Het verwondert Tom Naegels niet dat werkgevers opnieuw pleiten voor arbeidsmigratie, ook al toont de geschiedenis hoe complex zoiets is. ‘Even oplijsten wie we nodig hebben en ze dan gaan halen: het klinkt rationeel, maar dan blijken die mensen hun eigen keuzes te maken.’
Jan-Frederik Abbeloos – De Standaard
Alles komt terug, klinkt het soms, maar bij het nieuws dat werkgeversorganisatie Voka arbeidskrachten in Mexico en India wil halen om West-Vlaamse jobs in te vullen, moest Tom Naegels zich toch even in de ogen wrijven.
Bijna tachtig jaar na de overeenkomst tussen België en Italië voor de komst van 50.000 Italiaanse werknemers voor de mijnen, gaat het nu om 50.000 ‘gastarbeiders’ van buiten Europa die tegen 2030 allerlei knelpunten zouden moeten wegwerken.
In zijn bejubelde werk Nieuw België reconstrueerde Naegels hoe België na de Tweede Wereldoorlog voor het eerst structureel op zoek ging naar buitenlandse arbeidskrachten, het begin van een veelbesproken en gecontesteerde transformatie richting de diverse samenleving van vandaag.
Wat dacht u, toen u het nieuws las?
‘Dat het ironisch is.
´Al decennia gaat er in heel Europa, niet alleen België of Vlaanderen, flink veel politieke energie naar het verdacht maken van migratie. Maar datzelfde continent zet nu al enkele jaren keihard in op de “war on talent”.
´Lees: het is op zoek naar arbeidsmigranten. Eigenlijk om dezelfde reden als in de jaren 60 en 70, namelijk krapte op de arbeidsmarkt, tegen de achtergrond van een dalend geboortecijfer.’
‘Dat is trouwens zeker geen nieuwe vaststelling. Sinds de zogenaamde migratiestop van begin jaren 70 zijn er al verschillende takken van de economie geweest waar de werkgevers niet genoeg arbeidskrachten in eigen land of zelfs binnen de Europese Unie vinden en aandringen bij de overheid om dan buiten Europa te mogen gaan rekruteren. Dat is nooit opgehouden.’
Maar vandaag blijft het een relatief beperkt fenomeen.
‘Goh, een recent rapport van het Federaal Migratiecentrum toont dat het aantal arbeidsvisa in de lift zit. Vorig jaar werden er zo’n 8.000 uitgereikt, toen al vooral aan Indiërs, trouwens.’
Er wordt nu al gewaarschuwd om niet dezelfde fouten te maken als vorige eeuw. Wat waren die dan?
‘Het voornaamste probleem is dat beleidsmakers en werkgevers vaak erg mechanisch kijken naar migratie.
´We gaan oplijsten voor welke jobs we welke profielen nodig hebben en dan gaan we ergens in de wereld de geknipte mensen naar hier halen, die dan precies díé jobs doen en geen andere.
´Dat klinkt heel rationeel en logisch, maar in de praktijk werkt het niet zo.
´Het onderschat dat je te maken hebt met mensen met eigen dromen, die hun eigen keuzes maken, die na een tijdje misschien toch iets anders willen doen, die bepaalde verwachtingen hebben over hoe ze hier gaan leven, enzovoort.
´De Italiaanse arbeidsmigratie leek begin jaren 50 goed te lopen. Je kon alleen maar naar België komen voor een heel specifieke job en elke twee jaar moest die toelating vernieuwd worden. Zodra een Belg die job wilde doen, moest je weg.
´Dat werkte even, maar eens de vraag naar Italiaanse krachten groter werd en België er afhankelijker van werd, moesten er toegevingen gedaan worden.’
Zoals?
‘De periode waarna je vrij kon solliciteren werd bijvoorbeeld ingekort. Aanvankelijk kon je pas na tien jaar in België te hebben gewerkt een andere job zoeken, daarna werden dat er vijf, daarna drie.
´Onlangs las ik een pleidooi van een Europese denktank om de termijn in de Europese Unie te verminderen van … vijf naar drie jaar.
´We botsen dus op dezelfde paradox. Je wil arbeidsmigranten hierheen halen om een heel specifiek soort job te doen, dus wil je hen beperkingen opleggen. Maar als je daar te strikt in bent, dan ben je geen aantrekkelijke bestemming meer en dan komen er niet genoeg.
´Vervolgens blijkt toch dat een deel van die migranten hier wil blijven, dat er nood is aan goede huisvesting, aan onderwijs voor hun kinderen. Daar heeft ons land zich lang geweldig op miskeken.’
Op welke manier?
‘Er waren systematisch te weinig goede woningen. Voor de eerste Italiaanse migranten, maar zeker ook voor Marokkanen en Turken.
´Vervolgens had het onderwijs tot het einde van de jaren 70 geen enkel idee hoe om te gaan met een anderstalig kind in de klas. Het duurde tot in de jaren 80 voor daar enigszins verandering in kwam met projecten voor meertalig onderwijs. En eigenlijk was het wachten tot de jaren 90 voor daar systematisch in werd geïnvesteerd.
´We hebben een volledige generatie Marokkaanse en Turkse kinderen aan hun lot overgelaten.
´Dat verklaart volgens mij voor een groot stuk de structurele achterstand die we tot vandaag zien binnen die gemeenschappen.’
En vandaag schiet het onderwijs nog steeds tekort als sociale-promotiemachine.
‘Zeker, al is er nu wel veel meer kennis en praktijkervaring met anderstaligen in de klas. Maar het onderwijs slaagt er nog steeds niet in om die kinderen even snel als hun autochtone leeftijdsgenoten de sociale ladder op te duwen.
´Ironisch genoeg komt dat ook door personeelstekorten. En laat leerkrachten nu niet zo makkelijk via arbeidsmigratie te vinden zijn, in tegenstelling tot bouwvakkers, verplegers of zelfs dokters.’
De politiek aarzelt duidelijk om voluit de kaart van de arbeidsmigratie te trekken. Zolang de asielstroom niet onder controle is, vreest men dat er geen draagvlak meer voor is.
‘Ik snap die redenering wel. Maar de gedachte dat er plots wél een draagvlak is voor nieuwe legale migratie als het asielcijfer tot pakweg enkele honderden per jaar wordt teruggedrongen, is naïef.
´De maatschappij gaat verder blijven verkleuren, dat is een demografische realiteit.
´Bijna een derde van de Belgen heeft een migratieachtergrond, in steden is dat soms al meer dan de helft.
´En het staat niet op mensen hun voorhoofd geschreven of ze legaal naar België zijn gekomen en of dat is als asielzoeker, arbeidsmigrant, in het kader van gezinshereniging, noem maar op.
´Voor kiezers die zich vervreemd voelen van die diverse samenleving, verandert er dus niet zoveel als er morgen geen enkel bootje nog de Middellandse Zee oversteekt.’
Een bijkomende bron van frustratie is het beeld dat er Mexicanen nodig zouden zijn omdat men Franstaligen van enkele kilometers verderop onvoldoende kan activeren.
‘Ook die frustratie is niet nieuw.
´Toen de werkloosheid in de jaren 70 begon te stijgen, dachten beleidsmakers ook al snel dat de gastarbeiders terug konden en vervangen konden worden door werkzoekenden bij ons.
´Maar dat is opnieuw zo’n mechanische redenering die negeerde dat de gastarbeiders in de eerste plaats die jobs deden omdat Belgen ze niet wilden doen.
´Ik weet niet waarom sommige jobs in West-Vlaanderen niet ingevuld raken door Franstaligen, maar het toont net aan hoe moeilijk de arbeidsmarkt te dirigeren valt.’
‘We hebben de Europese Unie gevormd, waardoor werkgevers in principe in 27 lidstaten kunnen rekruteren.
´We hebben al die nieuwkomers, er zijn Belgische werklozen, maar toch is het besluit van werkgeversorganisatie Voka dat de oplossing voor de arbeidskrapte misschien wel in Mexico of Indië ligt. Dat is, euh, opvallend.’
Mexico en India hebben een overschot aan goed geschoolde mensen, met arbeidsethiek en een goede talenkennis, klinkt het bij Voka. Lees: die mensen willen wél nog werken.
‘Ook dat klinkt heel bekend.
´Om de een of andere reden beeldt men zich telkens in dat sommige nationaliteiten harder werken dan andere.
´In de jaren 60 wilde België Marokkanen en geen Algerijnen, omdat die eersten veel gehoorzamer en serieuzer zouden zijn.
´Eind jaren 70, begin jaren 80 wilden de Vlaamse scheepsherstellers Joegoslavische arbeidsmigranten naar Vlaanderen halen. Dat gebeurde toen al met het argument dat die Joegoslaven, in tegenstelling tot de werklozen hier, wél de juiste skills en ingesteldheid hadden.
´Maar telkens kun je dat ook lezen als de erkenning dat het blijkbaar al niet zo evident is om mensen hier naar bepaalde jobs te leiden.’
Los van het probleem om vacatures en werkzoekenden te matchen, speelt ook de vergrijzing. Arbeidsmigratie lijkt onvermijdelijk willen we de economie laten draaien en de vergrijzingskosten onder controle houden.
‘Ja, op voorwaarde dat die migranten werken en blijven werken natuurlijk, anders helpt het niet.
´En op voorwaarde dat die nieuwkomers genoeg kinderen blijven maken, want als zij onze gewoonte overnemen om kleine gezinnen te maken, dan moet je een generatie later het hele proces herhalen.’
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Migratie in en vind meer berichten.
Bron: De Standaard