Boeiende tijden – Europa? – Alleen als het zonder niet lukt, vindt radicaal-rechts

Viktor Orban bakt hier zoete broodjes met de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, maar denkt er toch het zijne van. © zuma press

Extreemrechtse Europese partijen willen niet langer uit de EU stappen, ze willen die vanbinnenuit veranderen, schrijft Caroline de Gruyter. Het vreemde is: wat ze willen – zo goed als alle macht aan de lidstaten – hebben ze eigenlijk al.

Caroline De Gruyter – De Standaard


Extreemrechtse politici zeggen geregeld dat ze een “Europa van naties” willen. Een Europa waarin niet langer niet-verkozen eurocraten in Brussel het voor het zeggen hebben, maar de lidstaten.

Nu extreemrechtse partijen de Europese Unie niet meer uit willen, en niet meer spreken van exits maar juist de Europese politiek ingaan om Europa van binnenuit te veranderen – een direct gevolg van de rampzalige Brexit, keiharde economische concurrentie vanuit Amerika en China, en Russische agressie die steeds dichterbij komt – is het interessant om eens te kijken wat dat precies is, een “Europa van naties”.

Of zoals de Hongaarse premier Viktor Orban, de trendsetter in dat opzicht, jaren geleden al zei: “Europa zal een Europa van naties zijn, of helemaal geen Europa.”

De kernvraag is in welk opzicht het Europa waarvoor Orban pleit, anders is dan het Europa dat we nu hebben.

Die vraag doet ertoe, omdat extreemrechts bij de Europese verkiezingen waarschijnlijk groter gaat worden.

Het idee dat we bestuurd worden door niet-verkozen bureau­craten van de Europese Commissie in Brussel is een hardnekkige mythe. Het zijn de lidstaten die de macht hebben in Europa.

De Europese Commissie is machtig omdat ze voorstellen kan doen voor meer Europa. Maar of die voorstellen worden aangenomen of niet, bepalen vooral de lidstaten (en op sommige terreinen beslist het Europees Parlement mee).

Als de lidstaten er geen zin in hebben, kan de Commissie op haar kop gaan staan, maar dan komen haar voorstellen er niet door.

Zo deed de Commissie al vóór de bankencrisis voorstellen voor Europees bankentoezicht. Maar de lidstaten wilden vasthouden aan puur nationaal bankentoezicht.

Pas in 2008, toen grote Europese banken met filialen in diverse lidstaten dreigden om te vallen, bleek dat nationale toezichthouders amper informatie deelden en zo de oplossing van de bankencrisis eerder verderaf dan dichterbij brachten.

Toen pas, toen er geen ontkomen meer aan was, werd het oude Commissievoorstel voor Europees bankentoezicht voor grote pan-Europese banken uit een lade gehaald.

Een miljoen Syriërs

Zo gaat het vaak. Lidstaten pakken de zaken alleen Europees aan als het echt niet anders kan.

Ook Europese vaccinaankopen kwamen er alleen omdat het de lidstaten tijdens de pandemie niet lukte om die vaccins zelf te kopen zonder de interne markt kapot te maken.

Idem dito voor een stevig Frontex, het Europese grensagentschap: pas toen er in 2015 een miljoen Syriërs Europa binnenliepen, begrepen nationale leiders waarom sommigen al jaren waarschuwden dat je, als je de binnengrenzen in de Schengenzone uitgomt, samen de buitengrenzen moet bewaken.

Frontex had geen personeel, geen materieel en geen volmacht om bij te springen.

Wijlen Jacques Delors, de vroegere Commissie voorzitter, zei dat Europa pas vooruit komt “als nationale leiders niet meer weten wat ze moeten doen”.

Dat Europa van de naties waar Orban naar zegt te snakken, hebben we altijd gehad. Sterker: we krijgen er steeds meer van.

Vroeger namen lidstaten besluiten en lieten de uitvoering dan over aan de Commissie. Nu nemen ze besluiten en houden bij de uitvoering een hand aan het stuur.

Zo worden ze steeds machtiger in Brussel. Vooral de laatste jaren gaat dat hard.

Tijdens de crises van de afgelopen jaren hebben we meer ‘Europa’ gekregen op terreinen die de lidstaten voorheen nationaal wilden houden:

  • Gezondheid
  • Defensie
  • Veiligheid
  • Energievoorziening

Regeringsleiders stonden aan de afgrond. Ze begrepen dat ze zulke grote problemen nooit alleen het hoofd konden bieden.

Dat Europese landen dankzij de EU eigenlijk machtiger zijn dan ze zónder de EU zouden zijn, zoals Alan Milward al in 1992 schreef in zijn klassieker The European rescue of the nation-state.

Ook Viktor Orban weet dat. Hij gebruikt zijn lidmaatschap als hefboom om Hongarije (en zichzelf) belangrijker te maken dan het zónder lidmaatschap zou zijn.

Hij dwingt heel Europa steeds om naar de pijpen te dansen van een weerbarstig, tankend economietje van 10 miljoen mensen waarnaar anders amper iemand zou omkijken.

Nieuwe Europese goodies

  • Door samen gas aan te kopen

  • Door samen vaccins en wapens voor Oekraïne te regelen

  • Door samen Google, Meta en andere Amerikaanse digitale giganten te dwingen om zich aan Europese regels te houden,

slagen Europese landen erin zich staande te houden in een wereld waarin rauwe macht weer dominant is.

Maar de prijs die we betalen voor al die nieuwe Europese goodies is wel dat het grotendeels intergouvernementeel gebeurt.

Dat wil zeggen: de lidstaten eisen ook bij de uitvoering een rol voor zichzelf op.

  • Contracten voor vaccins moeten voor goedkeuring eerst langs alle 27 hoofdsteden.

  • Migratiedeals met Tunesië of Egypte worden opgetuigd door Commissie voorzitter Ursula von der Leyen met drie, vier regerings­leiders.

Ook bij NextGenEU, het fonds dat lidstaten moet helpen bij de economische wederopbouw na de pandemie, zie je zo’n hybride bestuursvorm: niet alleen Commissiefunctio­narissen beoordelen projecten die lidstaten indienen, vertegenwoordigers van lidstaten schuiven mee aan.

Het gaat hier om zulke gevoelige zaken, redeneert men in de hoofdsteden, dat moet deels in nationale handen blijven.

Dat is de prijs die we betalen voor ‘meer Europa’. Maar intussen staat het Europees Parlement bij al die onderwerpen buitenspel.

Op al die terreinen heeft elke lidstaat op elk moment een veto.

Zo wordt de Europese Unie tegelijkertijd sterker, omdat zij op meerdere terreinen krachten bundelt en machtiger wordt, én kwetsbaarder, omdat ze daarmee nog meer dan voorheen afhankelijk is van de politieke goodwill in de lidstaten.

Zodra er ergens verkiezingen zijn, houdt Brussel de adem in: wat kan er nu weer van de rails lopen?

Het Europa van de naties bestaat dus al lang. Wat extreemrechts vooral kan doen, is het erger maken.

The European rescue of the nation-state

Caroline de Gruyter is Europa-correspondent, standplaats Brussel.
In ‘Boeiende tijden’ reflecteert ze over de actualiteit van de voorbije weken.


Viktor Orban bakt hier zoete broodjes met de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, maar denkt er toch het zijne van. © zuma press
Viktor Orban bakt hier zoete broodjes met de voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel, maar denkt er toch het zijne van.
© zuma press

Lees ook

Hendrik Vos – Europa is vol – Libanon is nog veel voller beste politici


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven