Het laatste woord – Bart De Wever geeft niet om Vlaanderen


Het laatste woord

Een eigen wijze kijk op de wereld

Frederik De Backer – De Morgen


‘Ik weet niet of het de aandachtige flamingant al is opgevallen, maar Bart De Wever geeft niet om Vlaanderen’


Confederalisme of niets, zo staat Bart De Wever weer van het balkon van zijn muffig paleisje te blazen. Anders stapt hij in 2024 niet in een federale regering.

Nukkig vouwt het baasje de armen over elkaar en trapt een kiezeltje bij zich vandaan.

Niets dus. Weer niets.

Ik weet niet of het de aandachtige flamingant al is opgevallen, maar Bart De Wever geeft niet om Vlaanderen.

Bart De Wever geeft om hoe zacht het Antwerpse pluche aan zijn gat voelt.

Vlaanderen kan verzinken in de diepste diepten van de hel zolang ’t Stad zijn keizer de hielen likt.

Hoeveel keer heeft die man al niet de kans gehad iets wezenlijks te veranderen in dit land dat hij zo verfoeit?

Hoelang is hij al niet schaduwpremier en hoeveel keer heeft hij niet geweigerd het ook in het volle licht van de werkelijkheid te zijn?

Onze zonnekoning.

Nee, als granaten naar Deurnse deuren gooit hij stenen naar ramen waarachter zich verschuilt wat niet achter hem aan marcheert. Meer niet.

Hij is de koning op het schaakbord. Degene om wie alles draait, maar die zelf geen poot verzet, veilig verdoken achter wankele pionnetjes.

Jambon, Weyts, Homans, Francken: nog voor er een viltje aan kleefde, was het aan houtrot ten prooi.

Demir kun je met veel goede wil nog een paard noemen, al was het maar omdat je haar tot hier hoort hinniken wanneer ze weer eens loopt te bokken.

Steeds opnieuw staat hij in de koelte van Brabo’s blote kont uit te dagen wie wel de hitte trotseert.

“Toe, Bart, doe ook mee, iedereen vraagt naar u, gij moogt het spelletje kiezen.”

“Nee, ik doe enkel mee als ik mag winnen.” Confederalisme of niets.

Kevin De Bruyne wil geen countervoetbal spelen, ook al is hij omringd door prutsers.

Indíén hij al het veld op komt, speelt De Wever catenaccio. Hij leest het spel feilloos, zolang hem zelf geen bal voor de voeten komt gerold.

“Slechte pass!” kraait hij dan. “Dat had ik zelf veel beter gedaan. Als ik had gewild.”

Ik ben die man zo beu. Laat hij oppositie voeren, laat hij voor de miljoenste keer dat afgezaagde leeuwenwijsje van ’m zingen, luidkeels als het moet, met of zonder pandakostuum, maar laat hij het enkel doen als hij bereid is zelf de arena te betreden.

Indien niet, laat hij dan zwijgen.

Zo moe gehoord ben ik het dat ik ’s avonds in Deurne loop te zoeken naar een granaat die me finaal verlost van zijn gelul.

Hoe lang moet dát overigens nog duren, o groot orakel? Het is nog net niet letterlijk uw achtertuin waarin met bommen wordt gegooid en zelfs dat krijgt u niet opgelost.

Zijn er niet genoeg BearCats voorhanden?

Of leidt de war on culture u te veel af van de war on drugs?

Klauwen noch tanden, slechts een keelgat waaruit niets dan holle woorden opborrelen.

U bent geen staatsman, hoogstens een intrigant.


Lectrr

Lees ook

Vul hieronder de zoekopdracht Het laatste woord in en vind meer berichten.


Bron: De Morgen

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven