Adania Shibli – De auteur die niet welkom was op de Frankfurter Buchmesse


Voor het eerst sinds haar prijsuitreiking op de boekenbeurs van Frankfurt werd uitgesteld, spreekt de Palestijnse schrijfster Adania Shibli zich uit.

John Freeman – De Standaard


‘Ik was bang dat ik mijn taal kwijt was´

Adania Shibli


Adania Shibli was nog een kind op de amandel- en olijfboerderij van haar familie in Palestina toen haar moeder zich ontpopte als verteller.

‘Telkens wanneer de elektriciteit uitviel, verzamelde mijn moeder ons rond zich – we waren bang en konden niet lezen. Ze vertelde ons dan verhalen tot het weer licht werd.’

Shibli’s moeder kon niet lezen of schrijven. Haar verhalen leven alleen nog voort in Shibli’s broers en zussen.

Op een ochtend, ze is net terug in Zürich waar ze verblijft als gastschrijver, borrelt een van die verhalen op uit haar geheugen.

Terwijl Shibli het navertelt via Zoom, toont ze de brede glimlach die altijd op haar gelaat verschijnt als ze het over haar familie heeft.

In de kronkels van haar verhaal vervliegt de plot, maar één ding is duidelijk: een man speelt alles kwijt omdat hij onzorgvuldig is omgegaan met woorden.

Het is geen toeval dat Shibli net dit verhaal vertelt. Half oktober zou ze tijdens een ceremonie op de boekenbeurs van Frankfurt de LiBeraturpreis ontvangen, een prijs voor auteurs uit het mondiale zuiden die wordt uitgereikt door de Duitse literaire organisatie LitProm.

Plots werd de uitnodiging ingetrokken ‘met een korte e-mail’, zoals ze zegt, waarin LitProm verwees naar het conflict tussen Israël en Palestina.

Een brief met kritiek op de opschorting van haar prijs werd ondertekend door meer dan 1.500 auteurs, onder wie Nobelprijswinnaars Annie Ernaux, Abdulrazak Gurnah en Olga Tokarczuk.

Tot nu toe hield Shibli zelf zich op de vlakte over de kwestie. Ondanks de tientallen verzoeken die zich opstapelden op haar bureau, vloog ze naar Zuid-Korea voor een literair festival. Ze had de mensen in Seoul toegezegd dat ze zou komen en was niet van plan om terug te komen op haar woord.

‘Het moment dat je zegt dat je iets gaat doen, moet je het ook doen.’

Adania Shibli

Haar verhouding met taal is een van de redenen waarom Shibli in 25 jaar als schrijver slechts drie korte romans heeft gepubliceerd: TouchWe are all equally far from love en (de enige naar het Nederlands vertaalde) Een klein detail.

Verfijnde, gezandstraalde boeken die het innerlijke leven oproepen van personages tegen wie taal als een wapen wordt ingezet, een instrument, een soort kooi.

Haar romans boetseren soepele, prachtige personages die ondanks die systemen overeind weten te blijven, binnen het landschap van wat zij een ‘littekentaal’ noemt.

De echte pijn

Dat geldt bovenal voor Een klein detail, een boek met twee met elkaar verstrengelde verhalen.

In het eerste, dat zich afspeelt in augustus 1949, ontmoet de officier van een bataljon dat de zuidelijke Negev-woestijn zuivert van achtergebleven Arabieren en bedoeïenen, een bedoeïenenmeisje. Hij ontvoert en verkracht haar, om haar uiteindelijk te vermoorden.

In de tweede helft van het boek leest een vrouw, die dag op dag 25 jaar na deze misdaad is geboren, er een nieuwsbericht over. Ze trekt erop uit om meer te weten te komen, laverend langs alle obstakels die je kunt verwachten voor een Palestijnse die checkpoints moet passeren om in bibliotheken en archieven haar verleden te ontsluiten.

‘Uit zo’n politiek beladen materiaal weet Adania existentiële fictie te puren, en dat is best wonderlijk’, zegt de Britse romanschrijver Adam Thirlwell in een e-mail.

‘Het heeft iets te maken met de combinatie van intentie, fysieke precisie, van lichamen en van landschappen, gecombineerd met haar wilde compositorische controle en donker komisch perspectief. De roman is een vernuftige studie van empathie en grensoverschrijdend onderzoek.’

Het schrijven van het boek kostte Shibli twaalf lange jaren, waarin ze naar Londen verhuisde om een doctoraat in media en culturele studies af te ronden – haar thesis ging over de visuele terreur van 9/11.

Het was de tijd van de Tweede Intifada (2000-2005) en ze werd geplaagd door nachtmerries. Ver weg wonen van waar haar taal werd gesproken, stelde Shibli echter in staat om haar van dichterbij te ervaren.

Zoals de regel die het tweede deel van haar boek opent:

‘Nadat ik klaar was met het ophangen van de gordijnen voor de ramen, ging ik op bed liggen.’

Toen de roman in het voorjaar van 2022 verscheen in Duitsland, kreeg Een klein detail lovende kritieken.

Maar in de aanloop naar de boekenbeurs van Frankfurt schreef de Duitse literatuurcriticus Carsten Otte een recensie waarin hij aanklaagde dat in het boek ‘alle Israëli’s anonieme verkrachters en moordenaars zijn, terwijl de Palestijnen het slachtoffer zijn van toxische of schietgrage bezetters’.

Shibli is ervan overtuigd dat de recensie een rol gespeeld heeft in de beslissing om haar prijs uit te stellen.

Toch, zegt ze, ‘heb ik deze hele zaak vooral ervaren als een afleiding van de echte pijn, en niet meer dan dat’.

Shibli wijst erop dat ook alle Palestijnse personages in het boek naamloos zijn. De eerste keer dat we überhaupt Arabieren tegenkomen in de roman, zijn het alleen hun schaduwen die de soldaat opmerkt:

‘Soms zag hij hun tengere, zwarte gedaanten tussen de heuvels heen en weer dansen, maar zodra de jeep ronkend en sputterend in de buurt kwam, waren ze spoorloos verdwenen.’ (Zoals vertaald uit het Arabisch door Djûke Poppinga, red.)

Adania Shibli (1974) stamt zelf af van bedoeïenen. Duizend jaar geleden trokken haar voorouders naar Palestina als strijders voor Saladin, de eerste sultan van Egypte en Syrië.

Haar familie kreeg een enorme lap land in handen, die mettertijd kromp, eerst door de Britse overheersing over het mandaatgebied Palestina en daarna door de oprichting van Israël, wat paal en perk stelde aan hun verplaatsingen als nomaden omdat die ‘de controle over land en mensen verstoren’, zoals Shibli het uitdrukt.

Uiteindelijk nam de Israëlische regering al het land in beslag, waarbij haar vader een deel kon terugvorderen als hij het inpikte van een andere Palestijnse familie. Hij weigerde.

Taallitteken

Er bleef enkel de boerderij over waar Shibli opgroeide en vanaf haar vierde meewerkte.

Voordat ze naar school ging, leerde ze van haar ene zus Arabisch lezen en schrijven, en Engels van een andere.

‘Ik bracht meer tijd door bij de geiten dan met mijn ouders’, lacht ze.

Toen ze negen was, gaf een zus haar een notitieboekje om in te schrijven en ze keek niet meer om. Aan de universiteit schreef ze teksten die ze indiende bij de betere tijdschriften in Palestina.

Als prille twintiger trok een stuk van haar de aandacht van de legendarische, Palestijnse dichter Mahmoud Darwish, die haar ontbood op zijn bureau en haar vroeg om een tekst van vier pagina’s te schrijven. Wat ze deed. Waarna hij haar aanmoedigde om door te zetten. Zo ontstond haar roman Touch.

Bijna dertig jaar later vat Shibli de spanning tussen de kracht van taal en de uitwissing ervan waar het boek op focuste zo samen:

‘Net als vele anderen groeide ik in Palestina-Israël op met het besef dat taal meer is dan een communicatiemiddel. Ze verbergt vaak meer dan ze uitspreekt, in haar stiltes herbergt ze eindeloze mogelijkheden die niet hoeven uitgedrukt te worden.´

´Taal kan worden aangevallen, misbruikt. En toch kan ze de ultieme vrijheid bieden om te bestaan en lief te hebben, ook als je daar in de echte wereld geen toegang tot hebt.’

Voor een Palestijn is het daar waar het taallitteken het meest pijn doet.

Hoe schrijf je wat je niet te horen krijgt?

Het begint met het schrappen van ‘bepaalde woorden,’ zegt Shibli, ‘het meest voor de hand liggend is “Palestina”, de namen van plaatsen die we in het Arabisch uitspreken maar die nooit voorkomen op verkeersborden of kaarten, het zwijgen over het verleden van iedereen rondom.

“Arabier” en “Arabisch” worden gebruikt als scheldwoorden, een “Arabische baan”, wat een rotjob betekent, enzovoort.’

Als ze het over taal heeft, klinkt Shibli alsof ze het over een wezen met een eigen wil heeft. Een dat kan worden geschaad.

Sinds de explosie van geweld in Israël en Palestina hebben woorden haar bijna volledig verlaten– ze maakt zich zorgen over hun vertrek.

‘Ik ben altijd bang geweest dat ik op een dag wakker zou worden en geen taal meer zou hebben – het is mijn grote angst. En de afgelopen vier weken heeft de taal me in de steek gelaten, alsof ze er niet langer was. Wat ik ook probeerde, het haalde niets uit.’

‘Dat verlies van taal begrijp ik nu als de nevenschade van aanslepend leed: de niet te vatten pijn van mensen in Palestina-Israël op wie een nieuwe golf van wreedheid is losgelaten, de persoonlijke pijn een droom te moeten opgeven over een vorm van samenhorigheid, waarbij we onszelf toestaan om te leren van pijn in plaats van anderen pijn aan te doen.’

De vele mediaverzoeken van de afgelopen weken en de kritiek dat ze die onbeantwoord liet, heeft haar doen inzien dat we de neiging hebben om stilte te reduceren tot iets wat afgewezen moet worden, in plaats van ‘ons stilzwijgen te erkennen als een metgezel van pijn’, zegt ze.

‘Voor mij is literatuur de enige plaats die stilte accepteert.’

Voor ze niet langer welkom bleek op de boekenbeurs, was Shibli al beginnen schrijven aan een tekst die ze zou kunnen brengen als dankwoord.

Het thema: verboden boeken.

Een klein detail

Op 7 december 2023 komt Adania Shibli naar Bozar in Brussel voor een gesprek met Iman Mersal over de relatie tussen taal en thuis zijn, en de erfenis van Edward Said. © The Guardian


Adania Shibli © Lina Hindrum/Cappelen Damm

Lees ook

  • Nicholas Kristof
    Dit moment zal de geschiedenis ingaan als een moreel en politiek dieptepunt

  • Mustafa Barghouti
    Het echte doel van deze oorlog is een etnische zuivering van Gaza

  • Yuval Noah Harari
    Links is in het Westen ‘onverschillig’ tegenover gruweldaden van Hamas

  • Johan Depoortere
    De hypocrisie van het Westen is adembenemend

  • David Grossman
    Israël presenteert zich als democratie, maar is het niet

  • Bart Eeckhout
    Valt er een morele hiërarchie aan te brengen in het kwaad dat Hamas en Israël aanrichten

  • Maarten Boudry
    Als Israël dat wilde, had het de hele Gazastrook al ontelbare keren van de kaart kunnen vegen

  • David Grossman
    Ik wil niet langer vertoeven in een wereld die zulke monsters toelaat om te bestaan

  • Arnon Grunberg
    Hamas heeft deze oorlog al gewonnen

  • Ramsey Nasr
    Palestijnse slachtoffers hebben geen namen, het zijn nummers

  • Yuval Noah Harari
    Alleen internationale inmenging kan ons nog redden


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven