Interview – Stephanie D’Hose – Coming lady van Open Vld


Hoe kijkt de coming lady van de liberalen Stephanie D’Hose naar het ontslag van partijgenote Eva De Bleeker? “Het was onvermijdelijk.” De politiek? “Het gaat te vaak over wie de grootste ballen heeft.” En over mannen gesproken: “Ja, er is nog veel paternalisme in de politiek, ook in mijn partij. Een minister wilde ooit dat ik de potloodtest doorstond voor ik op zijn kabinet kwam werken.”

Isolde Van Den Eynde – Het Laatste Nieuws


“Ik vind het echt van belang om het profitariaat aan te pakken, werken moet meer lonen”

Stephanie D’Hose



Wie is Stephanie D’Hose?

  • Voorzitter van de Senaat (die ze wil afschaffen)
  • Vlaams parlementslid
  • Vicevoorzitter van Open Vld, rechterhand van Egbert Lachaert
  • Gentenaar, maar afkomstig uit Roeselare
  • 41 jaar
  • Zette al twee politieke tatoeages. ‘Promise’: een belofte om te breken met de oude politiek.
    De tweede is een plantje rond haar arm: om haar eraan te herinneren dat ze als vrouw en politica is gegroeid.
  • Voogd van een Oekraïense minderjarige vluchteling

    Vond u het ontslag van Eva De Bleeker terecht?

    “Het was onvermijdelijk geworden, ja. Als een staatssecretaris ingaat tegen een beslissing van de voltallige regering, dan is er een probleem.”

    En was hetzelfde gebeurd als zij een man was geweest? Open Vld staat erom bekend een machopartij te zijn?

    “Ik heb daar heel veel over nagedacht en ik ben overtuigd van wel. Het ging niet over haar vrouw zijn. Het ging over…”

    …de premier, die beschadigd was. En hij is het boegbeeld.

    “Het ging zelfs niet over de premier, maar over de hele regering. Dat zou in een bedrijf toch ook zo gebeuren? Eigenlijk is het beledigend voor Eva om te stellen dat ze ontslagen is omdat ze een vrouw is. Pas op: ik blijf ervan overtuigd dat vrouwen het nog altijd moeilijker hebben in de politiek. Maar dat speelde hier niet.”

    Ik vond uw partijgenoot Jasper Pillen nogal paternalistisch: ‘De partij heeft haar behoed voor moeilijke maanden.’

    Jasper Pillen is een heel empathische man, dat was goed bedoeld. Moeten we in onze partij opletten voor ‘mansplaining?’ Absoluut. Maar dat is niet enkel bij ons zo.”

    U heeft het ook al meegemaakt?

    “O ja! In vergaderingen gebeurt dat voortdurend. Je pitcht een idee, en tien minuten later vertelt een man juist hetzelfde maar met meer toeters en bellen. En dan klinkt: eureka!

    Eliane Tillieux (Kamervoorzitter, PS) en ik onderzochten dat in de Kamer: mannen spreken drie keer zo lang als vrouwen en ook drie keer meer. Als vrouw word je daar echt opstandig van.

    “Maar het gaat ook over de mentaliteit in de samenleving.

    “Op een congres voor parlementsvoorzitters kreeg ik de badge van medewerker toegeschoven, mijn mannelijke medewerker die voor de voorzitters.

    “Het zit ook nog ingebakken in de hoofden. Vrouwen in een hoge functie? Dat is voor velen nog wennen. En het gebeurt ook nog te weinig. Kijk maar naar de fractieleiders, voorzitters en vicepremiers.”

    U heeft ook een brief ondertekend met 120 politica’s in België die seksisme aanklaagden in de politiek. Waar ging dat eigenlijk over? Ongewenste intimiteiten, verbaal seksisme, paternalisme, machtsmisbruik?

    “Ik ben het met je eens dat het wat warrig was. Voor seksuele intimidatie zie ik een kentering. Toen ik 20 jaar geleden op een kabinet werkte, zei een andere minister mij: ‘Doorsta je de potloodtest, dan mag je bij mij komen werken.’ (bij de potloodtest hou je een potlood onder je borst, als hij blijft zitten, ‘hangen je borsten’ en faal je, red.) 

    “Ik was 22 jaar. De potloodtest? Wat was dat? (lacht) Het is ook wel iets van oudere generaties. Egbert (Lachaert, red.) kent die potloodtest niet. En Willem-Frederik Schiltz tikte een collega na een seksistisch aangebrande opmerking onlangs meteen op de vingers. De jongere generatie kijkt er al anders naar.”

    Ik kan zo kwaad zijn op mezelf als ik paternalis­me of een opmerking weglach. In de wc sta ik dan nadien als een furie mijn handen te wassen en te vloeken: ‘Ik had dat moeten zeggen!’

    Wie was dat en wat zei hij?

    “Ah, vrouwen geraken niet verder door aan ‘manbashing’ te doen. Wel door het probleem zelf te benoemen.”

    Doet u dat: het probleem benoemen?

    “Ik weet zelf ook nog altijd niet hoe ik ermee moet omgaan wanneer het gebeurt. Ik ben dan zo kwaad op mezelf als ik zo’n opmerking of paternalisme weglach.

    “In de wc sta ik dan nadien als een furie mijn handen te wassen en te vloeken: ‘Ik had dat moeten zeggen!’ En je twijfelt. Ik ben een grappenmaker, een vlotte vrouw, dat weet ik. En dan denk ik: lokte ik het misschien uit?”

    Over twijfels gesproken. Die hebben steeds meer mensen bij uw partij. 10 procent en niks lijkt te helpen. Is het nog anderhalf jaar spartelen?

    “Wij besturen natuurlijk wel al 23 jaar, dat sleep je mee. Maar het is ook gewoon gemakkelijk om aan de zijlijn te staan en om niét de handen uit de mouwen te steken en een compromis te verdedigen.

    Alexander (De Croo, red.) moet zeven partijen verzoenen. Dat is aartsmoeilijk. Ik ben ook soms gefrustreerd: zat er niet meer in? De regering heeft nog anderhalf jaar om te hervormen: de pensioenen, een aanzet tot de fiscale hervorming, het sociaal tarief en werken meer laten lonen.

    “Ik vind het echt van belang om het profitariaat aan te pakken.”

    Wat bedoelt u daar dan mee?

    “Werken moet meer lonen. Mensen die een leefloon krijgen? Dat is niet zo hoog. Maar tel er alle andere financiële voordelen bij, zoals verhoogd kindergeld en sociale tarieven? En het verschil met het laagste nettoloon is klein. Waarom zou je nog werken?”

    Ik vind het echt van belang om het profitari­aat aan te pakken. Werken moet meer lonen. Het verschil tussen een leefloon met alle voordelen en het laagste nettoloon is te klein

    Jullie hebben dat zelf mee in de hand gewerkt door dat sociale energietarief.

    “Klopt. En dus moeten we van dit jaar gebruik maken om dat te hervormen. Dat tarief is heel binair: een euro meer of minder en je hebt dat tarief of je hebt het niet. Terwijl het een gigantische slok op de borrel scheelt. En ook in Vlaanderen geven we vandaag te veel premies aan mensen die niet werken. Daarom dat wij zo hebben doorgeduwd op de jobbonus.”

    We horen dat quasi elk half jaar: ‘Nu gaan we écht hervormen.’

    (lacht) Sorry, maar een jaar geleden speelde de pandemie nog. De regering had nog geen vijf minuten om zich met normale zaken bezig te houden. En noem me naïef, maar: ik heb nog steeds het geloof dat we er niet geraken door elkaar vliegen af te vangen.

    “Politiek gaat vandaag precies over wie de grootste ballen heeft. Maar het gaat over oplossingen. Nu maken we elkaar collectief kapot.”

    Die twijfel bij Open Vld voel je ook in standpunten. De partij wil softdrugs legaliseren, maar harddrugs zwaar beboeten. Dat is wel een kromme lijn?

    “Ik vind dat niet. De maffia schiet niet in Antwerpen omwille van een jointje, maar omwille van harddrugs. Wij zijn een partij die over elk standpunt breed discussieert en de jongeren hebben voor die legalisering een lans gebroken. De rode lijn ligt bij harddrugs, die deel uitmaken van een maffieus systeem.”

    En toch gingen een paar lidkaarten terug na de cokeboetes van 1.000 euro, zag ik op Twitter.

    “Ik zit daar niet meer op. Als je je door die vergaarbak van negativiteit laat leiden, doe je niet lang aan politiek. Maar er is positieve en negatieve vrijheid.

    “Kijk naar het verkeer. Ik kan zin hebben om 180 kilometer per uur te rijden en dan rijd ik iemand aan en die is voor de rest van zijn leven verlamd. Mijn vrijheid beperkte wel de vrijheid van die andere.

    “Absolute vrijheid lukt op een onbewoond eiland, niet in een maatschappij als de onze. Wij als liberalen leggen de unieke link tussen vrijheid en verantwoordelijkheid.”

    Stephanie D'Hose in gesprek met onze journaliste Isolde Van den Eynde.
    Stephanie D’Hose in gesprek met onze journaliste Isolde Van den Eynde. 
    © vincent duterne/photo news

    Nog een voorbeeld: liberalen die geloven in de vrije markt nationaliseren nu opnieuw kerncentrales?

    “Als de markt er niet is, maar een quasi monopolie, dan kan je het ofwel aan die speler laten, met alle gevolgen van dien voor de prijs, ofwel neem je het deels terug zelf in handen.”

    Vol is vol: dat zei uw voorzitter over de opvang van asielzoekers in dit land. Is dat liberaal? Het is copy-paste van het Vlaams Belang?

    “Onze baseline is niet veranderd: wij zijn voor economische migratie. Mensen die kunnen bijdragen aan onze samenleving zijn absoluut welkom. Maar we zijn in een trechter beland waarbij we de instroom niet meer aankunnen: dat bedoelde Egbert met ‘vol is vol’.

    “En ook daar is er helaas misbruik van het systeem. Ik werd voogd van een minderjarige vluchteling. Ik ben geen moeder en ik miste wel iets in mijn leven om terug te geven aan mensen die minder fortuinlijk zijn.

    “Die minderjarigen krijgen ook een groeipakket. Samen met de schooltoelage is dat bijna 3.000 euro per jaar. Sommige minderjarigen die via mensenhandel naar hier kwamen, mikken op die toelage om mensenhandelaren te betalen. Ze duwen dan op hun voogden, die dat bedelen.”

    Heeft u dat als voogd ook ervaren?

    “Nee, ik hoorde dat van anderen. Die kinderen zijn daar uiteraard de dupe van. Je moet empathie hebben voor dat kind. Maar je wil ook de mensenhandelaren aanpakken die achter die 3.000 euro zitten.

    “Dat is wat liberalen doen: wij zijn niet extreem zoals Vlaams Belang, maar we volgen ook niet de hangmatlijn van andere partijen.”

    De partij heeft het wel erg moeilijk. Dan kijk je – zoals in het voetbal – naar de coach, de voorzitter.

    “Ja, als de wedstrijd verloren is. Maar ik ga er toch van uit dat we de wedstrijd nog niet hebben verloren. Ik vind het goed dat Egbert geen opgefokt haantje is dat voor én na een akkoord ruzie zoekt. Dat zijn de mensen beu. Net als ballonnetjes. Ik word er zelf lastig van.”

    Stephanie D'Hose. Foto Vincent Duterne / Photonews
    Stephanie D’Hose. Foto Vincent Duterne / Photonews © vincent duterne/photo news

    Dat doet Open Vld ook. Ik denk aan het kindergeld en de rellende jongeren.

    “Zeker. En ik betrap mezelf er ook op. Eigenlijk moeten we durven te zeggen: dit is een complex probleem, het vergt tijd om met enkele juiste oplossingen te komen. Maar we leven in opgejaagde tijden. Als één iemand begint met op die manier te antwoorden, gaat de bal misschien aan het rollen.”

    Partijvoor­zit­ter is een erg eenzame job, ik ben een groepsdier. En de impact op je leven is immens. Ik zie dat bij Egbert Lachaert, die net vader is geworden

    Zou het iets voor u zijn, voorzitter van Open Vld?

    “ NOOIT! (lacht)

    Dat kwam er héél snel uit. U wordt nochtans omschreven als een fikser.

    “Het is een erg eenzame job en ik ben een groepsdier. Ik ben nu het klankbord van Egbert, wij kennen elkaar door en door, en dat loopt goed. Maar de impact op je leven is immens. Ik zie dat bij Egbert, hij is net vader geworden en deze job vergt veel van een mens. Chapeau, hoor.

    “Maar ik ben nog héél geëngageerd. Waarom? Ik heb nog te weinig gedaan en hervormd. Ik zet mijn tanden in de afschaffing van de Senaat zoals ze nu is. Ik zit nog vol Sturm und Drang. (lacht)

    U heeft inderdaad nog iets op uw bord: de afschaffing van de Senaat. Het is wel contradictorisch, want enkel door u valt die Senaat nog op.

    “Ik moet mijn strategie veranderen! Nee, toen ik Senaatsvoorzitter werd, had ik de keuze: sois belle et tais-toi, zwaaien met het handje en op de foto’s staan met hoge piefen, klaar.

    “Ik had ook kunnen huilen met de wolven in het bos: de Senaat moet weg, maar het kan pas na de verkiezingen, want er is een grondwetsherziening nodig.

    “Ik koos een derde weg, de moeilijkste: zorgen dat de partijen al op één lijn zitten voor het afschaffen van de Senaat zoals hij vandaag bestaat, voor we moeten stemmen over de grondwet.”

    De Senaat hangt aan het infuus. Hij is niet dood, maar ook niet levend. Komt daar dan een einde aan?

    “We gaan het infuus afkoppelen, maar op een propere en goede manier.

    “Die onderhandelingen zijn niet voor in de krant.

    “Ik ben verantwoordelijk voor een gebouw dat 50 voetbalvelden groot is.

    “Voor 150 personeelsleden die statutair benoemd zijn. Nu stante pede afschaffen? Dat gaat niet zomaar: we moeten de grondwet wijzigen en dat kan pas na de verkiezingen. Dat is plat populisme.”


    Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose. Foto Vincent Duterne / Photonews © vincent duterne/photo news

    Bron: Het Laatste Nieuws

    Naar Facebook

    Naar de website


    Scroll naar boven