Apache – Biënnale van Venetië toont de kracht van woke

Bienale Venetie

Sinds Italië geleid wordt door een neofascistische premier, Giorgia Meloni, davert de cultuurwereld er op zijn grondvesten. In musea, theaters en orkesten worden trouwe partijsoldaten benoemd, ook zo bij de Biënnale van Venetië. Dit jaar kon curator Adriano Pedrosa nog ongestoord de meest woke editie aller tijden maken. Zal de voorzitter die door Meloni werd benoemd, Pietrangelo Buttafuoco, de marsrichting veranderen? Verrassingen zijn niet uitgesloten.

Karl van den Broeck – Apache

27 juli 2024


De Italiaanse cultuursector is “een slagveld”. Het zijn woorden van Romeo Castellucci, een van ’s werelds meest vooraanstaande theatermakers in Le Monde Diplomatique.

Hij werd door Meloni “een van die zogenaamde artiesten” genoemd “die de symbolen van het christendom beledigen”.

Castelluci verwijst naar de manier waarop de Italiaanse regering in het hele land cultuurhuizen overneemt om ze in te schakelen in de cultuurstrijd van Fratelli d’Italia, de partij van Meloni die ontstond uit de neofascistische MSI (ooit nog opgericht door een minister van dictator Benito Mussolini).

Ook de manier waarop succesauteur Antonio Scurati, die een monumentale trilogie over Mussolini schreef, (preventief) werd gecensureerd op de RAI, zorgde voor heel wat deining. Om van de juridische vervolging van journalist Roberto Saviano maar te zwijgen.

Het lijstje is lang: buitenlandse curatoren, theater-, opera- of muziekdirecteurs worden vervangen door Italiaanse.

  • Stephane Lissner in Teatro di San Carlo in Napels

  • James Bradburne in de Pinacoteca di Brera in Milaan

  • Sylvain Bellenger in het Museo Capodimonte in Napels

  • De extreemrechtse Luca De Fusco werd benoemd aan het hoofd van een stichting die verschillende theaters in Rome runt.

Ondertussen ‘bestelt’ Meloni opvallende tentoonstellingen die volledig in haar kraam passen. Ze opende in het voorjaar een grote expo over J.R.R. Tolkien, haar lievelingsauteur.

In de begeleidende teksten wordt “de schoonheid van Lord of the Rings, geworteld in het christelijke geloof” geprezen.

De nieuwe cultuurminister, Gennaro Sangiuliano – een van Meloni’s trouwste soldaten – noemde in januari Dante Alighieri “de stichter van het rechtse denken in Italië”.

Destijds lazen de fascisten in de eerste canto van Dante’s Inferno ook al de voorspelling van de komst van Mussolini.

Champions League

Toen in november vorig jaar de oud-jongerenvoorzitter van de MSI, Pietrangelo Buttafuoco, werd benoemd tot voorzitter van de Biënnale van Venetië, gingen alle alarmen af in de internationale kunstwereld.

Pietrangelo Buttafuoco
Voorzitter van de Biënnale Pietrangelo Buttafuoco. (© Andrea Avezzù)

De Biënnales van Venetië zijn voor de kunsten wat de Champions League voor het voetbal is. Vooral de kunstbiënnale wordt gezien als het summum. Maar er zijn ook biënnales voor architectuur, theater, muziek en film die geen enkele kunstenaar of kunstliefhebber mag missen als hij mee wil zijn.

Dat de partij van Meloni niet hoog oploopt met wat er in Venetië te zien is, is een understatement.

De hedendaagse kunst zou te woke zijn, zich te gretig laven aan subsidies en de eigen (Europese/Italiaanse) identiteit te weinig celebreren.

De hedendaagse kunst wordt al lang een gebrek aan respect voor traditie en vakmanschap en een beate bewondering voor hermetisme verweten.

Kunst is voor Meloni en haar geestgenoten “een linkse hobby” van nestbevuilers. Daar zou Buttafuoco iets aan veranderen, zo hoopte haar partij.

Buttafuoco bevestigt een nieuwe marsrichting die de regering-Meloni elk cultureel en sociaal centrum van de natie van wil doordringen”, zei een parlementslid van Fratelli d’Italia.

Vriend van Meloni?

Dit jaar, de editie 2024 van Biennale Art (nog tot 24 november), zou wel eens de laatste in zijn – normale – soort kunnen zijn, zo wordt gevreesd.

De curator, Adriano Pedrosa, was nog aangesteld door de vorige voorzitter, Roberto Ciccuto, een doorgewinterde filmproducer (van onder andere Miracle at St. Anna van Spike Lee en Hotel Rwanda van Terry George).

Als Buttafuoco de door Meloni gewenste marsrichting moet opleggen, dan kan die pas in 2026 duidelijk worden. Het blijft nu dus (bang?) afwachten welke curator zal benoemd worden.

Adriano Pedrosa
Curator van de Biënnale Adriano Pedrosa. (© Andrea Avezzù)

Afgaande op de benoemingen die hij al deed, lijkt Buttafuoco niet in de pas te lopen.

Hij verlengde het contract van Alberto Barbara voor de filmbiënnale.

Voor de theaterbiënnale koos hij niet voor acteur Luca Barbareschi (die nog in het parlement zetelde voor de extreemrechtse partij van Gianfranco Fini) of voor Pino Insegno (een beroemde dubber van onder andere The Simpsons voor de Italiaanse filmindustrie en goede vriend van Meloni).

Hij benoemde wel Willem Dafoe, duidelijk een Amerikaanse artiest met een progressief profiel. 

Voor de architectuurbiënnale benoemde hij wel een Italiaan: Carlo Ratti, een specialist inzake smart cities.

Of de opvolger van Pedrosa dan ook partijgetrouw zal zijn, lijkt erg twijfelachtig.

Een ding is zeker. Adriano Pedrosa heeft de meest woke editie van Biennale Arte ooit gemaakt.

Ze heeft als titel: Stranieri Ovunque (‘Vreemdelingen Overal’) en bespeelt thema’s als dekolonisering, migratie, queer art(ists), outsider art en inheemse kunst.

Bij de aanstelling van Pietrangelo Buttafuoco als voorzitter gingen alle alarmen af in de internationale kunstwereld

In een vergeten lade

Wie, zoals Apache, aanwezig was op de persconferentie op de vooropening van de Biennale Arte 2024 op 16 april, kon al vaststellen dat Buttafuoco geen problemen heeft met de keuzes die Pedrosa gemaakt heeft.

Hij hield een erudiete, idiosyncratische toespraak waarin hij de oorlogen in Oekraïne en Gaza als canvas gebruikte om zijn ideeën breed op uit te smeren.

Dit is niet alleen de Kunstbiënnale”, zei hij.

“In tijden van oorlog is het noodzakelijk en dringend dat de wijzen, de kunstenaars, de aristocratie van het denken de catastrofe onder ogen zien: door elkaar te ontmoeten, met elkaar te praten, elkaar de maat te nemen.

“En ik zeg u dat deze Biënnale een instrument van vrede is, het is de agone om de toenadering te meten tussen volkeren, culturen en religies.

“De Biënnale moet het kruispunt worden waar de stralen van hetzelfde licht samenkomen.” 

Hij verwees naar Mitterand en Kohl die eer betuigden aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, naar Immanuel Kant die De eeuwige vrede schreef, naar het communistische parlementslid Pio La Torre, een van de eerste politici die ten strijde trok tegen de maffia en vermoord werd.

Hij zei ook dat de Biënnale van Pedrosa ons dwingt om ons te ontdoen van de internationale dimensie:

“Het internationale is als een soort onderlegger vergeten in de lade van een afgedankt en door motten aangevreten meubelstuk. Er is geen andere horizon dan het universele.”

Voor een Biënnale die zich voor de helft in nationale paviljoenen in de tuinen van Venetië afspeelt, is dat een krasse uitspraak.

Het is een heel ander geluid dan de ondergang van het Avondland waarover Meloni en haar geestgenoten voortdurend lamenteren en dat maar een millimeter verwijderd is van het ‘omvolkingsdiscours’ dat extreemrechts in heel het Westen ingang wil doen vinden.

De Biënnale van Venetië is voor de kunsten wat de Champions League voor het voetbal is

De christelijke ijsverkoper

Buttafuoco besloot zijn speech met een heerlijke anekdote over een christelijke ijsjesverkoper in Beiroet. Hij was geliefd bij iedereen, en maakte heerlijke ijsjes. Tot het gerucht werd verspreid dat zijn ijsjes een epidemie veroorzaakten.

De spanning steeg en de haat tegen de ‘buitenlander’ nam toe. Imam Musa al-Sadr riep daarop in zijn vrijdagpreek de gelovigen op om allemaal een ijsje te gaan eten bij de ‘vreemde ijsverkoper’.

“Met zijn gebaar bevestigde hij dat de vreemdeling een huis kan vinden in de gemeenschap van allen.”

Wie zich een beetje verdiept had in de biografie van Buttafuoco had kunnen voorspellen dat hij niet in de – uiterst rechtse – pas zou lopen waar Meloni en de haren van dromen.

Hij mag dan al jongerenvoorzitter geweest zijn bij de MSI, hij heeft zich ook… bekeerd tot de islam. Dat deed hij na een grondige studie van zijn geboortestreek, Sicilië.

Die bracht hem tot de conclusie dat de identiteit van het eiland islamitisch is.

“Elke markt is een kashba”, zei hij en hij liet zich prompt Zafer al-Siquilli noemen.

Deze bekering kostte hem in 2015 het gouverneurschap van Sicilië. Meloni stak persoonlijk een stokje voor zijn benoeming:

“Het is alsof een christen gekozen zou worden in Istanbul”.

Buttafuoco schreef vroeger voor de partijkrant van de MSI, maar publiceert tegenwoordig in de links-liberale krant La Repubblica.

In zijn geschriften toont hij zich een tegenstander van het recht om wapens te dragen en verwijt hij de rechtse partijen dat ze demagogisch zijn over het migratieprobleem.

Vreemdelingen overal

De rode draad door de tentoonstellingen die Pedrosa heeft uitgewerkt, begint dus bij de titel: Stranieri Ovunque.

Die slagzin ontleende hij aan Claire Fontaine, de persona die gecreëerd is door kunstenaars Fulvia Carnevale en James Thornhill die in Palermo werken.

De naam is geïnspireerd door de urinoir (Fontaine) van Marcel Duchamp (eigenlijk van Elsa von Freytag-Loringhoven maar dat is voer voor een ander artikel).

Net als Duchamp maakt Fontaine readymades, in dit geval neonbuizen gebogen in de vorm van de letters van Stranieri Ovunque.

Toen ze dit kunstwerk in het Italiaans, het Engels en het Arabisch toonde in de VS, vlak na de aanslagen op de Twin Towers, werd het verwijderd.

Zelf ontleende Fontaine de titel aan een antiracistisch collectief in Italië.

Aan de iconische Gaggiandre-scheepswerf in het Arsenale in Venetië is de kreet nu al in 53 talen te zien; zowel westerse als niet-westerse, inheemse en uitgestorven talen incluis.

De dubbele bodem ligt voor de hand: overal waar we komen, komen we vreemdelingen tegen. Maar ook: overal waar we komen, zijn we vreemdelingen.

Het doet denken aan Jean-Paul Sartre die in zijn existentialistische filosofie de mens zag als een fundamenteel eenzaam wezen, een dakloze die niet in staat is met anderen een relatie te hebben omdat die ander een permanente bedreiging vormt voor zijn vrijheid.

En dan zijn we terug bij de readymades van Duchamp en Fontaine. Ook vreemdelingen zijn als readymades. Ze zijn in (of uit) hun wereld geworpen, uit hun context gerukt op zoek naar nieuwe betekenis.

Folklore?

De Braziliaan Pedrosa is de eerste curator uit Zuid-Amerika en de eerste die openlijk uitkomt voor zijn queerness.

De meeste kunstenaars die hij uitkoos, werden nog nooit in Venetië uitgenodigd. Hij focust op kunstenaars die ‘vreemdelingen’ zijn: immigranten, expats, mensen in de diaspora, emigranten, bannelingen of vluchtelingen.

De meeste kunstenaars die curator Adriano Pedrosa uitkoos, werden nog nooit in Venetië uitgenodigd

Maar Pedrosa wijst er ook fijntjes op dat de eerste betekenis van queer in de Oxford English Dictionary strange is, “vreemd”.

Hij rekt dat begrip helemaal op en kiest, naast veel kunst van queer artists, voor outsiderkunst, volkskunst, amateurkunst en inheemse kunst. Zolang het maar geen internationaal gevestigde kunst is.

Die kunstenaars gaan in dialoog met de dominante westerse modernistische traditie.

Soms maken ze zich die eigen (Pedrosa spreekt van ‘kannibalistische’ kunstenaars), soms voegen ze er iets aan toe en soms negeren ze die. 

Er is veel kunst op textiel te zien in Venetië. Ook kunst die volgens traditionele ambachtelijke methodes wordt gemaakt; van vader op zoon, van moeder op dochter.

In die traditionele vormen, vertellen de kunstenaars een bijzonder woke hedendaags verhaal. 

Politiek en woke

Tijdens de persconferentie op de vooropening van de Biennale Arte 2024 vroeg een journalist een reactie van Pedrosa op de beslissing van kunstenaar Ruth Patir om het Israëlisch paviljoen niet te openen voor er een staakt-het-vuren zou zijn in Gaza.

Pedrosa antwoordde dat hij niet verantwoordelijk is voor de tentoonstellingen in de 88 paviljoenen in de Giardini.

Wie door de prachtige tuinen wandelt, kan echter niet anders dan vaststellen dat de thematische lijnen die hij gebruikte voor zijn centrale tentoonstelling in het Arsenale naadloos werden doorgetrokken door de meerderheid van de deelnemende landen.

Er hangt duidelijk iets in de lucht.

Zo viel het op hoeveel landen hun paviljoen ter beschikking stelden van de inheemse bevolking van hun land, kozen voor een queer artist of – zoals België – voor een ingenieuze mengeling van conceptuele kunst en folklore. 

Vriend en vijand is het erover eens dat dit de meest woke editie van de Biënnale ooit was. De meningen zijn dan ook verdeeld.

Zo kreeg Pedrosa de kritiek dat hij vooral folklore zou hebben getoond.

Zijn antwoord: “Dat is een neerbuigende term voor kunstenaars die buiten de traditionele esthetiek van de Europese kunst werken”.

Biennale Arte 2024 toont ook meteen de kracht aan van woke (alertheid voor raciale en sociale vooroordelen en discriminatie).

Ook al zit er – zoals steeds – veel kaf tussen het koren, toch slagen veel kunstenaars erin om de toeschouwer nieuwe inzichten en esthetisch genot te verschaffen.

Pedrosa houdt de kunstwereld ook een spiegel voor.

De Biënnale blijft een plek waar het grote geld komt pronken, waar verzamelaars en beleggers op jacht gaan naar koopjes.

Door kunstenaars te selecteren die nobele onbekenden zijn voor de gatekeepers van de (kunst)markt, saboteert hij op subtiele wijze het systeem. 

De meest radicale interventie is evenwel niet te zien op de door hem gecureerde centrale tentoonstelling, maar wel in het Nederlandse paviljoen waar Congolese plantagearbeiders, op uitnodiging van kunstenaar Renzo Martens, hun sculpturen komen tonen. Ze doen veel meer dan dat.

Hun bijdrage tot de Biënnale is zo radicaal dat ze perspectieven opent naar een waarachtige dekolonisering van de kunstwereld.

Maar daarvoor moet u wachten tot de volgende editie van Apache Magazine in september. Dan brengen we een interview met Renzo Martens.

Eén quote?

“België moet van het Belgische paviljoen gewoon Congolees grondgebied maken.”

De Biënnale van Venetië loopt nog tot 24 november.


Apache-hoofdredacteur Karl van den Broeck is journalist sinds zijn 20ste. Eerst 18 jaar bij De Morgen, dan vijf jaar als hoofdredacteur bij Knack en sinds 2011 freelance. Cultuur (en dan vooral literatuur) politiek en geschiedenis zijn zijn passies.


De rode draad door de tentoonstellingen begint bij 'Strangers Everywhere', ontleend aan Claire Fontaine. (© Marco Zorzanello)
De rode draad door de tentoonstellingen begint bij ‘Strangers Everywhere’, ontleend aan Claire Fontaine. (© Marco Zorzanello)

Bron: Apache

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven