Walter Zinzen – De federale regeringsvorming wordt bedisseld door kandidaat-burgemeesters

Georges-Louis Bouchez, de kandidaat-burgemeester die in zijn eentje mocht beslissen wie ons land in de Europese Commissie zou vertegenwoordigen. © belga

De federale formatie zal voor na de gemeenteraadsverkiezingen zijn. De burgemeesterssjerp binnenhalen is voor de onderhandelaars blijkbaar belangrijker dan ’s lands financiën, merkt Walter Zinzen.

Walter Zinzen – De Standaard


Wie kent nog een ander democratisch land dan het onze waar vier aspirant-burgemeesters plus een vijfde wiel aan de wagen proberen een federale regering te vormen?

Wie heeft die vier aspirant-burgemeesters een mandaat gegeven om dat te doen?

Wij, de kiezers, alvast niet. Wij hebben volksver­tegenwoordigers gekozen.

De aspirant-burgemeesters zijn in bijberoep parlementslid, maar niet altijd van het juiste parlement.

Aspirant-burgemeester Conner Rousseau (Vooruit), bijvoorbeeld, zit in het Vlaams Parlement. Wat heeft hij dan verloren aan de federale onderhandelingstafel?

Alle vijf hebben ze zichzelf uitgeroepen tot regeringsonderhandelaar op twee niveaus, omdat ze naast aspirant-burgemeester ook voorzitter zijn van een partij.

Waar staat geschreven dat partijvoorzitters die bevoegdheid hebben?

Zou het niet normaal – en democratisch – zijn dat de parlementsfracties de regeringsonderhandelaars aanwijzen?

De enige die recht van spreken heeft, is de door de koning benoemde formateur.

Die benoeming is tenminste conform de grondwet, die bepaalt dat het de koning is die de federale ministers benoemt en ontslaat. Maar daar houdt het op.

De formateur heeft geen zeggenschap over de mensen met wie hij zijn regering moet vormen.

De partijvoorzitters/annex aspirant-burgemeesters benoemen niet alleen zichzelf, ze brengen ook een hele ploeg zogenoemde sherpa’s mee, onverkozen specialisten, die de teksten opstellen en doorploegen.

Zelfs daarvoor worden niet vaak parlementsleden aangesproken. En dan nog zijn ze niet in staat hun opdracht goed te vervullen.

Moeten ze als toekomstige regering een Eurocommissaris benoemen, dan laten ze die taak over aan één enkele aspirant-burgemeester: Georges-Louis Bouchez.

Eén enkele man heeft bepaald wie ons land vijf jaar lang zal vertegenwoordigen in de Europese Commissie! Hoe democratisch is dat?

Migratie, makkelijk thema

Hoeft het dan te verwonderen dat de aspirant-burgemeesters geen enkele belangstelling schijnen te hebben voor de onderwerpen die er echt toe doen?

Iedereen roept dat de begroting op orde moet worden gebracht, maar de supernota van Bart De Wever (N-VA) zal pas na de gemeenteraadsverkiezingen besproken worden.

Eerst moeten de vier hun burgemeesterssjerp binnenhalen, dat is belangrijker dan ’s lands financiën.

Ze gaan het nu over de “gemakkelijke” thema’s hebben.

Tot mijn grote verbazing hoort ook migratie daarbij. Gemakkelijk?

Al decennialang krijgen we geen grip op migratie, is het beleid inhumaan en onrechtvaardig, maar nu is het ineens gemakkelijk?

Tijdens de campagne bleek dat zowat iedereen (op Groen na) vindt dat het migratiebeleid nog strenger moet.

25.000 opvangplaatsen afschaffen, staat in de supernota. Maar over de oorzaken van de migratie geen woord.

“De mensensmokkelaars aan banden leggen, die ‘transmigranten’ in bootjes duwen”, roept de West-Vlaamse gouverneur, maar over die ‘transmigranten’ zelf rept hij niet.

Heeft hij zich al ooit afgevraagd waarom mensen zich in bootjes laten duwen?

Vragen de aspirant-burgemeesters het zich wél af?

Hoezo, migratie is een makkelijk thema?
Hoezo, migratie is een makkelijk thema?
© Kristof Vadino

Waar je ze ook niet over hoort, is het klimaat.

Wetenschappers waarschuwen ervoor dat we in sneltreinvaart naar het einde van de planeet denderen, maar de politiek en het bedrijfsleven bouwen klimaatplannen af.

Het was tijdens de verkiezingscampagne ook geen thema. “Haalbaar en betaalbaar” moet het klimaatbeleid zijn volgens demissionair minister Zuhal Demir (N-VA).

Zo komen we er natuurlijk nooit. Het enige criterium waaraan klimaatbeleid moet voldoen is: doeltreffendheid.

Is het doeltreffend, dan moet er naar middelen gezocht worden om het te betalen en moet de bevolking grondig worden geïnformeerd om een draagvlak te creëren.

Dat is wat politici moeten doen: vooroplopen en erop toezien dat de troepen volgen. Niet omgekeerd.

Heel groot buitenland

Waar het noch in de campagne, noch tijdens de onderhandelingen over ging of gaat, is ons buitenlands beleid.

Ja, over Oekraïne gaat het wel, natuurlijk. Maar veel debat is daarover niet. Steunen moeten we.

Ook over Gaza wordt af en toe wat gemompeld. We betreuren het geweld daar. Punt uit.

Als klein land hebben we een heel groot buitenland. Maar hoe onze relatie met al dat buitenland moet zijn, daarover gaat het nauwelijks.

Vroeger hadden we ministers van Buitenlandse Zaken die bij het begin van hun mandaat een Afrika-nota voorstelden.

Wat zeggen de verkiezings­programma’s van de toekomstige regeringspartijen over Afrika? Weinig tot niets.

Dertig jaar terreur in Oost-Congo, 7 miljoen ontheemden, 5 miljoen doden, ontelbaar veel vrouwen verkracht en verminkt: maar ons land heeft in zijn voormalige kolonie niets meer te zoeken?

Ook niet in Rwanda en Burundi?

Dat is inderdaad blijkbaar wat de aspirant-burgemeesters ervan vinden: de helft van ons budget voor ontwikkelingssamenwerking moet er af, als De Wever zijn zin krijgt.

Nadenken over wat we nog kunnen of willen doen, bij voorkeur via de EU: we hebben er nog geen enkele onderhandelaar over gehoord.

Wel wordt het vijandbeeld van Rusland en China breed verspreid. Daarom moet het budget voor defensie omhoog. Maar het is zoeken naar voorstellen voor een diplomatieke en vredelievende verhouding.

De oneerlijk geachte concurrentie van China moeten we bestrijden, dat wel, maar is dat beleid?

En wat met de opkomende wereldmachten, de zogenoemde Brics-landen?

Behalve China en Rusland behoren Brazilië, India en Zuid-Afrika daartoe, met straks misschien Turkije erbij.

Ach ja, al die landen liggen wel erg ver van onze gemeentehuizen. Maar moeten we ons buitenland­beleid laten afhangen van mensen die niet verder kijken dan de grenzen van hun gemeente of stad?

Lokaal beleid is natuurlijk belangrijk, maar is het wenselijk dat burgemeesters het hele land willen besturen, met alle internationale verplichtingen en belangen die daarbij komen kijken?

Om van de financiën nog te zwijgen?

Moeten we in Europa echt vertegenwoordigd worden door iemand die van diplomatie geen kaas heeft gegeten, terwijl er een leger uiterst bekwame diplomaten klaarstaat?


Georges-Louis Bouchez, de kandidaat-burgemeester die in zijn eentje mocht beslissen wie ons land in de Europese Commissie zou vertegenwoordigen. © belga
Georges-Louis Bouchez, de kandidaat-burgemeester die in zijn eentje mocht beslissen wie ons land in de Europese Commissie zou vertegenwoordigen. © belga

Migratie – De Wever wilde 25.000 opvangplekken voor asielzoekers schrappen
Interview – Minister Zuhal Demir (N-VA) – Die klimaathysterie, daar krijg ik het van

Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind meer berichten van

Walter Zinzen



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven