Uitkijkpost – Beste Alexander De Croo, er zijn mensen wier leven u hebt gered en die tégen u stemden

Beeld DM

Senior writer Joël De Ceulaer schrijft deze week een brief aan de afscheidnemende premier. Deze Uitkijkpost kan sporen van spot of satire bevatten.

Joël De Ceulaer – De Morgen


‘Beste Alexander De Croo, er zijn mensen wier leven u hebt gered en die tégen u stemden’

Joël De Ceulaer


Beste Alexander De Croo,

En zo bracht deze zondag u goed nieuws en slecht nieuws.

De partijen die zich aan de overkant van het liberalisme bevinden, hebben in Vlaanderen géén stevige meerderheid. Maar over uw partij is een dikke mist neergedaald. En voor die mist is opgetrokken, zult u een andere loopbaan hebben aangevat.

Te verwachten valt dat u, zoals Charles Michel ooit deed, het premierschap metéén zult dumpen als er een Internationale Post vrijkomt: vredestichter in Gaza, bijvoorbeeld, als Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands Beleid bij de Europese Commissie.

Wat is de liberale termijn om een mandaat in lopende zaken af te breken – 12, 14 of 18 weken?

Voor de historici die de voorbije campagne ooit in kaart zullen brengen, wil ik hier graag de aandacht vestigen op een belangrijk tv-fragment – een fragment dat bijna onopgemerkt voorbijging, maar dat perfect de tragiek van uw politieke lot vatte.

Het duurde slechts een paar seconden, maar ging door merg en been. Zelfs het geluid zal ik nooit vergeten.

U zat naast Jan Jaap van der Wal aan De verkiezingstafel van Gert Verhulst en het was – na het bombardement door Linda De Win, Walter Damen en Stijn Baert – tijd voor een luchtig vraagje.

Of u een zin wilde afmaken, vroeg Verhulst: “Als mijn vrouw mij met de stofzuiger ziet, dan zegt ze…”

U twijfelde geen moment en antwoordde gevat: “Dat is niet mijn man.”

Het publiek blies een gulle lach uw kant op. Waarna Van der Wal, met een griezelig gevoel voor timing, min of meer langs zijn neus weg, opmerkte: “U bent meer een dweil.”

En toen gebeurde het. Omdat u niet opnieuw een spitse repliek kon bedenken, besloot u om mee te gaan in de feestvreugde die zich van het publiek meester maakte.

U gooide het hoofd met open mond achterwaarts, en zette het op een onbedaarlijk lachen, terwijl u met de rechterhand de schouder van de comedian vastpakte, als was hij al sinds de kleuterklas uw vetste gabber.

Die lach, mijnheer De Croo, heb ik nu een keer of tien herbeluisterd, en hij klinkt elke keer nóg pijnlijker.

Dwars door het geforceerde jolijt heen hoor ik het gebrul van een onverdoofd schaap met het mes op de keel – boven een emmer met dweil.

Op dat moment besefte ik: deze man weet dat zijn laatste uur geslagen heeft. Zijn lichaam voert nog wel campagne, maar zijn geest heeft allang de benen genomen naar een of ander Italiaans strand.

Dat je als premier van een kleine coalitiepartij de dweil van de Wetstraat bent – die oneliner hebt u zélf bedacht.

Als je daar dan niet fluks op kunt inspelen, dan ben je niet voorbereid en vraag je erom dat een comedian de vloer met je aanveegt.

In die zin was de campagne een verlengstuk van uw regering: u liet iedereen over u heen lopen.

In Het conclaaf liet u zich naar de slachtbank voeren door Bart De Wever.

Tijdens het legendarische onderonsje bij de zandloper nam de N-VA-voorzitter het u kwalijk dat u in 2020 uw woord gebroken hebt. U had in 2019 beloofd om een federale regering met N-VA te vormen, en dat hebt u niet gedaan.

In plaats van die woordbreuk eerlijk toe te geven, wilde u almaar “de bladzijde omslaan” en “naar de toekomst kijken” – klassieke en slappe politieke praatjes, zo slap als een natte dweil.

Uw verdediging van de vorming van Vivaldi hield steek, maar u had niet de panache om die erin te rammen.

In september 2020 overspoelde de tweede coronagolf het land: blijven praten met N-VA was onverantwoord. Elke dag kostte levens, vooral van ouderen die als schapen naar de slachtvloer werden gevoerd.

Ziedaar opnieuw uw tragiek: er zijn mensen wier leven u hebt gered, die vurig tégen u hebben gestemd.

De Wever is de grootste flipflopper van de jongste twintig jaar – zelfs als ik geld toe kreeg, zou ik geen tweedehandsauto van hem aannemen.

Maar toch bent u een sléchtere verkoper. U bent te beduusd, te schichtig voor het vak.

Bij het begin van de campagne vermoedde ik nog dat uw rustige vastheid, gecombineerd met de daadkrachtige mouwen van Paul Van Tigchelt, voor een verrassing had kunnen zorgen. Maar mijn voorspellingen zijn vaak al achterhaald terwijl ik ze formuleer.

Vandaag vrees ik dat de kiezer uw partij de keel heeft overgesneden. Dat hebt u mede aan uzelf en de andere Vivaldisten te danken.

Wie doelbewust een opvangcrisis orkestreert, zodat we elke dag mensen op straat zien creperen, en mensenrechten overboord gooit als was het restafval – die jaagt elke rechtgeaarde liberaal weg. Wie zo’n beleid wil, stemt immers voor Vlaams Belang en N-VA.

Voor uw jonge partijgenoten heb ik deze suggestie: verdiep u in het liberalisme, het is – u zult dat zien – een ideologie die de moeite waard is.

Ontzeg alle tenoren tijdelijk de toegang tot het partijhoofdkwartier en begin een nieuwe partij in elkaar te timmeren.

Het is dát, of collaboreren met, en lid worden van N-VA.

Voor u heb ik nog één slotvraag.

Op zondag 7 juni 2009, toen u voor het eerst opkwam, zei een partijgenoot van u:

“Wij moeten weer een echte liberale partij worden, ondernemend, sociaal, tolerant, met veel aandacht voor de bescherming van het privéleven, emancipatie en onderwijs. Mijn partij moet zo snel mogelijk boven de wolken van de onverschilligheid uitsteken.”

Wat vond u daarvan?

Of leest u geen interviews met uw vader?

Vaarwel!

Joël De Ceulaer, senior writer


Beeld DM
Beeld DM

Lees ook

Klik op de hyperlinks en lees meer berichten

Joël De Ceulaer

,


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven