Reuzegom – Seydou, broer en beste vriend van Sanda Dia

Seydou

Gent/Edegem – Zondagskind Sanda Dia was tien jaar jonger. En toch keek Seydou (31) op naar zijn jongere broer. Naar zijn creativiteit, zijn ogenschijnlijke nonchalance waarmee hij door het leven stapte, zijn tomeloze ambitie ook. “Sanda wist dat hij in een maatschappij leefde waarin iemand met een andere huidskleur zich dubbel moet plooien.”

Pieter Huyberechts – Het Nieuwsblad


‘Ik voel alleen maar diep medelijden met die enge jongens’

Seydou De Vel


Sanda zou peter worden van ons dochtertje. Hij glom van trots toen Marie en ik hem het goede nieuws vertelden. Het is anders uitgedraaid.

“Ik heb eerst Sanda’s graf toegeschupt, een maand later ben ik dan papa geworden. Ze hebben mijn dochtertje zoveel ontnomen: Sanda’s toekomst, onze levens, het leven van zijn vrienden. Het is een nachtmerrie.”

In de woonkamer van Seydou De Vel (31) en Marie Van Steenkiste (31) in Oostakker bij Gent valt een stilte. Op de kast achter hen staat zijn bidprentje. Over twintig jaar zal het er nog staan. Net als het geboortekaartje van hun eerste kindje, een dochtertje, intussen twee.

“Natuurlijk hebben we Sanda’s naam op het kaartje gezet”, zegt Marie. “Hij is voortaan haar beschermengel. Er gaat geen dag voorbij of we praten over hem.”

Sanda huilde van geluk toen hij in de zomer van 2018 het nieuws van zijn peterschap te horen kreeg.

“Hij beschouwde het als een nieuwe stap naar volwassenheid”, zegt Seydou. Net zoals die keer toen hij met zijn eerste lief naar Gent kwam.

“We zijn toen naar een koffiebar getrokken”, vertelt Marie.

“Voor hem was dat echt een magisch moment. Ik herinner me nog dat hij sms’te dat we dat vaker moesten doen, met de lieven koffie gaan drinken.”

Seydou: “Het deed me wel iets: mijn kleine broer die zo verliefd was. En dat niet kon wegsteken.” (lacht)

Het begrafeniskaartje van Sanda Dia, overleden in december 2018.

Hoe was je band met Sanda?

Seydou: “Hij was mijn kleine broertje hé. Ik heb mij altijd verantwoordelijk voor hem gevoeld. Ik draag de achternaam van onze mama, want ik heb mijn biologische papa nooit gekend.

“Op mijn zesde is Sanda’s papa Ousmane erbij gekomen. Dat was voortaan ook mijn papa. Ik was zo blij dat ik een broertje kreeg en speelde met hem in de tuin. Voetbal, altijd voetbal.

Sanda was een heel goede voetballer en dus sjotten wij de godganse dag door in de living. Dat mocht natuurlijk niet van onze ouders, maar we deden niets anders dan dribbelen en scoren. Tot de vloer van de living doorzakte van al dat voetballen.

Sanda was een zondagskind, had bakken talent. Hij kon naar Antwerp, maar het werd Lierse. Ik ging vaak mee naar trainingen en matchen, heel het land rond.”

Zijn vrienden omschreven hem op de begrafenis als een zondagskind.

Seydou: “Sanda was zo getalenteerd, en moest er zo weinig moeite voor doen. Hij had ongelooflijk veel interesses. Een creatieve duizendpoot. Hij wilde alles weten, alles kennen.

“Zijn fascinaties schoten ook alle kanten uit: zo droomde hij van op Erasmus gaan naar Japan, zijn favoriete land. Of voor Space Engineering gaan studeren in Nederland. Of wilde hij plots enkel nog Aziatisch koken.”

Marie: “Maar Sanda’s kookkunsten waren eerder, euhm, nog in volle ontwikkeling.” (lacht).

“De eerste keer dat ik hem ontmoette, thuis bij hun mama, viel ik meteen voor zijn enthousiasme, voor zijn warme inborst.

“Tijdens zijn eerste examenperiode kwam hij bij ons in Gent een maand blokken. Hij was nog jong, maar je kon echt diepzinnige gesprekken met hem voeren. De ambitie spatte ervan af. “

Seydou: “Hij ging los met die ambitie om. Op speelse wijze bijna. Ook op het vlak van vriendschappen: hij kostte hem allemaal geen moeite. Hij moest geen zotte toeren uithalen om vriendschappen te smeden of te onderhouden.

Sanda wist wie hij was. Een jonge gast met een goede inborst en een warme persoonlijkheid. Hij stond open voor alles, kende in verschillende klieken heel veel mensen.

“Hij vroeg me geregeld om raad, maar eigenlijk keek ik op naar hem, hoe hij was, met welke ogenschijnlijke nonchalance hij door het leven stapte. We babbelden heel veel, hadden dagelijks contact. Hij de praatvaar, ik meer introvert.”

Emoties afgesloten

Seydou verbijt de tranen en verbloemt het niet: hij is niet het type dat graag de media opzoekt. De opschudding rond de dood van Sanda; de hele heisa rond de rol van de 18 betrokken Reuzegommers; de reconstructie op televisie over de fataal verlopen studentendoop, het vreet aan hem. Hij zegt op automatische piloot te leven.

Seydou heeft al zijn emoties afgesloten”, zegt Marie.

“Het zit vol, er staat een muur, er kan niets meer bij. Soms denken we: laat ons gewoon met rust. Je voelt dat aan, zo’n interview is eigenlijk niets voor hem.

“Maar we beseffen: jammer genoeg is het noodzakelijk om dichter bij de waarheid te komen. Het is net goed dat het onder de aandacht is gekomen. We overleven enkel omdat we de feiten in onze hoofden loskoppelen van Sanda.”

Wisten jullie dat hij zich in Leuven had aangesloten bij Reuzegom?

Seydou: “Hij heeft er mij een keer over verteld. Ik zou graag bij een studentenclub gaan, zei hij. Hij heeft toen de hele historie uitgelegd waarom dat goed was. Ik kende niets van studentenclubs, wist enkel dat die mannen lintjes droegen. Reuzegom was onze wereld niet.”

Het lijkt ook niet zijn leefwereld. Waarom wilde hij daar zo per se lid van worden?

Seydou: “Omdat dat hem ging helpen om een goed netwerk uit te bouwen, zei hij. Hij was heel ambitieus, ook als student burgerlijk ingenieur. Hij wou het maken: een goede job, zijn familie onderhouden.

“Hij zat in zijn derde jaar, dus het was niet om extra vrienden te maken of van het studentenleven te proeven.

“Hij redeneerde: die mannen hun ouders hebben zotte jobs, ons-kent-ons. Sanda zocht naar connecties, omdat hij wist dat onze maatschappij zo in elkaar zit.”

Marie: “Sanda was ogenschijnlijk nonchalant, maar wist deksels goed waar hij naartoe wilde. Hij werkte hard, en daarnaast was hij chille Sanda.”

Sanda was bijzonder ambitieus. Hij werkte ontzettend hard.
Daarnaast was hij “Chille Sanda.” 

Extra bewijzen

Het koppel heeft zich de voorbije twee jaar meermaals afgevraagd waarom hij per se bij die studentenclub wilde horen. Er waren al zoveel vrienden, al zoveel hobby’s.

Ze ontkrachten dat het met een minderwaardigheidscomplex te maken had, maar benadrukken dat het aspect van “een andere huidskleur” meespeelde.

Marie: “Natuurlijk speelde dat. We zitten in een maatschappij waarin iemand met een andere kleur zich dubbel moet plooien. Als wit persoon kunnen wij ons dat niet inbeelden, denk ik. Aan tafel wordt instemmend geknikt.

Sanda wilde aan de hele wereld tonen dat als hij iets wilde, hij dat kon waarmaken.”

De twee hebben zich al suf gepiekerd waarom Sanda per se bij Reuzegom wou.

Maar ergens begrijpen ze het. Volgens Marie speelde dat aspect een heel grote rol.

Seydou en Sanda zijn niet in armoede opgegroeid, maar wel tussen welgestelden. Dat verschil is er wel altijd geweest en Sanda heeft dat ook gezien. Hij zei: ik wil dat ook.

“Ik herinner mij gesprekken waarin Sanda vertelde dat zijn vrienden én op reis gingen in de zomer én op citytrip én gingen skiën. Hij wilde graag mee, maar vroeg zich af hoe hij dat in godsnaam zou betalen. Door allerlei jobs te combineren en hard te werken.”

Seydou: “Ik was in Edegem de enige kleurling op school. Als de mama’s en papa’s hun kinderen kwamen ophalen, was dat altijd in blitse auto’s en met merkkledij.

Sanda wilde ook zo’n leven. En zo kunnen wij die keuze om bij Reuzegom te gaan ergens plaatsen. Zeker als je dat koppelt aan zijn wat jeugdige naïviteit.”

Hoe hebben jullie het nieuws vernomen?

Seydou: “Ik werd ’s ochtends wakker en zag al die gemiste oproepen en paniekerige berichten van papa.

“In het ziekenhuis zei de dokter dat Sanda een niet te verklaren hoeveelheid zout in zijn lichaam had. Wisten wij veel wat er gebeurd was? Ik wist zelfs niet van die doop.

“Ons laatste contact, de dag voor de doop, ging over FIFA spelen en een nieuwe topscore op de Playstation. Onze guilty pleasure.”

“Het leek een ongeval, we dachten: er is iets misgelopen en we zien het later wel.” (lange stilte

“Ik heb hem die ochtend nog kort mogen zien. Er was geen context, de dokter zei wel dat er onherstelbare schade was aan de hersenen. Het was zo bruusk, zo onomkeerbaar.

Sanda lag daar. Je gelooft je ogen niet.”

Marie: “Het was een impasse: het zoutgehalte was zo hoog en dat mochten dokters niet te snel naar beneden halen.

“Maar het was ook: hoe langer je wacht, hoe meer schade je aanricht. Het was ongezien en niemand wist hoe daarmee om te gaan.”

Wanneer is het besef doorgesijpeld dat het vreselijk fout was gelopen?

Marie: “Meteen na zijn dood is één van de andere schachten bij ons geweest. Hij was in shock en zei niet veel.

“Wij bleven uitgaan van een tragisch ongeluk, van een foute inschatting van visolie drinken. Wij dachten niet aan het ergste, net omdat wij als mensen zo niet in elkaar zitten.

“Beetje bij beetje, door onze advocate Elisa die het strafdossier ging inkijken, zijn we al die details te weten gekomen. En door jullie reconstructie in de krant.

Seydou kon dat strafdossier niet lezen, net als de vader, omdat het emotioneel te zwaar was.

“Zelf ben ik eenmaal mee naar de griffie geweest om Seydou te helpen. Ik heb hem één keer alles verteld, en dan hebben we er nooit meer over gepraat.”

(lange stilte) “Mijn lichaam verstijfde helemaal tijdens het lezen van het dossier. Ik heb nadien een hele maand een maagontsteking gehad.”

En dan kwam het besef: dit mag niet straffeloos blijven?

Seydou: “Ik ervaar een mix van emoties: boosheid, onbegrip, worstelen met die waaromvraag.

“Ik kan enkel hopen dat Justitie haar werk doen en dat die mensen verantwoording zullen afleggen en de gevolgen van hun daden zullen dragen. Een proces is de evidentie zelf, we leven nog altijd in een democratie.”

Marie: ”Ieders rol is nog niet duidelijk en daar willen wij antwoorden op. We willen gewoon dat ze hun verantwoordelijkheid opnemen.

“Weet je wat zo erg is? Dat je zoiets doet en geen inzicht hebt in wat je gedaan hebt. Een heel enge gedachte vind ik dat.

“Zijn dat onze latere advocaten, onze dokters, onze rechters? Heel eng. Het draait voor ons niet over: steek hen in de gevangenis. Meer van: erken wat je gedaan hebt, neem je verantwoordelijkheid op en herstel ons vertrouwen in de mensheid.”

Hebben jullie al die tijd niets gehoord van leden van Reuzegom?

Seydou: “We hebben een drietal brieven gekregen, maar dat was louter zelfbeklag. Een jammerlijk geval dat niet had mogen gebeuren, schreven ze.

“Wat betekenen excuses als je je daden niet erkent? We missen oprechtheid. We zijn heel bang voor die confrontatie op het proces.

“Het is heel eng dat zij over Sanda gaan praten. Wie zijn jullie om mijn broers naam alleen nog maar uit te spreken? Laat staan hem jullie vriend te noemen?”

Marie: “Hij is zoveel meer waard.”

Seydou: “Ik denk bij mezelf: moet ik hen haten? Ik voel eerder diep medelijden. Omdat ze geen verantwoordelijkheid nemen, omdat ze geen normen en waarden hebben, omdat ze zich verschuilen achter hun advocaten.

“Dat ze niet op hun gedrag werden aangesproken, is voor ons onbegrijpelijk. Ze hebben toch ook ouders? Hoever van de realiteit kan je staan.

“Ik heb nooit overwogen om hen op te zoeken. We gaan ons niet verlagen tot dat niveau. Je blijft trouw aan jezelf, en aan Sanda.”

Een tijd voor de doop plaatsvond werd hij volgens een ooggetuige uitgescholden voor “neger” door enkele leden.

Seydou: “Het maakt deel uit van onze samenleving. Sanda zou dat nooit komen vertellen aan ons. Daarvoor was hij te fier. Hij gaat dat genegeerd hebben. Je moet daar blijkbaar door, het is zo.

“En dat verontrust me, want het gaat niet alleen over Sanda. Er zijn veel Sanda’s die zich dubbel moeten plooien en zulke dingen allemaal over zich heen krijgen.”

Ik moet vaak denken aan de verontruste Zwitserse docente van de KUL die de Reuzegommers in de ochtend op weg naar de fatale doop in Vorselaar aansprak over Sanda’s toestand.

Seydou: “Die arme vrouw moet zich heel machteloos gevoeld hebben. Die Reuzegommers hebben haar botweg afgewimpeld.”

Marie: “Ongelooflijk dat ze dat deed. Het zegt iets hoe slecht hij er die ochtend na de cantus al aan toe moet zijn geweest. Het moet meer geweest zijn dan gewoon een grote kater na een dronken nacht.

“Ook voor haar, met de wetenschap dat hij een dag later dood was, moet dat besef heel zwaar zijn.”

De KULeuven kwam de voorbije maand stevig onder vuur te liggen. Er werden tuchtstraffen uitgesproken “op basis van de info die ze toen hadden”. Wat is jullie houding ten overstaan van de unief?

Seydou: “De rector was op de begrafenis.

“Als er iets is, laat maar weten”, zei hij.” (diepe zucht

“Sinds die dag mis ik vooral heel veel transparantie bij de KUL. De rector heeft nooit gecommuniceerd over mogelijke bijkomende straffen.

“Eerlijk? Ik stoor mij enorm aan hun aanpak. Ze zijn tekortgeschoten. Waarom ze zich geen burgerlijke partij hebben gesteld, blijft voor mij een raadsel.”

Marie: “Ze steken hun kop in het zand. Kom hier met ons praten, leg ons uit waarom je bepaalde beslissingen wel of niet hebt genomen. Intussen mogen ze rustig verder studeren en kunnen ze nog net op tijd hun diploma behalen. Nadien valt er niets meer te tuchtstraffen.

Ze hadden hen, de voorgeschiedenis van Reuzegom indachtig, ook gewoon van de KUL kunnen gooien.”

Seydou: “Wat moet je eigenlijk meer uitsteken om van de universiteit gegooid te worden?”

Wat houdt jullie recht momenteel?

Marie: “Elkaar. Ons dochtertje.

Sanda’s echte vrienden ook. De serene manier waarop zij hiermee omgaan is zo bewonderenswaardig en geeft ons kracht.

“Jonge gasten nog, en al zo evenwichtig, met de beide voeten op de grond. Dat geeft vertrouwen in de mensheid.

“Verder proberen we de feiten los te koppelen van Sanda. Anders kan je dit niet aan. Helaas worden we hiertoe nu wel verplicht.”

Seydou: “Een stuk van je zijn is afgepakt op een heel onrechtvaardige manier. We moeten ons heruitvinden en dat is moeilijk.

“We kunnen niet zorgeloos genieten van ons dochtertje. Sanda komt niet meer terug en daarmee moeten we leven. (stilte)

“Ik denk vaak aan waar Sanda nu had gestaan. Bezig met zijn vijfde jaar ingenieur, allicht op Erasmus geweest naar Japan. En stervoetballer bij Ik Dien.

“Met de glimlach door het leven. Sowieso!”

Seydou De Vel en Marie Van Steenkiste

Het Nieuwsblad

Naar Facebook

Naar de Sanda Dia pagina


Scroll naar boven