Essay – Jonathan Holslag – Beste burgers en politici, de pleziervaart is voorbij

Still uit de film ‘Triangle of Sadness’. Onze staat lijkt op een log cruiseschip, betoogt Jonathan Holslag, en o wee als er een storm opsteekt. Beeld Rebecca Fertinel / September Film

De bevolking mag, neen, móét de komende jaren voelen dat vrijheid en onafhankelijkheid niet gratis zijn. Jonathan Holslag hoopt dat de nieuwe stuurlui van dit land de moed en de wijsheid zullen hebben om een andere koers te varen.

Jonathan Holslag – De Morgen


Indien de staat een schip is dat zich op woeste wereldzeeën drijvende probeert te houden, zo redeneerde de Griekse filosoof Plato, dan zijn politieke leiders de stuurlui.

De opvarenden stellen vertrouwen in hen om de koers uit te zetten en stormen te trotseren.

In een democratische staat laten verkiezingen toe om de meest betrouwbare stuurman aan te duiden.

Plato bedacht die metafoor evenwel toen slechts een dunne huid van krakende pijnboomplanken de opvarenden van het schuimspattende water scheidden, in een tijd dat iedereen aan boord van het schip heel goed besefte dat als die planken niet op tijd geteerd werden, het schip water zou maken.

Meer nog, elke opvarende was doorgaans een roeier, wiens spierkracht, wiens toewijding en, bovenal, wiens vermogen om de roeispanen mee ritmisch in het water te doen scheppen de kans op welslagen van de reis mee bepaalden.

Elke penteconter, elke bireem, trireem of ander oorlogsschip was in de oudheid een ware lotsgemeenschap die de stuurman boven op het dek om zijn betrouwbaarheid respecteerde, en waarin die stuurman er bijna blindelings op kon vertrouwen dat iedereen benedendeks het nodige zou doen.

Log cruiseschip

Vandaag lijkt de staat niet op een krakend Grieks roeischip, maar op een log cruiseschip, opgetrokken uit Chinees plaatstaal, gefinancierd door een rijke emir uit Qatar, met een Filipijnse bemanning die de Zuid-Koreaanse turbines doet draaien, een onbekende Noorse stuurman ergens ver weg op de brug, een Franse chef en Italiaanse praatjesmaker die de sfeer erin houdt.

Dat is de staat in tijden van globalisering. Het contract tussen opvarenden en stuurman is er niet langer een van wederkerige inspanning, maar van wederkerig met rust gelaten worden.

De stuurman mag zich ongenaakbaar voelen achter zijn schermen, knoppen en hendels, zolang hij elke passagier zich ongenaakbaar laat voelen in zijn hut vanwaaruit hij na zijn all-you-can-eatbuffet met volmaakte tevredenheid naar de rimpelloze einder kan staren.

Maar o wee als er een storm opsteekt. Dan is die drijvende kolos kansloos.

Waar de bemanning van de trireem, aangevuurd door plichtsbesef en overlevingsdrang, zijn spieren op de roeibanken tot het uiterste gepijnigd zou hebben, zal de cruisepassagier eerst met glazige ogen om zich heen staren en vervolgens in razernij roepen dat dit niet de afspraak was.

Waar de Griekse bootsman, geleid door zijn vertrouwdheid met het schip, zou zijn afgedaald tot de diepste compartimenten van het ruim om er de gaten te dichten en schipbreuk te vermijden, zal de cruisepassagier zich naar het hoogste punt reppen om daar, onvermijdelijk, first class de ondergang van zijn schip tegemoet te zien.

Dat is de kwetsbaarheid van een democratie op automatische piloot.

Als het onze politici na deze verkiezingen menens is, als zij werkelijk het schip van koers wensen te veranderen, dan vereist dat een nieuw contract met de bevolking

De hedendaagse variant op Plato’s metafoor benadrukt vooral dat hoezeer we ook in de ban gehouden worden door verkiezingen, de gemoedstoestand bij de opvarenden benedendeks minstens even belangrijk is als de voornemens in de stuurhut.

Dat de allures van de stuurmannen zelfs niet eens veel uitmaken wanneer de rest van het schip niet beseft dat zij een lotsgemeenschap vormt wier voorspoed afhangt van de verantwoordelijkheidszin van eenieder.

De voorbije dertig jaar navigeerde onze kleine staat als een cruiseschip, voorspoedig en gezapig langs gastvrije havens.

De komende dertig jaar zullen we echter opnieuw moeten leren navigeren als die Griekse trireem: dapper, vastberaden en vooruitziend in een vaak vijandige wereld.

Waarover het na de afgelopen verkiezingen zou móéten gaan, is niet alleen de wissel in de stuurhut, maar een nieuw politiek contract tussen de stuurhut en de rest van het schip.

Een contract waarin we allen aanvaarden dat de pleziervaart voorbij is en dat we ons niet mogen opsluiten in onze comfortabele kajuit.

Een contract waarin we aanvaarden dat we vaak diep in het ruim zullen moeten afdalen om daar de vitale functies van onze staat te herstellen.

Daarbij stellen zich twee grote uitdagingen.

Enerzijds beschikken we niet meer over stuurlui die hebben aangetoond dat zij stormen kunnen trotseren. Erger: de meeste stuurlui hebben ons schip mee in deze stormachtige open zee genavigeerd en de opvarenden te lang misleid.

Anderzijds leidt het groeiende besef van de uitdagingen aan boord doorgaans niet tot meer plichtsgevoel, maar tot tribalisme en individualisme − eigen dek of eigen kajuit eerst − en tot ontwijkend gedrag met als argument dat we te moe zijn, dat we te weinig tijd hebben en dat we al te veel inspanningen leveren in de vorm van belastingen.

Veel van die argumenten zijn even nefast als terecht.

Eerlijkheid

Onze democratie is helaas te zeer verworden tot een schouwspel van haantjes die om het roer vechten, zelden tot een koerswijziging in staat zijn, maar zichzelf er achteraf wel mee feliciteren dat ze ‘het meest haalbare’ bereikt hebben.

Als het onze politici na deze verkiezingen menens is, als zij werkelijk het schip van koers wensen te veranderen, dan vereist dat een nieuw contract met de bevolking.

En dat begint met eerlijkheid.

Niemand die zich nu aan het roer schaart heeft op het vlak van staatsmanschap veel bewezen.

Het parmantige alles-komt-goed-voluntarisme van Alexander De Croo mag dan veel mensen tegen de borst gestuit hebben.

Alle politici die nu samen drummen op de brug zijn mee verantwoordelijk voor de erbarmelijke toestand van het schip van onze staat:

  • Onze strategische afhankelijkheden
  • Ons uitgemergelde veiligheidsapparaat
  • Onze verzwakte diplomatie
  • Onze dure ruimtelijke wanorde
  • Onze verouderde infrastructuur
  • Het belabberde vertrouwen in de politiek

De belangrijkste uitdaging voor de staat is wat minder te consumeren, om daarna meer te kunnen investeren in wat werkelijk van belang is

In dat opzicht lijkt het wel alsof de staat van het land en het narcisme van sommige politici omgekeerd evenredig evolueren.

Het zou wat zijn mocht de volgende premier zijn toespraak op een heel andere toon beginnen:

“Beste burgers. We zitten vast. Ons land is er niet goed aan toe. Ik had in het verleden wellicht meer kunnen doen en kan u nu geen mirakels beloven. Er wachten ons aanzienlijke inspanningen, maar ik vertrouw op de wijsheid, de werkkracht en de solidariteit van u allen. We zullen die inspanningen rechtvaardig leveren en wij, politici, zullen onszelf daarbij niet ontzien.

U vindt dat wij te veel privileges hebben? Welnu, wij leveren in. Op onze wedde, op onze pensioenen, op onze partijfinanciering, op onze kabinetten. Nu dat rechtgezet is: laten we het hebben over hoe wij samen aan de slag kunnen, hoe wij samen onze welvaart, zekerheid en veiligheid kunnen handhaven… ”

Nederig

Staatsmanschap vereist nederigheid en realisme.

De belangrijkste bezorgdheid van de burgers vandaag is de eigen koopkracht:

  • Voor de miljonair om niet op zijn kapitaal belast te worden

  • Voor de gegoede middenklasser om enkele keren per jaar op vakantie te kunnen gaan

  • Voor de kwetsbare burgers om morgen de energierekening te kunnen betalen

De belangrijkste uitdaging voor de staat is om een stuk van die koopkracht te verschuiven naar wat van belang is na morgen, om wat minder te consumeren om meer te kunnen investeren in wat werkelijk van belang is.

Dat wordt de komende jaren het grote spanningsveld: het spanningsveld tussen verworvenheid en verantwoordelijkheid.

En, ja, dat zal vooral in Franstalig België worden gevoeld.

Daar zullen, effectief, honderdduizenden burgers die zouden kunnen werken, moeten gaan werken, zich daarvoor bijscholen en soms zelfs verhuizen. Anders houden wij onze sociale zekerheid niet op peil.

Maar ook in Vlaanderen zal de burger de dans niet ontspringen. Dit zal vanaf de eerste dag leiden tot een politieke wedloop met het koopkrachtpopulisme van extreme krachten.

Uitverkooppolitiek

In die context wordt het voor de rechtse regering heel verleidelijk om de staat niet te versterken, maar verder te ontmantelen.

De burger belastingverlagingen te beloven, terwijl de staat strategische voorzieningen steeds meer gaat privatiseren, weer aanknopend bij de uitverkooppolitiek van Guy Verhofstadt.

We weten inmiddels waar dit toe leidt. Op korte termijn verzacht het de pijn, maar op lange termijn jaagt het ons op kosten.

We moeten gebouwen terughuren. We moeten meer betalen voor diensten, terwijl de winst dan doorgaans naar buitenlandse investeerders vloeit.

Denk maar aan de Diabolo-toeslag op treinkaartjes naar de nationale luchthaven die buitenlandse investeerders jaarlijks een bijna gegarandeerde winstmarge van 16 procent oplevert.

We zijn minder in staat om op belangrijke beslissingen te wegen. Denk maar aan de energiesector.

De staat kan gerust bezuinigen. Ons bestuurlijk apparaat, bijvoorbeeld, is duurder dan in de buurlanden. Ons buitenlands beleid is door de regionalisering prijziger dan in de buurlanden.

Doeltreffender bestuur kan ons veel besparingen opleveren.

Maar de staat moet die sleutelsectoren die echt bepalend zijn voor onze soevereiniteit vooral versterken en niet afbouwen.

De bevolking mag, neen, moet, voelen dat vrijheid en onafhankelijkheid niet gratis zijn.

Zoals de Grieken op het schip van Plato, moeten we met z’n allen weer leren roeien, samen, met harmonische slagen in het woelige water.

Dat is voor mij de essentie van democratisch staatsmanschap.


Still uit de film ‘Triangle of Sadness’. Onze staat lijkt op een log cruiseschip, betoogt Jonathan Holslag, en o wee als er een storm opsteekt. Beeld Rebecca Fertinel / September Film
Still uit de film ‘Triangle of Sadness’. Onze staat lijkt op een log cruiseschip, betoogt Jonathan Holslag, en o wee als er een storm opsteekt. Beeld Rebecca Fertinel / September Film

Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind meer berichten van

Jonathan Holslag



Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven