Hendrik Vos – Boodschap aan de nieuwe toplui in de EU – Leiderschap is meer dan loodgieterij

Ursula von der Leyen op de G7 in Borgo Egnazia,vorige week. © Alessandra Benedetti/Corbis

Van iemand die verantwoordelijkheid draagt, mogen we verwachten dat hij waakt over het DNA van de instelling die hij belichaamt, schrijft Hendrik Vos. Als het over de EU gaat, moeten gezagsdragers zich schrap zetten als de rechtsstaat, de vrijheid of de menselijke waardigheid op het spel staan.

Hendrik Vos – De Standaard


Als ik lezingen geef over Europese politiek hoor ik het wel vaker, meestal zuchtend, soms smachtend: “We hebben hier een sterke, inspirerende leider nodig.”

Als ik vraag wat daarmee bedoeld wordt, volgen er vaagheden.

Het zou iemand moeten zijn die mensen in vervoering brengt, die goed kan spreken, die boven de politieke mêlee staat, die krachtdadig en rechtlijnig is, die zijn overtuiging tot de dood verdedigt.

Vanuit die optiek was Adolf Hitler een flinke leider.

Attila De Hun en Pol Pot beantwoordden in hun genre waarschijnlijk ook aan de definitie.

Geschrokken klinkt het in het publiek dan dat ze eerder dachten aan iemand als voormalig Commissievoorzitter Jacques Delors, nochtans de vleesgeworden onopvallendheid.

Het valt te betwijfelen of zijn meest intieme vrienden hem konden aanwijzen in een line-up tussen geprepensioneerde ambtenaren van Financiën in een verfrommeld kostuum met bruine schoenen, onderweg naar een activiteit van het Davidsfonds.

Zijn mythische status kreeg Delors vooral na afloop van zijn mandaat en nog meer na zijn dood.

Wie weet hoe Europees president Charles Michel straks nog zal verheerlijkt worden? (Grapje.)

Wat is dat toch met dat moeilijk te definiëren, hutsepotachtige verlangen naar sterke leiders?

Gisteravond was er een Europese bijeenkomst om de verdeling van de topjobs voor de komende jaren te bespreken. De uitkomst zal in eerste instantie weer teleurstellen.

Er is een nieuwe voorzitter nodig van de Europese Raad en ook de Hoge Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid wordt vervangen.

Daarnaast moet beslist worden of Ursula von der Leyen mag voortdoen als baas van de Commissie.

Terwijl ik dit schrijf, is het overleg nog niet afgerond en het is niet uitgesloten dat er verrassingen uit de bus komen.

Vijf jaar geleden wisten alleen geoefende Duitslandexperts en doorgewinterde quizzers wie Von der Leyen was. Normale mensen moesten Wikipedia raadplegen toen haar naam uit het niets opdook. Een paar dagen later was ze al Commissievoorzitter.

Tegenwoordig kan ze volgens sommigen al doorgaan voor een inspirerende leider:

  • Ze hield haar ploeg recht terwijl er een pandemie woedde en een oorlog opstak

  • Ze kwam op voor de rechtsstaat

  • Ze hield subsidies voor Hongarije tegen

  • Ze voerde consequent het programma uit waarmee ze zich had laten verkiezen, de green deal

Minder kenmerkend voor een goede leider is dat ze de voorbije maanden begon te flikflakken alsof ze zich nog wilde kwalificeren voor de grondoefening in Parijs.

De strijd tegen de klimaatverandering werd na het bezichtigen van een paar tractoren minder prioritair, er kon ineens geld naar Hongarije gaan en in onderhandelingen over migratie waren mensenrechten ineens van weinig tel meer.

Wispelturigheid wordt zelden als kenmerk van leiderschap beschouwd.

Maar wat dan wel? Moeten mensen zich kunnen herkennen in hun leiders? Dan ziet het ernaar uit dat de nieuwe ploeg nog een flinke weg heeft af te leggen.

De meest genoemde namen voor een belangrijke functie zijn die van Antonio Costa, een Portugese socialist met grijs haar en een bril en Kaja Kallas, een premier uit Letland – het kan ook Estland zijn, alleszins uit noordoostelijke contreien. Dat haar naam allitereert, kan helpen om hem op termijn te onthouden.

Natuurlijk is een Europese leider in eerste instantie in vele landen onbekend. Het zou onrealistisch zijn om naar wat anders te verlangen, tenzij onze hoop ligt bij Stromae of Jean-Claude Van Damme.

Het beste waarop we kunnen hopen, is dat het iemand is die zich bereid toont om te luisteren naar wat er leeft in alle lidstaten, empathisch en pragmatisch is en niet rigide een eigen koers vaart.

Dat is het omgekeerde van wat instinctief als een leider wordt beschouwd, namelijk iemand die zijn paard de sporen geeft, met een zwaard overweg kan en feilloos het verschil ziet tussen goed en kwaad.

Toch ontbreekt er iets, en misschien is het dat wat de betere loodgieter onderscheidt van de heldhaftige leider: van iemand die verantwoordelijkheid draagt, mogen we verwachten dat hij waakt over het DNA van de instelling die hij leidt.

Als het over de Europese Unie gaat, staat dat in het verdrag, artikel 2: respect voor menselijke waardigheid, gelijkheid, vrijheid, rechten van minderheden, de rechtsstaat.

Daarop mogen we gezagsdragers afrekenen. Ze moeten zich schrap zetten als de rechtsstaat, de vrijheid of de menselijke waardigheid op het spel staan.

Ook de waardigheid van gehandicapten op een wachtlijst, van mensen die geen huurwoning vinden, van wie hulp nodig heeft en daar straks vanwege strengere begrotingsregels langer op moet wachten.

Het draait net zo goed om respect voor dissidenten, voor mensen uit de lgbti-gemeenschap of voor asielzoekers van wie de rechten vandaag in meerdere lidstaten in het gedrang komen.

Van Costa, Kallas, Von der Leyen of wie de leiders van morgen ook zullen zijn, mogen we eisen dat ze goed luisteren naar de vele bekommernissen in alle lidstaten, maar dat ze tegelijk nooit toegeven op de fundamentele principes die vooraan in het verdrag gebeiteld staan.


Hendrik Vos doceert Europese studies aan de UGent. Zijn column verschijnt tweewekelijks op dinsdag.


Ursula von der Leyen op de G7 in Borgo Egnazia,vorige week. © Alessandra Benedetti/Corbis
Ursula von der Leyen op de G7 in Borgo Egnazia,vorige week. © Alessandra Benedetti/Corbis

Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind meer columns van

Hendrik Vos



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven