Ignaas Devisch – Als we niet afkicken van onze fossiele verslaving, zijn we suïcidaal


Filosoof Ignaas Devisch wil Itinera meer laten wegen op het grote maatschappelijke vraagstuk van deze tijd: een rechtvaardige transitie naar een duurzame economie. De denktank wordt betaald door bedrijven, maar werkt in alle onafhankelijkheid, zweert hij. ‘Zodra ik een schijn van inmenging zie, ben ik er weg.’

Jan-Frederik Abbeloos - De Standaard


Wie is Ignaas Devisch?

  • Geboren op 15 augustus 1970 in Brugge

  • Is hoog­leraar medische filosofie en ethiek aan de Universiteit Gent.

  • Columnist bij De Standaard en veel­gevraagd commentator in de media.

  • Schreef diverse boeken, waaronder Het empathisch teveel (2017) en recent nog Vuur, een vergeten vraagstuk (2021).

  • Devisch biedt ook consultancy aan bedrijven aan, bijvoorbeeld bij de opmaak en coördinatie van een ethische code.

  • Is sinds september van dit jaar ceo van denktank Itinera.

Zelfs voor naaste kennissen kwam het als een verrassing dat filosoof ­Ignaas Devisch (UGent) sinds vorige maand denktank Itinera leidt. Geen evidente match, want hij staat relatief ver af van de economische thema’s waarover ­Itinera geregeld studiewerk publiceert.

Recent werk van Devisch focust ook op het nut van solidariteit of de limieten van onze verslaving aan goedkope fossiele energie.

Niet meteen topics die geassocieerd worden met de denktank die volledig gefinancierd wordt door het bedrijfsleven en vijftien jaar geleden werd opgericht door professor arbeidsrecht Marc De Vos, onder­nemer Gaëtan Hannecart van bouwgroep Matexi en Bart Verhaeghe, de eigenaar van Club Brugge.

Devisch volgt als algemeen directeur Leo Neels op, de vroegere baas van VTM en Pharma.be, de ­vereniging van de geneesmiddelen­industrie.

U moet toch eens uitleggen hoe al die mensen uiteindelijk bij u uit­kwamen.

‘Mijn eerste vraag toen ik dit voorjaar werd benaderd, was ook: waarom ik? (lacht) 

´Maar naar aanleiding van haar vijftiende verjaardag kwam de organisatie zelf tot het besluit dat het tijd was voor vernieuwing, als Itinera nog eens vijftien jaar relevant wil blijven.

Het volstaat vandaag niet meer om doorwrochte analyses te maken voor de beleidsmakers. Dat moeten we blijven doen, maar meer dan ooit moeten we de ruimere publieke opinie bespelen, ook via ­sociale media. Dat is eigenlijk een van de redenen waarom ze onder meer mij in het vizier kregen.’

Ignaas Devisch: ‘Je moet ergens voor staan. Als je van alles en nog wat doet, doe je meestal niet veel.’ Titus Simoens
En u zei meteen ja?

‘Ik was in elk geval meteen geïntrigeerd.

´Ik mag wel zeggen dat ik heel mijn academische carrière veel belang heb gehecht aan publiek debat, meer dan aan mijn universiteit lange tijd werd geapprecieerd.

´Hier moest je vooral Engelstalige publicaties schrijven, zeker geen columns in De Standaard. Maar goed, ook daar zijn de geesten opgeschoven.

Om eerlijk te zijn: ik liep al enige tijd rond met het idee om zelf een denktank te starten, maar daar komt ­zoveel bij kijken – niet het minst de financiering van zo’n onderneming.

Het aanbod kwam ook op een goed moment. Ik ben nu al eventjes hoogleraar ­(Devisch is 51, red.) en begon me af te vragen wat ik de komende twintig jaar nog allemaal wil doen.’

De ene denktank is natuurlijk de ­andere niet. Itinera heeft een uit­gesproken liberaal profiel. Dat omarmt u?

‘Ik ken het cliché dat Itinera een rechtse denktank is. De organisatie was en is zich bewust van die per­ceptie.

En geef toe: door iemand met mijn profiel binnen te halen en met de nieuwe voorzitter (die eerder als intendant het Oosterweelproject vlot trok, red.) toont Itinera toch ­duidelijk aan dat het met een open ­vizier aan de slag wil gaan en dat het cliché van enge liberale denktank veel te kortzichtig is.’

‘Ik mis bij Itinera de expliciete koppeling van welvaart aan welzijn. Dat los zien van elkaar lijkt mij krankzinnig. Dus dat zal evident deel uitmaken van het verhaal’

‘Wie trouwens de breedte van de publicaties bekijkt – en dat heb ik gedaan – ziet dat de perceptie sowieso onterecht was.

´Maar bon, het is aan ons om die perceptie bij te sturen en erover te waken dat er meer evenwicht komt in de thema’s die we ­onder de aandacht brengen.’

Uw hoofdeconoom blijft wel Ivan Van de Cloot en ook stichtend lid Marc De Vos zal de aandacht naar zich toe blijven zuigen. Na het onderzoek van Thomas Piketty waarschuwde hij dat ‘onze obsessie met ongelijkheid uit de hand loopt’. Dat zie ik u niet snel zeggen.

‘Ik ga het proces niet maken van ­alles wat in het verleden is gezegd of geschreven. En ik ben ook niet bij Itinera gekomen om er mijn persoonlijke agenda door te drukken.

´We maken nu met het team volop de denkoefening: moeten we breder gaan? Moeten er nieuwe thema’s bijkomen? Moeten we andere accenten leggen?’

De vraag is vooral: door welke bril ­bekijk je die thema’s? Het mission statement op jullie website begint nog steeds met de melding dat ondernemers en ondernemingen het fundament zijn voor nieuwe welvaart. Dat onderschrijft u toch?

‘Wel, zoals ik zei, we houden intern alles tegen het licht. Dat zal onvermijdelijk tot gevolg hebben dat we veel zaken gaan herformuleren, ­zowel qua thema’s, als qua missie en visie.’

Die moeten anders?

‘We zijn het aan het bespreken. Gaan wij onze identiteit verloochenen? Nee, natuurlijk niet. Maar om één voorbeeld te geven, ik mis de ­ex­pliciete koppeling van welvaart aan welzijn. Dat los zien van elkaar lijkt mij krankzinnig. Dus dat zal evident deel uitmaken van het verhaal.’

En Marc De Vos heeft zich maar te schikken? Of wordt Itinera een huis waar iedereen zijn eigen verhaal vertelt?

‘Het een noch het ander. We moeten vooral nadrukkelijker het debat opzoeken. Zonder taboes over wat we bespreken en hoe we het bespreken.

´Het lijkt me evident dat je een invloedrijk werk als dat van Piketty ­kritisch doorlicht, maar er moet ook ruimte zijn voor wie de analyse van Marc niet deelt. Wie weet deel ik ze zelf niet.

´Mijn opdracht is vooral om dat soort debat opnieuw ten gronde te laten voeren. Met goed onderbouwde argumenten. Daar is zo’n grote nood aan in tijden waarin pakweg sociale media drijven op te gemakkelijke verontwaardiging.

´We hebben echt een vrijplaats nodig om luidop te kunnen nadenken. Ik heb daar gisteren met Marc nog over ­samengezeten, en ik ervaar bij hem een erg open geest.’

Maar een denktank heeft toch een denkrichting nodig? Bij Minerva is die helder: ze positioneren zich ex­pliciet als een onderdeel van de progressieve beweging. In uw eerste ­bijdrage op de website als ceo zegt u dat Itinera ‘structurele antwoorden en een langetermijnvisie wil brengen die ons verder dragen dan de eerstvolgende verkiezingen’. De echte vraag is: welke dan?

‘Je moet inderdaad ergens voor staan. Als je van alles en nog wat doet, doe je meestal niet veel. Daar ben ik het helemaal mee eens.

´Ik zie vier pijlers. Je hebt uiteraard ondernemers. Die zijn effectief nodig om welvaart te creëren.

´Maar je hebt ook goed bestuur nodig van overheden.

´Je hebt ten derde de civil society en tot slot de individuele verantwoordelijkheid van de burger.

Voor mij zijn die vier pijlers even belangrijk.

´Ik blijf erbij dat Itinera over elk ervan al interessante zaken te vertellen had, maar het kon geen kwaad om die output eens kritisch te be­kijken.

´En je kan niet negeren dat sommige thema’s zich na vijftien jaar in alle urgentie opdringen. Diversiteit bijvoorbeeld, en zeker ook duurzaamheid. Zelfs al ben je een harde ondernemer die gericht is op winstcreatie.

´Hoe gaan we economie en ecologie verzoenen? De ondernemerswereld voert dat debat zelf.’

Het is inderdaad een thema dat nu ook door Voka en zakenblad Trends beleden wordt. Maar er schuilt een scherp ideologisch debat achter, ­zoals u zelf aangeeft in uw recentste boek Vuur: valt het klimaat nog te redden binnen een groeigedreven ­kapitalisme? Bij denktank Oikos hebben ze daar hun twijfels bij. Ik vermoed dat Itinera vindt dat de zaak wel nog vlot kan worden ge­trokken binnen het kapitalisme?

‘Ja, op voorwaarde dat duurzaam ondernemen écht het doel is, niet iets dat er een beetje bij komt.

´´Want ons economisch verhaal van de laatste twee eeuwen, wat de filosoof ­Peter Sloterdijk omschrijft als het grote fossiele verspillingsfeest, dat is effectief ten einde.

´Als we niet af­kicken van onze fossiele verslaving, zijn we suïcidaal. Dan organiseren we onze eigen ondergang, en nog veel sneller dan we denken.

´Kunnen we die transitie realiseren binnen een volledig ander economisch systeem? Dat zie ik nog niet meteen ­gebeuren. Heeft dat systeem een flinke bijsturing nodig? Dat lijkt mij wel. Is die bijsturing af en toe al bezig? Ja, zij het moeizaam.’

‘Ik heb daar met Dirk Holemans van Oikos trouwens al gesprekken over gehad. En we zullen daarover blijven praten. Ik zou zeer benieuwd zijn om dat debat te organiseren, ook met Minerva.

´Zouden we het fundamenteel oneens zijn met ­elkaar? Ik weet het niet, maar ik zou in elk geval benieuwd zijn naar de uitkomst.’

 Titus Simoens
Een discussiepunt tussen jullie is misschien wel de vraag of de tran­sitie voldoende sociaal kan zijn.

‘Oh, maar dat is een belangrijke ­reflex. Ik vrees zelfs voor een grote globale ongelijkheid, zoals we die ook zien bij de vaccinatiecampagnes tegen het coronavirus.

´Je krijgt landen met voldoende kapitaal en knowhow en landen die gewoon achterblijven. Jammer genoeg vormt die tweede groep de grote meerderheid.

´Het is met de klimaatverandering zoals met corona. De mensen met de minste kansen zullen er zeer waarschijnlijk de grootste slachtoffers van worden.

´Dat is een drama, een compleet drama.

´En hoe sneller we daar vooruitgang in vinden, hoe beter. Dat fundamentele vraagstuk was misschien wel dé motivatie om bij Itinera aan de slag te gaan.

´Ik zou onnozel en naïef zijn om te denken dat ik dat probleem op mijn eentje met een vingerknip zou gaan oplossen.’

En toch. Wat zeggen de vier pijlers van Itinera daarover?

‘Wel, je hebt vandaag een grote focus op ons individuele gedrag. Neem minder het vliegtuig! Doe minder dit en dat! Maar al die kleine inspanningen kunnen onmogelijk het verschil maken.

´De reflex is dan vaak om meteen te kijken naar de politiek, die het nationaal of internationaal maar moet oplossen – waar je dan beleidsnota’s en engagementen krijgt richting 2050.

´Ik huiver daarvan. Want wat gaan we hier en nu doen? Dat wil ik weten.

´Mijn ervaring met de politiek is dat het heel moeilijk is om daar veranderingsprocessen tot stand te brengen, als ze eerst niet dat fameuze draagvlak voelt. En dus kom je toch uit bij de cruciale rol van het middenveld en de civil society.

´Als ik zie hoe snel het denken rond mobiliteit aan de UGent is veranderd ...

´Steeds meer mensen nemen de fiets, vervolgens komt er druk op het stadsbestuur om meer fietspaden en -bruggen aan te leggen. Zo werkt het.’

‘Het is met de klimaat­verandering zoals met corona. De mensen met de minste kansen worden zeer waar­schijnlijk de grootste slachtoffers. Dat is een drama, en hoe sneller we daar vooruitgang in vinden, hoe beter’

Een overheid kan ook vooroplopen. Of simpelweg doen wat moet of niet anders kan, zoals tijdens de coronacrisis, hoe draconisch het toen ook was.

‘Ja, en laat ons hopen dat we meer marge zullen hebben om vrij samen te leven in tijden van klimaatverandering.

´Maar hoe langer we wachten, hoe strikter die marge zal worden. Je ziet nu al veel gemiste kansen.

´Denk aan de vliegreizen. In zoveel debat programma’s regende het plechtige verklaringen dat we nooit zouden ­terugkeren naar het oude normaal. Wel, vliegtuig maatschappijen zetten opnieuw drastisch goedkope tickets in om de vluchten vol te krijgen en de winstcijfers op peil te houden.

´Dus ja, het is van belang dat een overheid spelregels oplegt, zodat ook wie niet wil over de streep wordt getrokken.’

Zoals met een CO2-taks, iets waar ook Itinera voor pleit.

‘Dat zal waarschijnlijk een van de ­vele maatregelen moeten zijn om die omslag te bewerkstelligen.

´Ik ben altijd principieel voorstander geweest van beloningen eerder dan belastingen of straffen, zodat mensen uit ­eigen beweging hun gedrag aanpassen.

´Maar de klimaatverandering impliceert nu eenmaal dwingende kaders. Het is anders gewoon niet te organiseren.

´Toch huiver ik voor wie het volledig van bovenaf wil sturen. Zie ook het debat over de vaccins: mogen bedrijven daar nu winst mee maken, en zo ja, hoeveel?

´Mag de technologie in privéhanden blijven? Een cruciaal debat.

´Maar het waren wel bedrijven die vaccins in ijltempo hebben ontwikkeld en massaal geproduceerd. We moeten het debat deftig voeren.

´Zowel duurzaamheid als gezondheid is veel te belangrijk om zomaar helemaal aan de private markt of de overheid over te laten.

´Zowel markten als overheden falen, en we moeten op beide scherp toezien. Het enige dat voor mij telt, is wat we nodig hebben om eruit te ­raken. Daar is wat mij betreft geen enkel taboe over.’

Ik hoorde van een aanwezige dat Bart Verhaeghe tijdens de viering van vijftien jaar Itinera vorige week in zijn afscheidsrede toch nog een gloedvol betoog over de meritocratie afstak. Gaat hij zijn geesteskind nu echt uit handen geven? Of blijft hij de echte schoonvader?

‘Ik ben daar niet bang voor. Bovendien is het Verhaeghe zelf die de analyse heeft gemaakt dat Itinera een breder profiel moet opzoeken. Jullie hebben echt een verkeerd beeld van hem, denk ik.

´Iemand als Alexander D’Hooghe, die toch ook al een hele carrière achter de rug heeft, zou zich nooit als een schoothondje van Bart Verhaeghe gedragen.

´En ja, Bart is zeer gedreven. Overal waar hij komt, zal hij duidelijk maken wat hij belangrijk vindt. Dat is ook zijn volste recht, ­zeker bij zo’n afscheidsrede.

´Maar het is voor iedereen duidelijk dat het effectief een afscheid was en dat Bart nadrukkelijk wou dat ­andere mensen het nu overnemen.’

Maar de dag dat Itinera een paper schrijft tegen patenten of private winsten, is niet de dag dat BASF, Janssen Pharmaceutica of een andere donateur belt om te zeggen dat ze jullie daarvoor niet financieren?

‘Ik ga geen centimeter prijsgeven op mijn vrijheid, daarvoor is ze mij te dierbaar.

´Ik kan je ook verzekeren dat sommige donateurs ten tijde van de bankencrisis niet tevreden waren met tussenkomsten van enkele fellows. Maar dat heeft geen repercussies gehad op hun financiering, laat staan dat er een telefoontje is geweest. Dat zegt toch genoeg.’

‘Ik ben altijd voor­stander geweest van beloningen eerder dan van belastingen of straffen, maar de klimaat­verandering impliceert nu eenmaal dwingende kaders’

Toch is dat u ter ore gekomen.

‘Het staat ook financierders vrij om een mening te hebben. Maar dat heeft geen enkele invloed gehad op het functioneren van het team. En daar wil ik echt absoluut op staan.

´Stel dat ik ook maar een schijn van inmenging zie of een poging tot ­beïnvloeding voel, dan stopt het.

´Ik ben heel blij dat mensen ons financieren, want dat biedt ons ruimte om ons ding te doen. Maar aan alle financierders wordt heel duidelijk gemaakt dat ze geen enkele return op hun donatie kunnen verwachten.’

De lijst op de site van financiële partners is nog steeds niet volledig, omdat sommige donateurs zich liever niet kenbaar maken. Vindt u dat als ethicus correct voor een organisatie die claimt in alle transparantie aan het debat te willen deelnemen?

‘Ik kan u garanderen dat de lijst zo goed als compleet is. Een klein aantal mensen of organisaties wil zich nadrukkelijk niet publiekelijk engageren.

´Zou het idealer zijn mochten ze dat wel doen? Ik denk het wel.

´Ik zal de eerste zijn om meer transparantie toe te juichen, maar ik kan die mensen moeilijk verplichten. En het blijft een feit dat het onderzoeksteam in alle onafhankelijkheid van die financiering opereert.’

Tot slot, het is een publiek geheim dat u zich gepasseerd voelde toen Maarten Boudry de leerstoel Etienne Vermeersch kreeg. Is dit nu een troostprijs of herkansing?

‘Oh, die bladzijde was al lang omgeslagen. Daar waren spanningen over, maar ik voel geen rancune. Maarten doet dat trouwens erg goed, vind ik.’

Hij is welkom als visiting fellow bij ­Itinera?

‘Met veel plezier. Over het kernenergiedebat bijvoorbeeld.

´Ik was tien jaar geleden een rabiaat tegenstander, maar ik ben toch opgeschoven. We hebben kernenergie nodig, zeker in deze fase. Want als we nu de kerncentrales sluiten, hebben we weer meer CO2-uitstoot op andere vlakken. Daar lijkt geen alternatief te zijn.

´Maar op termijn moeten we onze energie vooral kunnen opwekken zonder afval te produceren, zoals bij kernenergie, of zonder iets te moeten vernietigen, zoals bij fossiele verbranding.

´We moeten veel meer uit zonne-energie kunnen halen. Het is een debat dat veel wetenschappelijke verbeeldingskracht vergt.

´We moeten het dringend voeren.’


Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere berichten van

Ignaas Devisch


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven