Toos Smet – 15 jaar geleden stierf Yasmine – Geen domme dingen doen, zei ik en ik stapte uit – Ze bleef me aankijken

Toos Smet en Yasmine / Hilde Rens. © Frank Bahnmuller / Pol De Wilde

Op 25 juni doet Vlaanderen het al vijftien jaar zonder de speelse glimlach van zangeres en tv-gezicht Yasmine, née Hilde Rens. Haar hartsvriendin Toos Smet (64) kijkt terug. Op wie ze was en hoe ze – 37 pas – koos voor haar eigen einde.

Benjamin Praet – Het Nieuwsblad


“Vanbinnen was Hilde donker. Verscheurd, zelfs.”

Toos Smet


“Op 23 juni, twee dagen voor haar dood, hadden we afgesproken in Antwerpen. Het was een broeierige dag, meer dan 30 graden, maar Hilde liep rond in een dikke, knalgele trui. Wol, met een hoge kraag. Ze klampte zich de hele tijd aan me vast – iedereen die passeerde, keek op. Aan het einde van de middag zette ze me af aan het station.

‘Geen domme dingen doen’, zei ik, en ik stapte uit. Zij bleef met haar wagen staan. Midden op straat, met toeterende chauffeurs achter zich. Maar dat drong niet tot haar door.

‘Ze bleef staan en me aankijken. Ook toen ik het station binnenging en me nog eens omdraaide. Ik weet nog dat ik rilde.

‘Die zie ik niet meer terug’, dacht ik ineens.”

Yasmine en Toos, omstreeks 2000.
Yasmine en Toos, omstreeks 2000. — © IF

“Ze nam afscheid, wist ik later. Toen en daar.

‘De dag erop, op woensdagavond, had ik een feestje met vrienden. Het hoofd leegmaken, ik had dat nodig. Ik logeerde op dat moment bij mijn moeder en kwam rond 1 uur thuis. Ik had wat gedronken, ik was moe. Ik zag ook twintig gemiste oproepen. Allemaal van Hilde. Met telkens hoogstens vijf minuten tussen.

‘Ik bel haar morgen wel terug. Nu even niet.’ Had ik kunnen denken dat het dringend was? Ja, misschien. Maar we hoorden elkaar in die periode elke dag.”

“Ook op donderdag was het prachtig weer. Ik had Hilde al proberen te bellen, maar stootte meteen op haar voicemail. Mijn mama en ik gingen naar de markt en daar begonnen de telefoontjes binnen te lopen.

“Eerst van haar boekhouder. ‘Ik kan haar niet bereiken.’ Dan haar manager. ‘Is Hilde bij jou? Ze moest al op de VRT zijn.’

“Een kwartier later hoorde ik hem opnieuw: ‘Ze is verdwenen.’

“Heeft ze haar gsm mee, wou ik weten. En haar sigaretten?

“‘Neen, niks.’ Ik wist dat het voorbij was. Ik ben versuft op een bankje gaan zitten. Wachtend op wat zou komen. Tot Marianne Dupon, die lang haar partner was, belde: ‘Toos, ik hoorde net de politie. Ik moet iemand gaan identificeren.’”

Toos Smet was jaren haar hartsvriendin. De vriendin van Hilde. Niet zozeer van Yasmine.

Hilde had charisma en talent. Ze was mooi. Maar ze kon ook heel erg ‘Yasmine’ zijn. Dat was de vedette: harder, cru. Geen doetje.

“Dat was geen rol die ze speelde, ze wérd dan die andere vrouw. Als een Dr. Jekyll en Mr. Hyde.

“Ze verkocht show en gedroeg zich bijtijds egoïstisch en arrogant. Maar ik denk dat dat normaal is: als je in de schijnwerpers staat, is dat een vorm van zelfbescherming.”

Yasmine en Toos, omstreeks 1999.
Yasmine en Toos, omstreeks 1999. © IF

Voor Hilde voelt Toos niets dan liefde. Bij een gemberbier op een troosteloze junidag in het diepe Waasland vertelt ze met warmte over hun gedeelde verleden.

Ze leerden elkaar kennen op het werk, in de jaren 90 bij Radio Contact. Ze begonnen te babbelen en gingen diezelfde avond samen naar huis. Verder babbelen, urenlang.

“We konden doordrammen samen, en filosoferen. Maar het was altijd wat zwaarmoedig.

Hilde was donker. Ze kon in die donkerte sarcastisch zijn, maar ook echt down. En onzeker. Verscheurd, dat is het juiste woord. We waren daarin elkaars spiegel.

“We stimuleerden elkaar in onze talenten, maar konden elkaar net zo goed de dieperik intrekken.”

“Ik had kort daarna een nieuw appartementje en vroeg haar om hulp. Dat vond ze enorm charmant, dat ik haar belde om met meubels te sleuren en Ikea-kasten in elkaar te steken.

“Wat voor Hilde belangrijk was: ik ben nooit een fan geweest. Integendeel. Ze wist dat van in het begin.

“‘Daarom ben jij echt te vertrouwen’, zei ze.”

“Vooral de laatste weken kon ze geen seconde met zichzelf alleen zijn. Dat moest opgevuld worden. Met mensen, met stemmen. Liefst dag en nacht, dicht bij haar.

“Ze sleepte mij ook altijd overal mee naartoe. Naar tv-opnames, naar optredens, naar actes de présence. Dan voelde ze zich op de een of andere manier zelfzekerder.

“Maar aan het einde werd haar schaduwzijde duidelijker: ik was in die periode met haar bij een opname van De rode loper waar ze vreselijk arrogant deed. Tegen de vrouw van de make-up, tegen de mensen van de productie. Ik heb haar daar meteen op gewezen.”

In 2004 verhuisde Toos naar Brazilië. Daar zou ze vijftien jaar wonen en een B&B uitbaten, al kwam ze nog geregeld terug naar België.

“De laatste weken van haar leven is duidelijk geworden dat ze kwaad was toen ik vertrok. Achteraf ben ik beginnen te denken: wat was ik eigenlijk voor Hilde?

“Zag ze mij anders dan ik haar? Maar ik kan me dat moeilijk voorstellen, want ze was zo verliefd op Marianne.”

Toos Smet.
Toos Smet. © Frank Bahnmuller.

Ook begin juni 2009 was Toos in het land.

“Ik zat zelf in een moeilijke periode en wou even ontsnappen aan Brazilië. Ik had rust nodig. Ik verbleef dan altijd bij Hilde, ze had zelfs een plek voor mij ingericht. Maar toen ze me kwam oppikken, zag ik een geest. Iemand die compleet het noorden kwijt was.

“Wat mij vooral opviel: haar ogen. Die vergeet ik nooit. Die keken enkel nog naar binnen. Glazig, maar dan erger. Ze omhelsde me en liet niet meer los. Ze vroeg me ook om zelf terug te rijden, want dat ging niet meer.”

“Ik wist dat het niet goed ging met haar, maar niet dat het zo erg was. Ik had gehoord dat zij en Marianne uit elkaar waren, maar níét uit haar mond.

“‘Hoe kan dat nu’, vond ik. Maar ze durfde dat niet te zeggen. Dat ze wéér eens gefaald had in een relatie. Alsof ik dat zou veroordelen, ik ben van hetzelfde slag. (lachje)

“Een andere kennis stuurde kort voordien ook een berichtje: ‘Als je naar België komt, moet je Hilde onder haar voeten geven. Die is veel te mager.’ En inderdaad.” (houdt haar twee vingers dicht bij elkaar open)

“Ik begon met haar te praten, maar dat was moeilijk. Ze zei veel, en tegelijk niks. Ze werd ook makkelijk agressief.

“Ik denk dat ik bij momenten tot haar kon doordringen, maar meteen daarna herviel ze.

“Op een nacht vroeg ze me om bij haar in bed te slapen, omdat ze zo angstig was. Ik heb dat gedaan, maar dat was verschrikkelijk. Ze tierde en was heel onrustig. Tot ik zelf bang werd.

“De volgende dag bracht ik haar naar haar huisdokter, die haar al lang kende. Die stelde een opname voor, maar dat weigerde ze.

“Ik zat toen zelf in de knoop en kon dat niet aan. Ik ben daar dan weggegaan.

“Weet je, dat is iets waar ik soms mee zit: we bleven wel afspreken, maar ik was er niet permanent voor haar.”

“Ze was te ver heen. Ze zag niet meer dat het nog kon veranderen”, zegt Toos.

Op haar Facebook-profiel passeert een herinnering. Een foto aan de Schelde, met de ondergaande zon. Genomen op 11 juni 2009, de laatste keer dat ze samen uit eten gingen.

Twee weken later hoorde Vlaanderen dat Yasmine was overleden: ze benam zich van het leven op een terrein niet ver van de plek waar ze woonde, een wijkagent vond haar lichaam.

Haar erfenis was niet min: ijzersterke songs die vaak lichtvoetig klonken, maar nog vaker die zwaarte in zich droegen. En ze was een wondermooi reliëf op het televisiescherm.

Yasmine/Hilde Rens.
Yasmine / Hilde Rens. — © Belgaimage

“Ik was kwaad na haar dood. Ik heb bijna alle foto’s die ik had meteen kapot gescheurd, in een opwelling.

“Die woede heeft lang overheerst, jaren zelfs. Ik was meer kwaad dan verdrietig. In het begin heb ik me ook schuldig gevoeld. Nadien heb ik beseft dat dat zinloos is.

“Had ik haar kunnen redden? Vermoedelijk niet. Maar, opnieuw: ik had er wel meer voor haar kunnen zijn. Daar heb ik een beetje gefaald. Op een moment dat ze me hard nodig had.”

“Het heeft weinig zin om een oorzaak bijeen te puzzelen. Zoals bij iedereen was het ook bij haar een samenloop.

“Ze kreeg van de VRT signalen dat ze te oud begon te worden, haar boekhouder zei dat het financieel niet zo goed ging. En ze verloor een proces dat de bedenker van het Leonard Cohen-project waarmee ze langs theaters trok, tegen haar had aangespannen.

“Ze zag geen toekomst meer.

“Als ik haar íéts aanwrijf, dan is het dat ze niet voor zich heeft laten zorgen. Dat ze zo koppig is geweest. Er is haar zoveel aangereikt, maar ze heeft het niet willen aannemen. Ze bleef naar de buitenwereld toe haar masker dragen.”

Een vriendin die zo dicht bij haar staat, heeft Toos, die vandaag stemmenwerk doet en stemcoach is, nooit meer gehad.

“Ik zat onlangs in de wagen en Radio 2 speelde een liedje van haar. Ik ben beginnen te huilen.

“Haar stem horen raakt me te hard. Maar ik denk nog elke dag aan haar en ik spreek tegen haar.

“Soms is ze er ook bij, dat voel ik. En nu zijn de rollen omgekeerd en sleep ik haar overal mee naartoe.” (lacht)


Wie met vragen zit over zelfdoding, kan telefonisch terecht bij Tele-Onthaal op het gratis nummer 106 of bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813.


Toos Smet en Yasmine / Hilde Rens. © Frank Bahnmuller / Pol De Wilde
Toos Smet en Yasmine / Hilde Rens. © Frank Bahnmuller / Pol De Wilde


Bron: Het Nieuwsblad

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven