Het was een schrijnend schouwspel, de heisa naar aanleiding van de culturele functie die schrijfster Dalilla Hermans in Brugge zal bekleden. De discussie ging zogezegd over woke, maar eigenlijk zat er iets anders achter. Iets akeligs, dat we moeten blijven benoemen.
Joël De Ceulaer – De Morgen
Wie met enige aandacht de wekelijkse opstoot van obligate wokeheisa heeft gevolgd, mag zich verontschuldigen en dit artikel overslaan.
Er is wellicht al te veel gezegd en getoeterd over het protest tegen de nieuwe functie van schrijfster Dalilla Hermans: zij zal het project leiden waarmee Brugge in 2030 de culturele hoofdstad van Europa wil worden.
Dat is niet naar de zin van Vlaams Belang en N-VA, die haar te “woke” vinden, en dus gingen pers en politiek – om de sociale media niet te vergeten – dagenlang stevig uit de bol. Feestje.
Alle begrip als u aan dat spektakel een indigestie overhield.
Of laten we het een overdosis noemen: het wokedebat bevat alle eigenschappen van een verslavingsproblematiek. Het raakt bij elke opstoot harder verziekt, en toch kunnen we er niet meer mee kappen.
Woke is zo lekker dat velen er steeds meer van willen. Woke is coke. Voor alle partijen.
De ene kant leeft in ontkenning en zegt dat er geen probleem is: “Woke bestaat niet.”
De andere kant dealt in verontwaardiging en noemt het, zoals N-VA-voorzitter Bart De Wever, “een fenomeen dat ons naar de rand van een burgeroorlog kan brengen”.
De twee uitersten hebben ongelijk. Wie zich probeert te informeren, ziet dat het hier een complexe kwestie betreft.
We kunnen er niet omheen dat er zoiets als wokeness bestaat, en dat we daar alert en kritisch voor moeten zijn.
Tegelijk is die orgie van antiwokeness die vandaag politiek wordt georganiseerd, pervers aan het worden.
De overdosis van deze week mag aanleiding geven tot zelfbezinning bij alle betrokkenen, ook de media.
Al is het onmogelijk om er niet over te schrijven. Wat zo veel aandacht wegkaapt in het publieke debat, kan niet verzwegen worden.
Laat de junkies – de wokesnuivers, zoals collega Bart Eeckhout ze deze week aan de koffiemachine noemde – er hun voordeel mee doen.
Als ook u, waarde lezer die niet per se aan het spul verslingerd is, op dit moment nog altijd meeleest, volgt hier goed nieuws.
Dit artikel gaat eigenlijk niet over wokeness. Want daar ging het deze week ook niet echt over. Er was iets heel ánders aan de hand.
TWEE KEER GECANCELD
Laten we dat meteen benoemen: wat Dalilla Hermans deze week overkwam, is een bekend verschijnsel in Vlaanderen – zij onderging een regelrechte poging tot karaktermoord, die rechtstreeks gelinkt is aan het feit dat zij een migratieachtergrond heeft.
Dat is een forse stelling, die onderbouwing verdient. Daarvoor moeten we eerst even dik twintig jaar terug in de tijd. Naar het najaar van 2002, toen de schrijver die nu als een haast grijze eminentie aan Vlaamse talkshowtafels zit, nog een very angry young man was.
Wie oud genoeg is, herinnert zich nog levendig hoe Dyab Abou Jahjah destijds de publieke vijand nummer één werd.
Als stichter van de Arabisch-Europese Liga was hij de spreekbuis van een generatie jongeren met migratieachtergrond. Zijn strijdpunten waren helder en pertinent: structurele discriminatie op werkvloer, schoolbank en huurmarkt.
Zijn stijl was scherp, uitdagend. Een allochtoon, in de terminologie van die dagen, met argumenten en een grote mond. Een frisse wind in het debat. Een bedreiging voor de status quo.
Toen er na de moord op islamleraar Mohammed Achrak relletjes uitbraken in Antwerpen, probeerde Abou Jahjah de gemoederen te bedaren. Maar men dacht dat hij de gemoederen juist had opgehitst en dus begonnen pers en politiek te hyperventileren.
De heisa van deze week verbleekt bij het schandelijke schouwspel dat zich toen voltrok.
Het Laatste Nieuws schreef dat er wapens waren gevonden in zijn appartement: klopte niets van.
Ook in deze krant – ander tijdperk, maar eerlijk is eerlijk – verschenen verdachtmakingen die nergens op sloegen.
In het parlement kondigde toenmalig premier Guy Verhofstadt – een eeuwige schandvlek op zijn liberale blazoen – zijn arrestatie aan. Die ook plaatsvond.
Lang verhaal kort: Abou Jahjah vloog een paar dagen in de cel en werd volledig gecanceld.
Later volgde de terechte rehabilitatie – door rechter en media. Ook met De Morgen werd het bijgelegd. In De Standaard kreeg hij een column, die hij na een scherpe tweet over Israël weer moest inleveren.
En zo werd de man al twee keer gecanceld. Geen geringe prestatie.
AKELIGE FRONTPAGINA
Het goede nieuws is dus: als een poging tot karaktermoord onterecht is, kan men die nog overleven.
Daar zal Dalilla Hermans in slagen, omdat het Brugse stadsbestuur de rug recht houdt. En daar slaagde ook Youssef Kobo in.
Vandaag is hij bezieler van A Seat at the Table (ASATT), een initiatief dat jongeren in contact brengt met alle mogelijkheden van de arbeidsmarkt, en columnist in De Tijd.
Ooit werkte hij op de communicatiedienst van Brussels cd&v-staatssecretaris Bianca Debaets.
Tot hij in 2016 onder vuur kwam te liggen na een gesprek van Michael Freilich met Bart De Wever in Joods Actueel, waar Freilich – ondertussen N-VA-Kamerlid – toen nog hoofdredacteur was.
Kobo had tijdens een van de Gaza-oorlogen zware en emotionele kritiek geuit op Israël, en werd snel beschuldigd van antisemitisme, ook door huidig N-VA-schepen in Antwerpen Annick De Ridder.
Van die beschuldiging klopte, om precies te zijn: niets. Kritiek op Israël is geen antisemitisme.
Toch werd ook Kobo het voorwerp van een haatcampagne en poging tot karaktermoord. Waaraan, het is helaas een kwalijke gewoonte in Vlaanderen, een deel van de pers vlijtig meewerkte.
Een foute grap die Kobo had gemaakt op Facebook, over de onverdoofde slacht van Gaia-leden, een grap waarvoor hij zich verontschuldigde, belandde op de frontpagina van Het Nieuwsblad als was het een regelrechte, échte doodsbedreiging.
Belachelijk, maar behoorlijk akelig. De pers mag nooit een verlengstuk van de macht zijn.
Lang verhaal kort, nog eens, u raadt het al: Kobo moest ontslag nemen op het kabinet van Debaets, omdat men daar overspoeld werd met boze reacties uit de hoek van N-VA en Joods Actueel.
Al vond de staatssecretaris het wellicht ook prettig dat Kobo verdween omdat de opiniemaker die hij toen al was, te veel aandacht wegzoog van haar.
Opgeruimd stond in ieder geval netjes, en Kobo moest zichzelf heruitvinden. Wat gelukkig lukte.
Voorbeelden zat, verder, maar laten we hier alleen nog Rachida Lamrabet vermelden. Zij is schrijfster, kunstenaar en werkte als jurist bij mensenrechteninstituut – (!) herlees die term nog even: ‘mensenrechteninstituut’ – Unia.
Daar werd zij koudweg ontslagen omdat ze in een video in opdracht van het Goethe-Institut het boerkaverbod ter discussie had gesteld als een beperking van de vrijheid van de vrouw.
Een professioneel nekschot, waar ze in 2017 het pamflet Zwijg, allochtoon! over schreef. Met de prangende vraag: geldt de vrijheid van meningsuiting niet, of toch in mindere mate, voor Vlamingen met migratieroots?
DE GEUR VAN RACISME
Over Vlaams Belang kunnen we kort zijn, daarover dadelijk meer. Bij N-VA komt het maar af en toe expliciet boven de radar: het zachtjes, nauwelijks merkbaar aangeblazen idee dat er toch een zeker verschil bestaat tussen “echte” Vlamingen en Vlamingen met wortels in de migratie.
Zelden werd dat pijnlijker vertolkt dan door Nadia Sminate, die voor N-VA – dat moet wel gezegd – de eerste ‘allochtone’ Vlaamse burgemeester ooit was.
Eind 2019 zat ze met advocaat Abderrahim Lahlali in De afspraak en zei ze op een gegeven moment tegen hem: “Mensen zoals u en ik, met buitenlandse roots, moeten bewijzen dat we weten welke kansen we hier in Vlaanderen gekregen hebben.”
Dat is natuurlijk onzin. Niets mis met dankbaarheid, maar dat geldt voor iedereen die hier geboren is en/of woont – in plaats van pakweg in Gaza, Noord-Korea of Zuid-Soedan.
Het idee dat wie dan ook wat dan ook moet bewijzen omdat hij of zij buitenlandse roots heeft, ruikt in de verte een beetje naar racisme.
Ik schrijf het hier even zo cru omdat precies dat Dalilla Hermans ook verweten wordt door Vlaams Belang en N-VA: racisme.
Om haar in diskrediet te brengen, werd geen steek onder de gordel gespaard.
Zo tweette Tom Vandendriessche, Europees Parlementslid voor het VB, dat de Brugse schepen van Cultuur en de echtgenoot van Hermans krek dezelfde achternaam hebben. Wat, uiteraard, onmiddellijk het vermoeden van nepotisme deed opflakkeren.
Gelukkig wist factchecker @Arbiteroftweets snel te achterhalen dat er van een familieband geen sprake is – het blijkt gewoon een erg courante naam te zijn in die contreien. Maar die tweet staat er nog.
Zoals Jonathan Hendrickx, academisch onderzoeker in de journalistieke studies, eerder in deze krant schreef, gaan ook de media niet vrijuit.
Hoe Terzake dinsdagavond de kwestie behandelde, toont volgens Hendrickx aan dat de behandeling van woke soms ontspoort:
“Eerder dan woke an sich kan de berichtgeving erover, zeker als die doorspekt is met politieke framing, veel nefastere gevolgen hebben voor de samenleving.”
Hij heeft een punt. Hermans wordt achtervolgd met een quote van zes jaar geleden, over hoe blanken altijd aan de verkeerde kant van de geschiedenis stonden en zwarten hun lot altijd wisten te overstijgen.
Dat citaat werd door Bart De Wever onder het mes gelegd, met de suggestie dat zij niet naar de tv-studio wilde komen om zich te verdedigen.
Dat is een halve waarheid en een binnenkopper die presentator Pieterjan De Smedt, een kei in zijn vak, eigenlijk niet had mogen laten liggen.
De Wever is te pakken, maar niemand doet het.
OPKNOPEN AAN CITATEN
Nog een steen in de vijver: de Vlaamse politieke pers is, over het algemeen gesproken, te gezagsgetrouw.
Hoe meer macht iemand heeft, hoe minder weerwerk die krijgt. Dat geldt bij uitstek voor Bart De Wever.
Het is totaal ongehoord dat hij de facto mag kiezen waar en wanneer en over welke onderwerpen hij geïnterviewd wil worden. Daar mogen media niet aan meedoen. Media moeten politici controleren, niet omgekeerd.
Twee voorzetjes die Terzake had kunnen binnenkoppen.
Eén: als De Wever beweert dat de wokebeweging gebouwd is op het cultiveren van slachtofferschap, dan mag je zo alert en kranig zijn om te zeggen dat hetzelfde geldt voor de integrale weg die De Wever zélf al heeft afgelegd.
De N-VA-ideologie en -discours koesteren slachtofferschap.
Tijdens zijn lezingen over woke maakt De Wever de mensen in het publiek wijs dat de postmoderne intellectuelen op hen neerkijken. Hoe hard kun je vernedering cultiveren.
Twee: als men mensen per se wil vastspijkeren en pakken op uitspraken van jaren geleden, dan bestaan er genoeg tweets waarmee men N-VA’ers als Theo Francken of Annick De Ridder virtueel zou kunnen opknopen. Zo werkt het maatschappelijk debat niet.
Tot slot: De Wever wekte in Terzake de suggestie dat Hermans was uitgenodigd, maar niet naar de studio wilde komen.
Navraag leert dat die vraag haar nooit expliciet gesteld is. Dat leest u goed: Dalilla Hermans is dinsdag niet gevraagd om naar de studio te komen.
Ze zou het wellicht geweigerd hebben omdat ze in onmin leeft met de openbare omroep vanwege slechte ervaringen in het verleden, maar: het is haar niet gevraagd, punt. Ook dat had men duidelijk mogen maken.
Terzake mag geen promoshow zijn voor De Wever omdat de man – niet toevallig – een boek geschreven heeft over woke.
En mevrouw Hermans is geen lap rauw vlees die voor de leeuwen moet worden gegooid.
Nog een tip voor Terzake: Vlaams minister Benjamin Dalle (cd&v) is geen partij voor De Wever in een debat over woke. Dat is, puur retorisch gesproken, een F1-bolide tegen een bakfiets. En bakfietsen zijn zeer sympathiek, maar ze winnen geen koers.
VERSNEDEN MET BLOEM
Geen kritiek zonder zelfkritiek: ook uw dienaar grist op Twitter soms te snel de revolver uit de holster om te schieten op wokeness. Maar dat is Twitter.
In de krant passen stukken waarover is nagedacht, stukken die argumenten aandragen. Ik denk te mogen zeggen dat De Morgen dat doet.
Het debat over woke hoeft dus zeker niet stil te vallen, het moet alleen een beetje coherent en zuiver blijven.
Kritiek op de uitspraken en denkbeelden van Dalilla Hermans is mogelijk, maar in Brugge moet zij beoordeeld worden op haar werk.
En net zoals coke best niet te veel versneden wordt met bloemsuiker, waspoeder of – god beware ons – antrax, zo moet ook het debat over woke zuiver blijven.
Het moet gevoerd, maar zonder hyperventilatie. Want het is nog een lange weg naar juni 2024.
Er was over de Antwerpse burgemeester ook mooi nieuws deze week: vroeger placht hij alleen een iftar bij te wonen in volle discretie, en zeker zonder de pers erbij.
Deze week mocht iedereen zien dat hij de vasten brak met Antwerpse moslims.
Wat mij eraan doet denken: ik hoorde deze week van een bevriende Marokkaanse Antwerpenaar dat het antiwokediscours van VB en N-VA ook een zenuw raakt bij vele traditionele moslims, die met name in het genderdebat weleens de kant van rechts-conservatief zouden kunnen kiezen.
Maar dat is weer een heel ánder verhaal.
Lees ook
Vul hieronder de zoekopdracht Woke in en vind meer berichten.
Bron: De Morgen