De foto van je leven – Een close-up uit Gaza, zo vredig dat hij shockerend is

1 november 2023: Aziz’ zoon Hassan. © rr

Hoe dichter je komt, hoe meer we op elkaar lijken. Bieke Depoorter en Ruth Vandewalle beschrijven hoe een close-up van het pasgeboren kind van een Belgisch-Palestijnse vriend er niet anders uitziet als hij gemaakt is in Gaza, dat al sinds 7 oktober door Israël wordt gebombardeerd.

Bieke Depoorter en Ruth Vandewalle

De Standaard


Bieke Depoorter is beeldend kunstenaar en fotograaf bij Magnum Photos.
In november komt haar nieuwe boek uit.

Ruth Vandewalle is arabist, documentairemaker en correspondent
Midden-Oosten vanuit Caïro.


“Ik ben nu in Gaza. Sorry.”

Het is begin november wanneer Aziz dit antwoord stuurt op onze vraag hoe het met zijn familie in Gaza gaat. Het verwart ons dat hij zich excuseert.

“Ik ben naar Gaza geweest om mijn familie te bezoeken en te trouwen. Het is verschrikkelijk. Ik hoop dat deze oorlog, die kinderen en weerloze inwoners doodt, zal eindigen. Als de oorlog voorbij is, keer ik terug naar België.”

Aziz schrijft ons uit Jabalia in het noorden van de Gazastrook. Hij zoekt naar woorden op het internet.

Er volgt een spraakbericht in het Arabisch met excuses voor zijn taalfouten.

Door de stress van de constante bombardementen is hij zijn Nederlands vergeten. Hij stuurt een foto.

Foto 1
1 november 2023

Een pasgeboren baby, ingebakerd in een warme, witte deken

Het is Aziz’ zoon Hassan, geboren op 24 oktober 2023. Dit is de eerste foto van zijn leven.

1 november 2023: Aziz’ zoon Hassan. © rr
1 november 2023: Hassan zoon van Aziz © rr

Wat volgt, is een online conversatie tussen Gaza, Caïro en Gent met foto’s, spraakberichten, invulformulieren, gescande documenten en vooral: lange radiostiltes.

Aziz is wekenlang offline.
We hebben geen idee of hij de Israëlische bommenregen, die 24 uur per dag live in beeld wordt gebracht, overleeft.

Tot hij weer bericht: “Gelukkig nieuwjaar.”

We leren Aziz kennen in 2017 wanneer we met een groep nieuwkomers uit Syrië, Burundi, Afghanistan en Palestina een workshop organiseren in Gent.

Tijdens lange wandelingen door hun nieuwe thuisstad komen gesprekken op gang over het thuisfront, de lange tocht naar België, de geliefden die ze achterlieten en de waarde van de foto’s die ze maken.

Met een smartphone brengen ze verslag uit van hun dagen.

Ze maken selfies in de gym, een stilleven van een avondmaal, een beeld van de zelf getekende Koerdische vlag boven het bed, een zelfportret op de Vrijdagmarkt …

Vergezeld van spraakberichten worden de foto’s verstuurd naar zussen in Rojava en Bujumbara, naar moeders in Damascus, Kaboel en Noord-Gaza die meer gemist worden dan ze zich kunnen voorstellen.

Het verhaal van Aziz is dat van vele anderen.
Ze worden ‘vluchtelingen’ genoemd in de krant, of ‘migranten’.

Sommige politici hebben het zelfs over ‘gelukszoekers’, die volgens hun partijprogramma liefst zo snel mogelijk terug moeten naar het land waar ze vertrokken zijn.

Het zijn landen waar wij als fotograaf en journalist met een Belgisch paspoort zomaar heen kunnen vliegen.

Bieke fotografeert aan de rand van conflictgebieden in Mali, Egypte en Tsjaad.

Ze reist voor ngo’s naar Trinidad, Kenia, Senegal en Ethiopië.

Ruth filmt Syrische kinderen in Jordaniës grootste vluchtelingenkamp Zaatari, brengt in Aleppo verslag uit van Assads raketaanvallen op onschuldige burgers en interviewt jonge mannen die door de Libische kustwacht onderschept worden tijdens een levensgevaarlijke poging om naar Europa te varen.

Tijdens onze reizen worden de vliegtickets geboekt, een verzekering geregeld en trekken we een kogelvrij vest aan als het nodig is.

Wij brengen dezelfde conflicten in beeld die Aziz, Servan, Muaz, Majid, Ali, Malistan en Abdo ontvluchtten.

Onze beelden worden uitgezonden in het tv-journaal, gedrukt in de krant of gebruikt om geld in te zamelen.

Maar het overgrote deel van wat we tijdens onze reizen zien en meemaken, krijgt het publiek niet mee.

En hoe dicht we ook proberen te komen, wij blijven toch buitenstaanders die via ons eigen subjectieve oog een land in beeld brengen.

You have lived through one snapshot, an hour or two, maybe a night. Just a picture. But you haven’t experienced what’s in this photo”, schrijft een Egyptische vrouw als commentaar op een foto van Biekes boek As It May Be, dat we samen maken in Egypte.

Hoeveel foto’s hebben we nodig?
Wie heeft het recht ze te maken?
En willen de mensen met wie we samenwerken ook echt samenwerken of doen ze het omdat ze bang zijn anders geen hulp meer te krijgen van de ngo?

Ook al willen we een brede context schetsen, een nieuwsverslag duurt nauwelijks vijf minuten.

Een opdrachtgever beslist vaak welke foto wordt gepubliceerd nadat de fotograaf de stilstaande beelden aangeleverd heeft, waarvan hij het kader zorgvuldig koos. Daarna maakt ook de kijker via zijn eigen referentiekader een interpretatie van de beelden.

Meer dan eens merken we hoe de berichtgeving over één conflict wordt geëxtrapoleerd naar een hele regio.

Het is “the danger of the single story” waar de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie het 15 jaar geleden al over had in haar fantastische Ted Talk.

Ze waarschuwt ons voor de herhaling van ongelaagde verhalen over mensen en plekken.

Het is die gevaarlijke repetitie die ons achterlaat met stereotiepe denkbeelden waarvan we geloven dat ze de enige waarheid zijn.

Dit zijn enkele van de redenen waarom Bieke ophoudt met haar werk voor ngo’s en beslist om niet in te gaan op de vraag van het fotofestival om de nieuwkomers in Gent te fotograferen.

In plaats daarvan organiseren we met hen een workshop waarin we samen een krant publiceren waarin Aziz, Servan, Muaz, Majid, Ali, Malistan en Abdo hun eigen verhaal in beeld brengen.

Met foto’s, brieven en vertaalde whatsappgesprekken geven ze de lezer een inkijk in hun leven.

Majids zus stuurt een bericht uit Syrië:
“We hebben opnieuw water, gelukkig.
Hoe is het met jou?
Ik mis je echt.
Stuur me een foto, ik wil weten hoe je eruitziet.”

De foto’s die vanuit België naar het thuisfront worden gestuurd, moeten vooral geruststellen. Het zijn gecureerde versies van een nieuw leven, waarin de moeilijke momenten worden gecensureerd.

“Ik lach voor de foto maar eigenlijk ben ik niet blij”, schrijft Muaz onder de foto waarin hij met een koffer poseert voor zijn nieuwe huis aan de rand van Gent.

In onze krant brengt Aziz verslag uit van zijn tocht van Gaza naar Europa met de foto’s die hij onderweg met zijn telefoon nam.

Hij voorziet ze van handgeschreven onderschriften in zijn nieuwe taal.

“Ik was bang” staat onder zijn selfie met een reddingsvest aan. De reeks eindigt met een foto van Aziz in een grijze straat met het Belfort op de achtergrond.

“Ik kwam naar Gent. Ik was blij, want ik ga goed leven. Ik heb nieuwe kleren gekocht.”

Vijf jaar later reist Aziz voor het eerst terug naar Gaza. Dit keer niet als staatloze Palestijn, maar als Belg.

Hij vliegt naar Caïro en reist over land via de grensovergang van Rafah tot in Noord-Gaza voor een innig weerzien met zijn moeder en zijn familie.

Met zijn Belgisch paspoort en het geld dat hij in Gent verdient, gaat Aziz sindsdien elk jaar op bezoek naar zijn thuisland dat al meer dan 17 jaar hermetisch afgesloten is van de buitenwereld en waar om de paar jaar een oorlog uitbreekt.

‘Grasmaaien’, noemt het Israëlische leger de militaire acties in Gaza, waarbij ze op korte tijd zo veel mogelijk huizen en infrastructuur vernielen en er altijd tientallen burgerdoden vallen.

Het was de reden voor Aziz om te vertrekken. Dat en de blokkade die alle economische groei tegenhoudt, een werkloosheid die elk jaar stijgt en een verstikkend politiek bestuur.

Wanneer Aziz ons de eerste foto van zijn zoon stuurt, is hij terug in Gaza. Hij trouwde een jaar eerder met zijn buurvrouw Nagham en reisde terug voor haar bevalling.

De foto van de pasgeboren Hassan is een close-up die op elke andere plek ter wereld kon genomen zijn.

Het beeld is zo vredig dat het bijna shockerend is als je weet waar en wanneer het is gemaakt.

Nagham bevalt in het Kamal Adwan ziekenhuis in het noorden precies twee weken nadat de aanvallen op Gaza beginnen.

Ze is dan al drie keer verplaatst nadat eerst het huis van Aziz’ familie en daarna dat van haar ouders werd vernield door granaten.

Een uur nadat ze Hassan op de wereld zet, moet ze het ziekenhuis weer verlaten.
Alle bedden zijn bezet door zwaargewonde vrouwen, mannen en kinderen, sommige zijn haar eigen buren.

Er rijden geen auto’s meer, benzine is onbetaalbaar geworden en Nagham moet, nog half verdoofd van de bevalling, te voet naar het huis waar ze samen met Aziz heen is gevlucht, terwijl de hemel wordt verlicht door de onophoudelijke bombardementen.

Foto 2
27 januari 2024

Portret van Hassan die lachend in de lens kijkt
Hassan © rr

Na een wekenlange stilte krijgen we opnieuw een foto van Hassan. Zijn lachende gezicht en bolle wangen vullen het volledige kader.

Hoe dichter de oorlog komt, hoe krapper de foto’s van Hassan worden gekadreerd.

Het constante gezoem van de overvliegende drones of het geknal van de inslaande bommen en de huizenblokken die instorten, worden met de camera niet geregistreerd.

Het geweld wordt zorgvuldig uit beeld gehouden. Daardoor wordt de foto ook heel herkenbaar.

Kleine Hassan met zijn ontwapenende, tandeloze lach zou evengoed een baby in een bedje in Caïro kunnen zijn, of een kindje in een wieg in een herenhuis in Gent.

Hoe dichter je komt, hoe meer we op elkaar lijken. Het is iets waar de Spaanse Magnumfotograaf Lúa Ribeira ook toe aanspoort met haar foto’s.

Ze werkt vaak samen met mensen die in de marge leven: jongeren die wachten op een goed moment om de grens over te steken, een religieuze gemeenschap of samenwonende vrouwen met een beperking.

Ook al leven de mensen en gemeenschappen die Ribeira fotografeert vaak buitengesloten of verborgen van de maatschappij, toch is ze in staat – veelal door de context uit de beelden weg te laten – om ze allemaal samen te brengen, en zo ons allemaal samen te brengen.

Ze gebruikt geen zoomlens, maar komt zelf dichtbij met haar camera, waardoor wij dat als kijker ook kunnen doen.

Wat er buiten het krappe kader van Hassans foto’s gebeurt, zien we door de lens van Palestijnse journalisten die hun beelden doorsturen naar de internationale persbureaus of via Instagram en X delen met de wereld.

Sinds de oorlog begon, houdt Israël Gaza dicht voor alle buitenlandse pers.

Op een paar zorgvuldig gekozen westerse journalisten na – die embedded met het Israëlische leger en onder strikte voorwaarden een paar uur binnen mogen in de Gazastrook – worden alle beelden uit Gaza gemaakt door Gazaanse journalisten.

Minstens 110 van hen werden sinds 7 oktober gedood, vaak samen met hun familieleden, bij bombardementen, soms met gerichte droneaanvallen die door het Israëlische leger werden opgeëist.

Wie nog aan het werk is, weet dat zij misschien de volgende zijn.

Zoals Hind Khoudary die op Al-Jazeera al verschillende keren verslag uitbracht van de dood van haar collega’s of Bisan Owda die ons met haar selfievideo’s laat zien hoe het leven tijdens de oorlog eruitziet:

“It’s day 323 of the genocide and I’m still alive.”

Foto 3
27 juni 2024

Nagham op het strand met Hassan in haar armen
© rr

Was deze foto zwart-wit geweest, dan had het er een van Kegham Djeghalian kunnen zijn.

De Armeense fotograaf opende in 1944 de eerste fotostudio in Gaza nadat hij als kleuter de Armeense Genocide had overleefd en gevlucht was naar Palestina dat toen een Brits Mandaatgebied was.

Een paar jaar geleden ontdekte zijn kleinzoon in Caïro een schat aan verloren gewaande negatieven in drie versleten rode dozen achterin de kleerkast van zijn vader.

De foto’s van Kegham nodigen ons uit op een verkleedpartijtje in de jaren 50 – vrouwen met feesthoedjes, een man verkleed als verpleegster, een andere als buikdanseres – op een familiepicknick in de olijfboomgaard en op het strand van Gaza, waar meisjes met lange vlechten in bikini poseren voor de fotograaf.

Van wat er zich buiten het kader van de schijnbaar zorgeloze foto’s afspeelt, is in de rode dozen in Caïro geen spoor te vinden.

Het overgrote deel van Keghams archief bleef bewaard in zijn fotostudio in de bekende Omar Mukhtar Straat in Noord-Gaza.

Die is precies vier jaar geopend wanneer in 1948 de staat Israël wordt gesticht en tijdens de Nakba, de catastrofe, 750.000 Palestijnen uit hun dorpen en steden vluchten.

Het grootste deel van hen belandt in Gaza, waar Kegham foto’s neemt van de eerste vluchtelingenkampen: Jabalia, Nuseirat, Maghazi …

De kampen zijn er nog, maar de foto’s van Kegham werden dit jaar, nadat ze decennialang bewaard bleven, vernietigd door een raketaanval.

Nagham stuurt ons de foto eind juni.
Ze sprong met haar zus en kleine Hassan op een ezelskar die richting de kust reed.

Het is de eerste en de laatste keer dat ze zo’n groot risico neemt voor wat frisse lucht en een zonsondergang.

Ze heeft Aziz al zeven maanden niet meer gezien. Samen met Hassan vluchtte ze tijdens het zesdaagse staakt-het-vuren eind november naar het zuidelijke Rafah dat door het Israëlische leger tot ‘veilige zone’ werd uitgeroepen.

Aziz bleef achter in Jabalia, omdat veel mannen onderweg naar het zuiden werden opgepakt door de IDF – Israeli Defense Forces. Wat er met hen in de Israëlische martelgevangenissen gebeurde, kon u onder meer in deze krant lezen.

De foto’s van Hassan die wij krijgen, zijn ook de enige beelden die Aziz heeft van zijn eerste zoon.

We zouden ze kunnen afdrukken en in een album plakken. Een achteloze kijker die erin bladert zou een zorgeloze jeugd vermoeden, een peuter die goed groeit, zijn eerste tanden krijgt, guitig in de lens kijkt.

Alleen kleine details verraden de onzichtbare gruwel. Een witte doos met een VN-label en in blauwe letters “Food Box” waar Hassan op probeert te kruipen, een tentstok in de hoek van de foto.

Foto 4
12 augustus 2024

De geboorteakte van Hassan

Een jonge vader stort in, schreeuwend van verdriet en ongeloof. Zijn wanhopige lichaam kan niet langer op eigen benen staan. Twee mannen ondersteunen hem met een stevige omhelzing.

De video van Muhammad Abu al-Qumsan gaat de wereld rond. We herkennen de documenten die hij vasthoudt. Het zijn de geboorteaktes van zijn zoon en dochter, een tweeling die drie dagen eerder, op 10 augustus, werd geboren.

Aziz stuurde ons precies hetzelfde document door: de geboorteakte van Hassan.

In november namen we contact op met de Belgische ambassade in Caïro met de vraag om Aziz en zijn gezin op de Belgische evacuatielijst te zetten.

Het was het begin van een moeizame maandenlange mailwisseling tussen Caïro, Jeruzalem en het crisiscentrum in Brussel met invulformulieren, verwarring over verschillende soorten visa en de vraag naar steeds nieuwe documenten.

De kleine Hassan kon alleen geëvacueerd worden als hij een geboorteakte had.

In april slaagt Aziz er eindelijk in om het gevraagde document in handen te krijgen. Hassan is geboren in het noorden, waar nauwelijks nog eten, laat staan een functionerende overheid was.

Pas nadat de Israëlische grondtroepen zich na een verwoestende belegering teruggetrokken hebben uit het bekende Al-Shifa-ziekenhuis, kan Aziz zijn zoon vijf maanden na zijn geboorte registreren in het Palestijnse bevolkingsregister.

Wanneer de geboorteakte wordt gestuurd naar het Belgische consulaat in Jeruzalem, laat die weten dat het document enkel geldig is met een stempel van het Palestijnse Ministerie van Buitenlandse Zaken in Ramallah en een legalisatie door het Belgische consulaat in Jeruzalem.

Wie de kaart van Israël kent, weet dat het voor een Gazaan onmogelijk is om naar Jeruzalem, laat staan naar de bezette Westelijke Jordaanoever te reizen.

Op het moment dat Muhammad Abu al-Qumsan het huis verlaat om de geboorte van zijn tweeling aan te geven, verwoest Israël zijn appartement met een precisieaanval.

Zijn zoon, dochter, schoonmoeder en vrouw zijn op slag dood. Hun lichamen worden naar het Al Aqsa-ziekenhuis in Deir al-Balah gebracht, waar Muhammads vrouw Jumana als dokter werkte.

Met de geboorteaktes in zijn hand neemt hij afscheid van haar in het mortuarium. Dezelfde dag haalt hij hun overlijdensaktes op.

In de week dat de hartverscheurende video van de vader viraal gaat, lukt het met de hulp van een Gazaanse journalist en een paar begripvolle ambtenaren op de Palestijnse ambassade in Caïro, om het geboortecertificaat van Hassan van alle gevraagde stempels, zegels en QR-codes te voorzien.

Het is niet zeker of dit de laatste stap is voor ook Hassans naam op de Belgische evacuatielijst komt te staan.

Ondertussen is de grensovergang bij Rafah sinds 7 mei gesloten en volledig vernield door het IDF.

De beelden van de totale destructie van Gaza blijven elke dag opnieuw binnenkomen en wij kunnen alleen maar hopen dat Aziz en Nagham ons ook de foto’s van Hassan blijven sturen.

As it may be

Bieke Depoorter is beeldend kunstenaar en fotograaf bij Magnum Photos.
In november komt haar nieuwe boek uit.

Ruth Vandewalle is arabist, documentairemaker en correspondent Midden-Oosten vanuit Caïro.


1 november 2023: Aziz’ zoon Hassan. © rr
1 november 2023: Hassan zoon van Aziz © rr

Artsen Zonder Grenzen

Overzicht

Lees meer berichten in deze categorie


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven