Tinneke Beeckman – De kern van nucleaire dreiging

De Standaard


Zodra het Russische ­leger in februari Oekraïne binnenviel, dreigde Vladimir Poetin met ­nucleaire vergelding mochten westerse landen tussen­beide komen. Sindsdien blijven ­Russische tv-hosts ­triomfantelijk ­beweren dat steden als Londen en Brussel in luttele minuten van de aardbodem geveegd kunnen worden.

In discussies ligt de nadruk veelal op het risico – hoe groot is de kans dat het tot een kernaanval komt? De filosofische vraag is van een andere orde: dat die dreiging bestaat, heeft al een enorme ­impact. Kernwapens veranderen niet alleen hoe conflicten of oorlogen verlopen. Ze ondermijnen de mogelijkheid om samen te handelen, om ­samen een toekomst uit te bouwen. Zelfs zonder dat ze worden ­afgevuurd.

Kernwapens ­lijken vandaag een vanzelfsprekend onderdeel van oorlogvoering te zijn. Maar denkers die een ­wereld zonder hebben gekend, benadrukken de ­omwenteling.

Hannah Arendt noemt het dreigement van atoom­wapens een vorm van ‘totale terreur’.

Terreur omdat het angstbeeld permanent, onvoorspelbaar en gruwelijk is. Totaal ­omdat niet ­alleen strijdende partijen het doelwit zijn, maar hele bevolkingen. Een deel van de wereld wordt onleefbaar. Zo’n scenario is niet meer ondenkbaar. Dat maakt een ­reflectie over de toekomst onzeker: niet alleen wélke toekomst er is, maar óf er nog een is.

Kernwapens werden voor het eerst gebruikt in 1945, toen het Amerikaanse leger bommen dropte op ­Hiroshima en Nagasaki. De Koude Oorlog die daarop volgde, bleef ‘koud’ omdat de grootmachten ­beseften dat een oorlog niet meer de voorzetting van de politiek met andere middelen kon zijn.

Ofwel heerste er relatieve vrede, ofwel ontstond de kans op totale ontsporing. Nucleaire wapens werkten dus afschrik­wekkend: partijen die elkaar konden vernietigen, wilden oorlog vermijden. Dat bleef niet duren.

Tijdens de ­Cubacrisis in 1962 werd een nucleair conflict ternauwernood vermeden, daarna volgden vele oorlogen. De voorbije decennia raakten nucleaire wapens verder verspreid, wat tot nieuwe spanningen leidde (denk maar aan Iran).

Daarbij komt dat ­autoritaire leiders religieus-fundamentalistische, ultranationalistische of andere ideologische denkbeelden propageren. Daarin wordt de ander gedemoniseerd – Poetin wil naar ­eigen zeggen Oekraïne van een nazibewind bevrijden.

Als de ­tegenpartij wordt voorgesteld als de incarnatie van het kwade – de ongelovige, de duivel, de nazi – valt elk moreel voorbehoud weg: dan wordt alles mogelijk. De voorbije decennia doken meerdere spookbeelden van totale terreur en totale oorlog op.

Kernwapens breken de macht van de ­ander definitief. In een onleefbare wereld kunnen mensen niet meer samen handelen

Tinneke Beeckman

Er is nog een schrikwekkende verandering: kernwapens zijn een vorm van geweld die de macht van de ­ander definitief breekt. Waar de wereld onleefbaar is geworden, kunnen mensen niet meer samen han­delen.

Om die impact te begrijpen, is Arendts onderscheid tussen macht en geweld nodig.

Veelal denken mensen dat macht berust op de (gewelddadige) middelen die leiders of overheden willen inzetten. Poetin is die mening toegedaan: met zijn excessieve geweld hoopt hij macht over Oekraïne te verkrijgen.

Voor Arendt liggen macht en ­geweld niet in elkaars verlengde, ze zijn elkaars tegen­gestelde. Juist wie geen macht heeft, gebruikt geweld.

Macht ontstaat volgens Arendt waar burgers in pluraliteit ­samen handelen. Wie geweld ­gebruikt, kan bestaande macht ­tenietdoen, maar er zelf geen creëren.

In de extreme vorm van macht staan allen tegenover één. Geweld is het omgekeerde: in extreme vorm staat één tegenover allen.

Er zijn talrijke voorbeelden van snelle, gewelddadige ­invallen, waarbij ­legers op korte tijd gebieden veroverden (zoals de Blitzkrieg in WO II of de Amerikaanse oorlog in Irak in 2003).

De macht van de lokale bevolking leek gebroken. Maar dat was tijdelijk – de burgers hadden (soms veel) tijd nodig om zich te hergroeperen, om samen een verzet te organiseren. Maar uiteindelijk werd de bezetter verdreven.

Macht, in arendtiaanse zin, heeft die aanvaller dus nooit gehad.

De partij met de beste wapens en het felste geweld kan dus wel een oorlog winnen. Die triomf verduistert het diepere inzicht: dat de partij die geweld gebruikt, niet de macht had om het conflict op een duur­zame manier te beslechten.

Macht, aldus Arendt, is het sterkst wanneer ze geen geweld gebruikt. Politieke verbintenissen, onderhandelingen, beloftes en regels houden macht in stand. Dat is in Oekraïne niet anders.

Intussen kan het geweld verder escaleren. Rusland bezit daarbij ­moderne, ‘tactische’ kernwapens, die lokaler kunnen worden ingezet. Of dat zal gebeuren, weet voorlopig niemand. Maar dit is vandaag al wel zeker: het nucleaire spook heeft de politiek op blijvende manier veranderd.

Door Spinoza’s lens

Protest tegen kernwapens in de jaren 80.  rr

Tinneke Beeckman is filosofe en auteur van Door Spinoza’s lens.


Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere columns van

Tinneke Beeckman


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven