Portret – Zuhal Demir


Ze beheert alleen ‘shitdossiers’, plant overal bomen en drijft haar coalitiepartners – en vaak ook haar partij – tot waanzin.
Politiek was 2021 het jaar van Zuhal Demir, alomtegenwoordig en in alles de tegenpool van Bart De Wever. Misschien net daarom is ze de toekomst van de N-VA. ‘A star is born, dat gevoel proef ik overal.’

Matthias Verbergt – De Standaard


‘Ze incarneert de rebelsheid die de N-VA wat verloren is’

Loris Parys

‘Ik heb me zeker geamuseerd’, zegt Zuhal Demir aan Jan-Jaap van der Wal, terwijl ze de studio van De ideale wereld buitenwandelen. Tijdens het programma heeft de Nederlandse presentator haar zeker vijf keer de volgende minister-president van Vlaanderen genoemd, met een grimassen trekkende Demir als gevolg.

‘Die constante verwijzingen vind ik wel ambetant. Sommigen zullen heel zenuwachtig worden.’ Een grap, verduidelijkt ­Demir. Een uurtje eerder heeft ze nog ­tegen de schminkster gezegd dat ‘als een vrouw in de Wetstraat een mopje maakt, dat meteen ernstig wordt genomen. Bij mannen wordt er gelachen.’

Wat een contrast met dinsdag 1 oktober 2019. Die avond komen de N-VA-leden samen in de Antwerpse stadsschouwburg om het Vlaamse regeerakkoord goed te keuren. In de zaal zitten 2.000 militanten, op het podium alle kopstukken. Ze speculeren over de ministersposten wanneer Demirs gsm trilt.

‘Energie en Omgeving, superinteressant!’, stuurt haar broer, een ingenieur. Haar hart staat stil. Precies die ‘saaie’ thema’s heeft ze nog overgeslagen toen ze het regeerakkoord nalas. Demir had, net zoals zowat iedereen, Integratie of eventueel Werk verwacht.

Wanneer ze het podium verlaten, slaat Valerie Van Peel een arm om haar schouder. ‘Dit gaat je lukken’, zegt de huidige ­ondervoorzitter van de partij. ‘Je staat er niet alleen voor, de partij gaat je helpen.’ Er volgt nog een partijbestuur waarop voorzitter Bart De Wever en Vlaams minister-president Jan Jambon een furieus weggelopen Demir moeten terughalen.

Een frisse orkaan

Twee jaar later is het de 41-jarige Limburgse die haar partij – en haar regering – moet stutten. 2021 was onmiskenbaar het politieke jaar van Zuhal Demir, Vlaams minister van Omgeving, Justitie en Handhaving, Energie en Toerisme. Ze heeft zich in geen tijd een alomtegenwoordige voornaam gemaakt, in de voetsporen van Steve, Maggie of Theo. Los van corona leek alles met haar te maken te hebben.

Zuhal Demir in de schminkstoel van De ideale wereld. ‘Pas alles toe wat in De Wevers boek Over identiteit staat, en je komt bij haar uit.’, zegt Siegfried Bracke.

Tijdens De ideale wereld verscheen achter Demir een scherm met een lijstje: de vernietigde terugdraaiende teller, het stikstofdossier, de PFOS-vervuiling, de (niet-)vergunde gascentrales. Kwamen daarbovenop: de Vlaamse klimaatplannen, de mestfraude, de wateroverlast en de droogte, de betonstop.

Lang niet al die ‘shitdossiers’ of ‘kutproblemen’ – aldus Demir – heeft ze ontmijnd, integendeel. Maar door haar uitgesproken stijl laat ze een frisse wind waaien door de Wetstraat en zeker de vastgeroeste Vlaamse regering, vinden vriend en vijand. En soms eens een orkaan.

Zuhal is een ongeduldige doe-madam die steunt op haar buikgevoel’, zegt Peter De Roover, die in de Kamer jarenlang haar fractieleider was. ‘Ze kan het niet hebben als iets blijft liggen.’

John Crombez, die als oud-voorzitter van Vooruit (toen SP.A) regelmatig samenwerkte met Demir, verwoordt het als volgt: ‘Ze laat zich niet tegenhouden door politieke overwegingen.

’Met haar pleidooi voor een onderzoekscommissie rond PFOS organiseerde ze onrechtstreeks de jacht op haar eigen N-VA. ‘Voor de publieke opinie is ze op dat moment een soort Jeanne D’Arc, maar in de hyper­gevoelige biotoop van de Wetstraat stap je zo op enkele landmijnen’

Bart De Wever

Zelf verwijst Demir als verklaring voor haar politieke doen en laten naar haar levensloop. Haar vader Kemal was leerkracht in Tunceli, een vrij welvarende regio in het oosten van Turkije.

In 1974 kwam hij naar België om in de mijn van Waterschei naar steenkool te graven. Zijn vrouw Guler kwam later over en het Turks-Koerdische koppel kreeg hier vijf kinderen: zonen Unal en Unsal en dochters Nihal, Nurhal en ­Zuhal.

Altijd vechten

De Demirs zijn alevieten, aanhangers van een erg liberale vorm van de islam: geen hoofddoek, geen ramadan, geen moskee. Echte armoede kende het grote gezin niet, maar een badkamer, warm water of aparte kamers waren er niet, kleren werden zelfgemaakt en vakanties beperkten zich tot dagtrips naar Blankenberge. Vader Demir wilde niet dat zijn kinderen de pen moesten inruilen voor de schop, zoals hij. Ze hadden de plicht om iets van hun leven te maken, was de duidelijke boodschap.

Het gezin-Demir, met de jonge Zuhal in het midden. Elk weekend gaat ze bij haar vader langs.  

Nadat de mijnen in 1988 waren gesloten en Kemal een afscheidspremie had gekregen, verhuisde het gezin bewust van de cité naar een rijkere, blanke buurt verderop. Kemal kreeg een vervroegd pensioen, maar bleef nog meer dan twintig jaar lang in de fruitteelt werken.

In het weekend trokken de Demirs naar de bibliotheek om via boeken hun Nederlands te verbeteren, studeren moesten de kinderen dagelijks tot 19 uur. Als Zuhal de rest naar beneden hoorde komen, bleef ze een kwartier langer boven haar huiswerk hangen.

Buren Luc en Monique namen de Demirs onder hun hoede. Zuhal volgde hun dochter naar de Chiro en naar een prestigieus katholiek lyceum met groene uniformen. De leerlingenbegeleiding had haar wegens haar afkomst snit en naad aangeraden, maar zij verkoos aso. Dankzij een oplettende leerkracht die bij de inschrijving haar punten had opgemerkt, ging ze voor Latijn.

‘Zulke toevalligheden bepalen je ­leven’, zegt Demir. ‘Ik heb nooit anders ­geweten dan dat ik moest overleven. In de cité op straat, in de klas, in ons gezin. Het was een warm nest, maar altijd vechten. Dat zet zich door in de manier waarop ik aan politiek doe.’

Met eindejaar haalde het gezin-Demir een kerstboom in huis, elke avond stond het Rad van fortuin op. ‘Doe zoals elke ­Vlaming’, was het motto.

Door hun deels Koerdische afkomst kweekten de Demirs affiniteit met de Vlaamse zaak. Op haar verjaardag gaven de Vlaamsgezinde buren Zuhal Hendrik Consciences De leeuw van Vlaanderen cadeau. De Vlaamse leeuwenvlag die het gezin ook kreeg, wappert nog iedere 11 juli.

Racisme is relatief

Het overtuigde Demir innig dat ‘de Vlaamse droom’ mogelijk is. Haar moeder, een vrijgevochten huisvrouw, integreerde met dank aan zusters Bertha en Josiane van de katholieke vrouwenbeweging.

Haar vader, die Demir de belangrijkste man in haar ­leven noemt, was vertegenwoordiger bij de christelijke vakbond en dweepte met Jef Ul­burghs, een Limburgse politicus en priester die zich in de traditie van Adolf ­Daens inzette voor mijnwerkers en migranten.

Ook bij Demir klopte het hart initieel links. ‘Bij welke partij je terechtkomt, zal je misschien wel verbazen, want als tiener ben je zeer sociaal voelend en sociaal geïnspireerd’, schreef ze in 2012 in deze krant in een brief aan haar 16-jarige zelf.

‘Eerst dweep je met de solidariteitsgedachte, later met de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt.’

Terwijl tijdens haar rechtenstudies in Leuven – betaald met een beurs – eind jaren 90 latere N-VA-toppers en generatiegenoten als Theo Francken, Sander Loones of Joachim Pohlmann elkaar al vonden, kwam Demir via een vriend bij het Liberaal Vlaams Studentenverbond (LVSV) terecht. Ze was ook actief als studenten vertegenwoordiger. Maar diep in de politiek-filosofische boeken dook ze niet.

De biografie van Nelson Mandela hielp haar wel door haar eerste jaar, toen ze acht herexamens had op negen vakken.

‘Dat ik te voort­varend zou zijn, interesseert me niet.’ Demir is ervan overtuigd dat de confronterende manier waarop ze aan politiek doet, de toekomst is. In die zin herkent ze zich in Georges-Louis Bouchez en ook Conner Rousseau

Demir laat zich niet betrappen op grootse ideologische gedachten. Ze is een pragmatische uitvoerder. ‘Ik zou mezelf niet rechts noemen, ik haat hokjes. Dan zelfs eerder centrum of centrumrechts. Zeker niet conservatief.’

Ethisch is ze erg progressief. Ze denkt dat Vlaanderen ooit misschien wel onafhankelijk wordt, maar streeft daar niet per se naar. Ze is het tegenbeeld van De Wever. Toch zit ze volgens de N-VA-voorzitter ‘los in de kern van onze ideologie’.

Dat heeft veel te maken met haar positie op het vlak van identiteit en integratie. Zelf had ze nooit last van racisme, maar ze stond naast haar wat donkerdere broer toen die een Gentse discotheek niet binnen mocht.

Desondanks vindt Demir racisme ‘relatief’. Terwijl haar vader zelf een economische migrant was, liet Demir zich in het realityprogramma Terug naar eigen land ­tijdens de migratiecrisis van 2015-2016 in het Midden-Oosten hardvochtig uit over andere gelukszoekers.

Demir is ervan overtuigd dat grootschalige migratie van niet-actieven en de regularisatieoperaties van de regeringen-Verhofstadt voorgoed een ander klimaat hebben geschapen. Hoewel ze erkent dat ze het nodige geluk heeft gehad, ziet ze haar succesverhaal als het bewijs dat Vlaanderen voldoende kansen en steun biedt.

Dat geloof in zelfredzaamheid trekt ze door. Ze noemt zichzelf een ‘moderne feministe’, maar is bijvoorbeeld tegen quota: vrouwen kunnen voor zichzelf zorgen. Als advocate ging ze haar bazen elk jaar zelf om opslag vragen.

Zuhal is de praktische toepassing van de gemeenschapstheorieën van De Wever’, zegt oud-Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA), nog steeds een goede vriend van Demir. ‘Pas alles toe wat in zijn boek Over identiteit staat, en je komt bij haar uit.’

Schrik

Dat besefte ook Jan Jambon. Demir was ­samen met zijn aangetrouwde neef toen de federale politiek in de jaren na 2007 op apegapen lag. Op familiefeestjes spuide ze haar mening. Demir was een succesvolle arbeidsrechtadvocate in Antwerpen, ze wilde rechter worden. Politiek leek voor haar de grote stilstand. Pas bij de overstap van Bracke, evenmin een stamboomflamingant, in 2010 naar de N-VA, waagde ze de sprong.

‘Laten we zeggen dat ik zeker ben dat ze naam zal maken’, zei Jambon tegen partijgenoten toen hij haar vierde plaats op de Antwerpse Kamerlijst verdedigde. ‘We ­hadden figuren nodig die ons identiteitsverhaal vlees en bloed konden geven’, aldus De Wever.

Demir koos voor de N-VA vanwege ‘het rebelse, het stoute, de ongebondenheid, dat we vandaag opnieuw wat meer mogen hebben’. Na een monsterscore voor haar partij werd Demir het eerste N-VA-parlementslid zonder Vlaamse origine.

Binnen het dertigtal N-VA’ers viel ze meteen op. Ze legde vlot contacten buiten de partij, zoals met Meyrem Almaci (Groen). Maar ze trok vooral fel van leer tegen de regering-Di ­Rupo, specialiseerde zich in Werk en voerde oorlog tegen de vakbonden, hoewel ze na haar studies nog had overwogen om bij het ACV aan de slag te gaan.

Haar optredens doen haar vader denken aan de Britse Conservatieve oud-premier Margaret Thatcher, bijgenaamd The Iron Lady. Demir is Turks voor ijzer.

‘Dat imago cultiveert ze wel’, zegt Bram Bombeek, die lange tijd woordvoerder van de N-VA-Kamerfractie was.

‘Ze beseft dat ze een buitenbeentje is en dat het haar aantrekkingskracht is.’ Haar opvliegende karakter kwam toen al boven. ‘Als iets niet lukte, was dat het einde van de wereld’, zegt Bracke. ‘Tientallen keren is ze mijn bureau binnengelopen om te roepen dat ze weer advocaat zou worden.’

Op tv een parachutesprong nabootsen met een ventilator? Demir ziet er geen been in. ‘Ze beseft dat ze een buitenbeentje is en dat het haar aantrekkingskracht is’, zegt Bram Bombeek, lange tijd woordvoerder van de N-VA-Kamerfractie. 

Ook haar discours op het vlak van identiteit is vlijmscherp. Maar Demir trekt een grens. Het toenmalige Vlaams Blok heeft haar als kind schrik aangejaagd. ‘Ik vreesde echt dat ik zou moeten vertrekken.’

Samen met leden van de linksere ‘noordflank’ van de partij, zoals Bracke of Jan Peumans, verzette ze zich in 2012 uiteindelijk openlijk tegen de overstap van meerdere Vlaams Belangers naar haar partij.

‘Je eerste ervaringen met het Vlaams Blok zullen bepalend zijn voor je latere houding tegenover de partij, je blijft consequent’, schreef ze in 2012 in de brief aan zichzelf.

Na de verkiezingsoverwinning van Vlaams Belang in 2019 zei Demir dat Vlaams Belang ‘een nieuwe partij is met nieuwe mensen en andere ideeën’. Maar, zegt een bevriend parlementslid: ‘Ze zal de N-VA meteen verlaten als die de Rubicon oversteekt naar extreemrechts.’

Eenmanspartij

Niet iedereen onthaalde de ambitieuze outsider met open armen. Zeker in Antwerpen had de partij geen tekort aan (vrouwelijke) kopstukken, zoals Liesbeth Homans.

Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 was er voor Demir zelfs alleen maar plaats op de districtslijst, niet op de stadslijst. Bij de vorming van de regering-Michel in 2014 maakte De Wever haar geen regeringslid, waardoor beiden zwaar botsten. ‘Ik vond dat ze er nog niet rijp voor was’, zegt De Wever. Eind 2015 keerde Demir ­terug naar Limburg, waar ze wel tot on­betwiste leider kon uitgroeien.

Weerstand heeft een tegenovergesteld effect op Demir, die de partij niets verschuldigd is en zich als vrijbuiter opstelt. Demir is loyaal aan Demir. Binnen de fractie wordt ze weleens een eenmanspartij genoemd.

Toen ze als parlementslid afwezig was op een fractieoverleg en daardoor, volgens de regels van fractieleider Hendrik Vuye, in de plenaire een vraag over haar thema niet mocht stellen, durfde haast niemand van haar collega’s over te nemen, uit vrees voor de ‘toorn van Zuhal’, zegt een toenmalig N-VA-parlementslid. Tegelijk sprong ze in de bres voor de partij toen PS’er Laurette Onkelinx het had over ‘le bruit des bottes’ in de nieuwe regering.

In haar drang naar ongebondenheid gaat ze ver. Zelfs met federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten weigert Demir onder vier ogen samen te zitten

Begin 2015 waagde ze zich aan een pikante fotoshoot voor P-magazine in het parlementaire halfrond, met instemming van Kamervoorzitter Bracke maar niet van de partij, en goed wetend dat het haar aandacht en naamsbekendheid zou opleveren.

‘Je wordt als politicus niet slechter van commotie, als je het overleeft’, zegt Bracke. ‘Ik zoek graag de lijnen op’, vult Demir aan. ‘Soms ga ik er net over.’

Het was ook in die tijd dat Demir verklaarde dat ‘werklozen harder hun best zullen doen, als ze merken dat ze de rekeningen niet langer kunnen betalen’, een uitspraak waar ze vandaag spijt van heeft.

Terwijl Demir zich te vaak begon af te ­vragen wat ze nog in de Kamer deed, flopte ­Elke Sleurs als staatssecretaris voor Armoedebestrijding en Gelijke Kansen. Toen de Gentse in 2017 moest aftreden, kon De ­Wever niet meer om Demir heen.

‘Ik zou er nooit mee op een onbewoond eiland willen zitten, maar ze is wel onze beste keuze’, zo verdedigde hij zijn beslissing op het partijbestuur. Bij haar eedaflegging droeg Demir de rode doek rond haar pols die haar vader in de mijnen voor zijn mond knoopte.

Haar verleden buiten en binnen de politiek had haar ertoe gebracht steeds haar eigen weg te kiezen. En dus vulde ze haar kabinet niet met partijgetrouwen, wel met specialisten.

De socialist Bob Van den Broeck, die ze leerde kennen toen ze voorzitter was bij het Agentschap Integratie en Inburgering, bleef altijd haar kabinetschef. Binnenkort gaat hij het Vlaamse agentschap Justitie leiden. Het conflict rond de Belgische wetenschappelijke basis op de Zuidpool trok ze vlot, verder bleef haar ­beleidsimpact beperkt.

In die periode beviel Demir van haar dochter Rozanne, genoemd naar het lied van Wim De Craene. Zes weken later overleed haar moeder, een zware klap.

Vaders boekje

Als advocate en jonge politica klopte Demir zo veel mogelijk uren, maar vandaag maakt ze meer tijd voor haar privéleven. ‘Als je niet voor je dochter kunt zorgen, kun je niet voor de gemeenschap zorgen’, peperde haar vader haar in. ‘Vroeger durfde ik dat niet’, zegt Demir. Nu gaat ze elk weekend bij haar vader langs, altijd vraagt hij zijn dochter wat ze ‘voor de mensen’ gedaan heeft. Hij schrijft het op in een boekje dat in zijn borstzak huist.

Haar kabinet heeft de handen vol met de onderhandelingen over het stikstof­kader dat de regering had beloofd om voor het einde van het jaar rond te krijgen. Na waarschuwingen van de administratie ­probeerde Demir De Wever en haar partij kort na haar aantreden de ernst van het dossier te doen inzien. Ze stelde zich hard op, vooral tegenover de landbouw. Sonja De Becker, voorzitter van de Boerenbond, wil liever niet meer alleen met haar aan ­tafel zitten.

In haar drang naar ongebondenheid gaat Demir ver. Zelfs met federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) weigert ze onder vier ogen samen te zitten, over de vergunningen voor gascentrales die ze moet beoordelen. Ook ­tegenover haar administraties, geleid door politiek benoemden, stelt ze zich vaak ­wantrouwig op.

Demir heeft haar oorlogen binnen de partij beter leren kiezen, maar ook intern clasht het soms. Ze weigert een te vlotte toegang tot haar kabinet voor werkgeversorganisatie Voka, ooit schertsend door De Wever zijn ‘baas’ genoemd.

‘Mijn baas is de Vlaming’, zegt Demir. Toen ze intern een stikstoftaks voorstelde, vroegen De Wever en Jambon zich luidop af of ze ‘communist’ geworden was.

‘Vergeet niet: al wie werkt in Vlaanderen, vormt de traditionele N-VA-achterban’, zegt een N-VA’er. ‘Ook landbouw­ondernemers’. De renovatieplicht die deel uitmaakt van het nieuwe Vlaamse klimaatplan, was binnen de partij een moeilijke bevalling.

Met haar pleidooi zonder overleg voor een onderzoekscommissie rond PFOS organiseerde ze onrechtstreeks de jacht op haar eigen N-VA, die met Ben Weyts de vorige minister van Mobiliteit en Openbare Werken leverde, Antwerpen bestuurt en bouwheer Lantis bevolkt. ‘Voor de publieke opinie is ze op dat moment een soort Jeanne D’Arc, maar in de hypergevoelige biotoop van de Wetstraat stap je zo op ­enkele landmijnen’, zegt De Wever.

In de gordijnen

Nog veel meer dan haar eigen partij jaagt Demir haar coalitiepartners in de Vlaamse regering in de gordijnen – CD&V en Open VLD, die federaal tegenover de N-VA staan.

Het stoof toen ze begin november besloot om de gascentrale van Vilvoorde niet te vergunnen, zonder dat met haar regering door te spreken. Jambon sprak van ‘een probleem met de stijl en de communicatie van bijvoorbeeld collega Demir’ en zag het als zijn ‘taak om het vertrouwen opnieuw te herstellen.’

Maar deze maand nog beschuldigde ­viceminister-president Bart Somers (Open VLD) haar op de ministerraad ervan op­positie te voeren tegen zijn partij. De aanleiding was een rechtszaak die gedupeerden van de vernietigde terugdraaiende ­teller hadden aangespannen, en waarbij de advocaten van de Vlaamse overheid de schuld in de schoenen van de liberale oud-ministers van Energie Bart Tommelein en Lydia Peeters schoven. Open VLD eiste ­persoonlijke publieke excuses van Demir. Ze weigerde.

Geeft de minister van Omgeving te weinig om haar omgeving? ‘Ze werkt heel hard, maar zoekt graag het conflict op’, zegt een Vlaamse minister. ‘Ze ondergraaft daarmee de cohesie binnen de Vlaamse regering en de autoriteit van de minister-president.’

Op een ander kabinet klinkt het: ‘We kunnen niet meteen positieve zaken zeggen, dus zeggen we liever niets. Er leeft grote frustratie dat ze bijvoorbeeld haar eigen administratie onder de bus gooit, en daar gewoon mee wegkomt. Dat is vervelend voor al wie op een integere manier aan politiek doet.’

Verwezen wordt onder meer naar de PFOS-affaire, waarbij Demir de afvalstoffenmaatschappij Ovam openlijk bekritiseerde. Een verantwoorde demarche, vindt de minister zelf, omdat Ovam in gebreke was gebleven.

‘Sommigen zullen zeggen dat Zuhal niet loyaal is’, zegt De Roover. ‘Anderen zullen stellen dat ze niet mee indekt wat verkeerd loopt. Het zijn andere zijden van dezelfde medaille.’ Demir erkent dat ze ‘impulsief’ en ‘emotioneel’ kan zijn.

Haar niveau van woede kan ze zo afmeten aan haar loopprestaties op Strava. ‘Je moet je temperament onder controle hebben, anders lokken ze je in de val’, pepert De Wever haar vaak in. ‘Ruhe’, stuurt hij haar dan via Whatsapp.

‘Dat ik te voortvarend zou zijn of mijn temperament verkeerd zou zitten: het interesseert me niet’, zegt Demir. ‘Als ik mezelf niet meer kan zijn, dan hoeft de politiek niet meer voor mij.’ Demir is ervan overtuigd dat de confronterende manier waarop ze aan politiek doet, de toekomst is. In die zin herkent ze zich in MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez en deels ook ­Vooruit-voorzitter Conner Rousseau, met wie ze geregeld luncht.

De verhouding met minister-president Jan Jambon (N-VA), die de eenheid in de regering moet bewaken, is complex. Demir vindt Jambon te conflictvermijdend. Het frustreert haar dat bijvoorbeeld minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) zich tijdens ministerraden nooit moest verantwoorden voor de tekortkomingen in de woonzorgcentra tijdens de eerste coronagolf, maar zij wel voor haar attitude.

Jambon kreeg van de partij de taak om het grijze imago van de Vlaamse regering weg te werken, maar het is Demir die kleur geeft. ‘Zuhal duwt graag op het gaspedaal en Jan moet zien dat de auto niet uit de bocht vliegt’, aldus De Roover. ‘Dat kan soms een moeilijke combinatie opleveren.’

Concedo nulli

Frans! Jij kan dat ook goed, zeg. Bomen verbinden.’ Frans Timmermans moet lachen. Het is zaterdag 11 december. In het groene Hoeilaart komt Demir boompjes herplanten met de hulp van de vicevoor­zitter van de Europese Commissie. Op de velden ligt nog wat sneeuw. Beiden hadden niet zo lang geleden nog een felle aanvaring: Timmermans hekelde het lage ambitieniveau van Demirs Vlaamse klimaatplannen, Demir noemde hem ‘arrogant’. Maar dat lijkt bijgelegd.

Boompjes planten in Hoeilaart met Frans Timmermans. Ze heeft lak aan protocol.  Gert Jochems

Minstens een keer in de week en een keer in het weekend gaat Demir op terreinbezoek. Ze scoort er gemakkelijke punten mee. Met haar bevoegdheden kan ze een heel ander, zachter register bespelen dan ze vroeger deed. Ze appelleert er ook mee aan een oudere generatie van de Volksunie, die een stuk groener van imago was dan de N-VA.

‘Wat ze in 2019 zo erg vond, is nu haar grootste geluk’, zegt De Wever. Hoewel de N-VA in de Zweedse regering net de identitaire bevoegdheden opzocht, koos De Wever nu bewust voor onder meer milieu. Om het moeilijk verkoopbare ecologische verhaal van zijn partij een gezicht te geven, maar ook om confrontaties met Vlaams Belang te vermijden. Het past in de strategie van de partij om te werven in het centrum.

In Hoeilaart steekt de voorname Timmermans wat af tegen de volkse Demir, die lak heeft aan protocol. Ze babbelt even vlot met de Nederlander als met de hier aanwezige boswachters of de pastabezorger bij De ideale wereld. Of de lokale N-VA’ers die op de actie zijn afgekomen. ‘Van mij mag ze in 2024 minister-president worden’, zegt Edouard Van Zuijlen, een van hen.

Met eindejaar haalden de Demirs een kerstboom in huis, elke avond stond het Rad van fortuin op. ‘Doe zoals elke Vlaming’, was het motto. Door hun deels Koerdische afkomst kweekten ze affiniteit met de Vlaamse zaak

Niet onmogelijk, maar het zou van Demir een diplomatie vergen die haar tot nu niet eigen is. Ze wil haar scherpte behouden. ‘Ik heb het er soms moeilijk mee dat ik geen parlementslid meer ben’, zegt ze. ‘Dan kun je de partijstandpunten brengen en de discussie op scherp stellen.’

Een andere functie, waarmee de N-VA al jaren worstelt, lijkt geschikter: die van voorzitter, wanneer Bart De Wever daarvan ooit afscheid neemt, ook al is ze in zowat alles zijn tegenpool. ‘Ze kan het boegbeeld zijn van de N-VA 2.0’, zegt Bracke.

Een cruciale troef is dat Demir – dat heeft ze wel met De Wever gemeen – moeilijk tot een flank gerekend kan worden en supporters van links tot rechts binnen de partij verenigt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Theo Francken.

‘Mocht ik de baas zijn, ik trok haar kaart: we hebben over niets een meningsverschil’, zegt Kamerlid Jean-Marie Dedecker, die goed bevriend is met Demir, verkozen is op een N-VA-lijst en dicht bij de rechterflank van de partij staat.

‘In Zuhal ziet iedereen de toekomst van de partij’, zegt co-ondervoorzitter Lorin Parys. ‘Ze incarneert de rebelsheid die we gaandeweg wat verloren.’ Zijn collega Valerie Van Peel zit op dezelfde lijn. ‘Ze brengt de kracht van verandering terug in de N-VA.’

‘Zeggen dat ze de volgende voorzitter moet worden, is het ergste wat je haar kunt aandoen’, zegt De Wever zelf. ‘Maar ze is enorm gegroeid. Ze heeft een potentieel dat tot in de hemel reikt. A star is born, dat gevoel proef ik overal.’

Mocht het ooit zover komen dat ze in de voetsporen van De Wever treedt, kan ze alvast een Latijnse spreuk afstoffen: Concedo nulli – Ik wijk voor niemand.

‘Ik zoek graag de lijnen op’, zegt Demir zelf. ‘Soms ga ik er net over.’  

Bekijk alle beschikbare portretten

Portretten



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven