ongewenste zwangerschap altijd om een gevorderde zwangerschap gaat.

“Men vergeet daarbij dat ongewenst bevruchte vrouwen het groeiproces zelf zo snel mogelijk willen stoppen. Want hoe langer ze wachten, hoe zwaarder dat voor henzelf wordt.

“Juist als de maatschappij abortus zo moeilijk en zwaarbeladen maakt, kúnnen vrouwen er niet altijd vroeg bij zijn, ook door angst of schuldgevoel en ontkenning.”

Bent u ongevoelig voor het argument dat beginnend leven bescherming verdient?

“Nee, alle leven verdient zo veel mogelijk bescherming, ook dieren en planten. Alleen wegen we de belangen van ‘in leven zijn’, zoals een plant of een bevruchte eicel, af tegen ‘een leven hebben’, zoals een mens die al geboren is.

“Ook bij een ongewenste bevruchting weegt het tweede zwaarder.

“Als je een vrouw dwingt om leven in haar lichaam te aanvaarden, dan heeft dat latere kind ook geen goed leven.”

Waarom? Omdat het ongewenst is?

“Ja, in mijn generatie van net na de oorlog waren ontzettend veel kinderen ongewenst. Toen was anticonceptie nog verboden. Een leeftijdgenoot wist dat er weer een kind kwam als hij zijn moeder op het toilet hoorde huilen.

“Een vriendin vertelde hoe haar moeder met elk extra kind naarder deed tegen de andere kinderen. Ongewenst zijn kan levenslang je gevoel van eigen­waarde aantasten.”

In uw drie boeken wijst u telkens op het systeem achter het individuele leed.

“Het is van belang om systemische oorzaken te zien. Zeker sinds de jaren 90 zijn we zo op het individu gaan focussen dat we de maatschappelijke oorzaken voor leed uit het oog verliezen. Dat is ook de verklaring voor de toename van alle psychiatrische diagnoses.

“Alle leed wordt toegeschreven aan het individu, bij wie de oplossing dan ook gezocht moet worden.”

Bijna een Belg op de acht neemt anti­depressiva, een recordaantal kinderen krijgt rilatine. Blijven pillen nog steeds de snelste oplossing, of ziet u verbetering sinds uw boeken?”

“Pillen zijn geen makkelijke oplossing, want het gebruik is moeilijk en mensen kiezen er ook niet makkelijk voor. Maar soms word ik er wel moedeloos van als mensen me zeggen dat De depressie-epidemie nog steeds erg relevant is. Dat zou het niet moeten zijn.

“Al hoor je ook meer kritiek op de epidemie aan andere stoornissen. Een jongere Nederlandse psychiater schreef onlangs dat we, door alleen te spreken in termen van diagnoses en hersenen, vergeten om het systeem waarbinnen we leven kritisch te bekijken.

“Hij vond zelfs dat zijn vakgebied excuses moet aanbieden voor de verspreiding van al dat hersen­denken.”

U ervaarde van nabij wat depressie is. Hebt u zelf ook kinderen?

“Nee, ik ben wel drie keer drie maanden zwanger geweest. Met een grapje zeg ik soms dat het toch negen maanden was.

“Na een laatste mislukte poging zei mijn gynaecoloog: ‘U bent toch een proefschrift aan het schrijven? Doe dat dan.’

“Dat klonk bot, maar er zijn inderdaad andere manieren dan het moederschap om het leven zin te geven.”

Zoals een belangrijk boek over zwangerschap schrijven.

(lacht) “Ja, ik heb meer tijd om na te denken en te schrijven, hè. Geen kinderen en kleinkinderen om voor te zorgen, wat ik overigens ook geweldig zou hebben gevonden.”


Trudy Dehue: “De kerk wou helemaal geen ongeborenen voor het leven redden, maar zieltjes voor de hemel.” © Merlijn Doomernik

Lees ook

Lees andere gesprekken in deze reeks

Zieners


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven