War on drugs – De Wever ziet zijn eigen onmacht onder ogen – Hij weet ook dat de tijd steeds ongenadiger tikt voor hem


Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) probeert geschiedenis te schrijven met zijn ‘war on drugs’ in de straten van zijn stad. Maar eigenlijk gebruikt hij ­ouderwetse remedies die al lang bewezen hebben dat ze niet volstaan. Het is ­dringend tijd voor nieuwe inzichten.

Tine PeetersDe Morgen


Vroeg of laat valt er in Antwerpen een vergisdode. Zolang het gaat over geweld tussen criminelen, zeggen veel mensen: laat ze elkaar maar afknallen. Maar als er een onschuldig slachtoffer valt, staat de wereld stil.”

Burgemeester Bart De Wever maakte deze voorspelling half december in een interview met Humo.

Afgelopen maandag om halfzeven kwam ze uit. Een meisje van elf werd per ongeluk het slachtoffer van de strijd tussen de Antwerpse drugskartels.

Firdaous

“Ik ben woedend”, zei De Wever na de dood van het kind.

“Schraap alle mensen bij elkaar bij de politie. Stuur desnoods het leger eropaf. Dit moet stoppen.”

Met die oproep heeft De Wever gelijk en ongelijk. Hij heeft gelijk wanneer hij het principe huldigt dat de war on drugs een oorlog is die je niet kunt winnen, maar wel moet voeren.

Je mag als burgemeester niet aanvaarden dat je stad de speelplaats is van misdaadclans.

Je mag niet wegwuiven dat er de afgelopen zes maanden 45 aanslagen waren in het drugsmilieu of gedogen dat de haven een hotspot is voor sos (in deze niet de bijnaam voor socialisten, maar wel voor cocaïne).

Maar de Antwerpse burgemeester heeft ook ongelijk. Het heeft geen zin om de haven te beveiligen met tanks of om op elke straathoek drie para’s in full battle dress te zetten.

Zelfs zijn eigen Antwerpse politie gelooft niet in zo’n machtsvertoon. De agenten beschikken er al over de ultieme patserbakken – de Bearcats – maar die blijven meestal aan de kant.

Bearcat

Ze blijken immers niet superhandig om in te zetten bij een klopjacht of schietpartij op de leien.

Waarom roept De Wever dan dat de Nationale Veiligheidsraad moet samenkomen en het leger paraat moet staan?

Omdat hij wellicht radeloos is.

De Wever begon zijn war on drugs niet wanneer hij de sleutel van het Schoon Verdiep van het Antwerpse stadhuis kreeg. Zijn persoonlijke oorlog starte hij eerder, begin 2012, op de nieuwjaarsreceptie van de Antwerpse N-VA.

Daar zegt hij: ‘‘Door gebrek aan een daadwerkelijke uitwijzing van criminele illegalen en straffeloosheid, dweilt de politie hier met de kraan open. Ik pleit voor een war on drugs.”

Luttele maanden later volgt een wandeling door de Korte Zavelstraat in de Seefhoek, waar de lokale handelaars het drugsgeweld spuugzat zijn.

Het is het startschot van De Wevers kiescampagne.

De N-VA’er positioneert zich in die dagen als de antipode van ‘softie’ Patrick Janssens (sp.a).

Hij is de man van de ‘law and order’ die de straten wel zal schoonvegen en de drugscriminelen in de bak zal draaien.

De Wevers campagne­strategie loont: hij wint dat jaar met 38 procent van de stemmen, Janssens haalt 29 procent. ’t Stad is van hem.

DE EIGEN ONMACHT

Zodra hij burgemeester is, wordt het gevecht tegen drugsdealers en de overlast door drugshandel een van de prioriteiten van zijn beleid.

Met veel repressie en controles probeert hij drugsdealers te verdrijven uit de quartiers chauds van Antwerpen. De lokale politie pakt er in de afgelopen jaren meer dan zevenduizend drugsdealers op en de criminaliteitscijfers dalen jaar na jaar.

Die cijfers zijn ook de reden waarom De Wever zijn drugsbeleid graag geslaagd noemt. Tegelijkertijd zijn ze maar een klein deel van het verhaal.

Want tijdens zijn tienjarige oorlog neemt het geweld hand over hand toe in de Antwerpse straten en komen er steeds meer drugs binnen via de Antwerpse haven.

Vorig jaar is er 110 ton coke in beslag genomen, dat is twintig keer zoveel als in 2013. Die stijging valt te verklaren door het succes van het Sky ECC-onderzoek, maar ook door een grotere aanvoer van drugs uit Zuid-Amerika.

Cocaïnevangst in de haven van Antwerpen. Vorig jaar werd er 110 ton van het goedje in beslag genomen. Beeld FRANCOIS WALSCHAERTS
Cocaïnevangst in de haven van Antwerpen. Vorig jaar werd er 110 ton van het goedje in beslag genomen. Beeld François Walschaerts

De Wever smeekte afgelopen week haast de federale regering om hulp. Hij bedelde bijna om meer mensen bij de federale gerechtelijke politie en om een verdere uitvoering van het Stroomplan XXL. In één adem waarschuwde hij voor nog meer doden.

Hij beseft immers dat hij – ondanks alle lokale en federale inspanningen – geen vat kan krijgen op die wereldwijde drugshandel, die doordringt tot in elke uithoek van zijn stad.

Hij ziet zijn ­eigen onmacht onder ogen. En hij weet ook dat de tijd steeds ongenadiger tikt voor hem. De eindbalans van zijn war on drugs zal zijn nalatenschap als burgemeester bepalen. Dat heeft hij over zichzelf afgeroepen.

Hoe gaat hij in 2024 tijdens een nieuwe wandeling door de Seefhoek uitleggen dat hij zijn belangrijkste (en meer dan een decennium oude) campagnebelofte niet heeft kunnen realiseren?

Zal hij dan durven toegeven dat hij de gelaagdheid en ongrijpbaarheid van het probleem schromelijk heeft onderschat?

Als voorzitter van N-VA kan hij de schuld ook niet naar boven blijven duwen. De Wever leidt al tien jaar de grootste partij van het land. Hij mocht de laatste twee Vlaamse minister-presidenten uitkiezen.

Tussen 2014 en 2018 zat N-VA bovendien in de federale regering en leverde ze met Jan Jambon de minister van Binnenlandse Zaken.

TOTAAL FIASCO

Misschien moet De Wever de bronnen voor zijn war on drugs opnieuw raadplegen. Want hij schrijft met zijn oorlog geen geschiedenis. Hij herhaalt ze en kopieert ze.

De oorlog tegen drugs begon niet tien jaar geleden in de straten van Antwerpen. Ze begon in de jaren 1970 in de straten van New York, Chicago en andere Amerikaanse grootsteden.

Het was president ­Richard Nixon die het begrip ‘war on drugs’ voor het eerst gebruikte in 1971 in een speech in het Amerikaans Congres. Drugsmisbruik riep hij toen uit tot “de publieke vijand nummer één”.

Nixon begon die oorlog ook, net als De Wever overigens, om zich af te zetten tegen links.

De kranten in de VS stonden toen vol berichten over Vietnam-veteranen die slikkend en spuitend terugkwamen uit Saigon en voor (nog meer) politieke onrust zouden zorgen (The Washington Post had het over ‘GI’s deep into Drugs’ en Newsweek over ‘A New GI for Pot and Peace’).

Sindsdien ging er in de Verenigde Staten naar schatting 1 biljoen dollar naar die oorlog, vlogen er miljoenen kleine dealers voor jaren achter de tralies en stierven er tienduizenden verslaafden.

In Zuid-Amerika veranderden landen als Mexico en Colombia in narcostaten – denk alleen al aan de recente arrestatie van Ovidio Guzmán, de zoon van drugskeizer El Chapo, die het leven kostte aan 29 mensen.

Steeds meer experts zijn het er dan ook over eens dat de war on drugs is uitgedraaid op een totaal ­fiasco.

(Voor een heldere samenvatting van vijftig jaar oorlogsgeschiedenis: check The War on Drugs Is an Epic Fail van Jay Z.)

Eigenlijk was dat besef zelfs al gemeengoed toen De Wever in 2012, daar in de Korte Zavelstraat, zijn war on drugs begon.

Als hij de strijd tegen drugs in zijn stad echt wil winnen, dan blijft hij niet langer alleen vasthouden aan de bekende recepten uit de twintigste eeuw, maar houdt hij ook rekening met de nieuwste inzichten in het drugsbeleid.

Repressie kan niet zonder preventie, merkt de Nederlandse professor Pieter Tops, elders in de krant, bijvoorbeeld terecht op.

Onderzoek van de UGent toont aan dat zeker 62 procent van de middelen van het drugsbeleid in ons land naar repressie gaat, slechts 34 procent naar hulpverlening en een povere 3 procent naar preventie.

Nochtans wist zelfs Nixon, de eerste aanvoerder van ‘de war on drugs’, al in 1971 dat ook preventie belangrijk is. Hij wees erop, in die beroemde speech waarin hij voor het eerst over de drugsoorlog in de VS sprak, maar dat deel van zijn boodschap ging volledig verloren.

Mocht De Wever nu ook eens pleiten voor die ‘softe’ aanpak, hij zou er echt geschiedenis mee schrijven.

En het zou meer vrede en rust kunnen brengen in de Antwerpse straten dan alleen meer robocops, pantservoertuigen en tanks.


De eindbalans van zijn war on drugs zal zijn nalatenschap als burgemeester bepalen. Dat heeft Bart De Wever over zichzelf afgeroepen.
Beeld Jan Aelberts

Lees ook

War on drugs – Verslaafd aan fronttaal – De tienjarige trip van Bart De Wever
Bart De Wever (N-VA) – Antwerpen is te groot om in zo’n klein land opgesloten te zijn

Vul hieronder de zoekopdracht Drugs in en vind meer berichten.


Bron: De Morgen

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven