Apache – Met Barabas op de barricade voor het klimaat


Wat doe je als wetenschapper als de planeet opwarmt en soorten massaal uitsterven? Toekijken vanuit je spreekwoordelijke ivoren toren als neutrale toeschouwer? Of zet je je kennis in om de bevolking en beleidsmakers wakker te schudden? Voor de activistische vorsers van Scientist Rebellion is het antwoord kristalhelder: silence is violence.

Liesbet De Kock - Apache


Het begin van het einde van fossiele brandstoffen. Dat was de apotheose van de VN-klimaatconferentie dit jaar. Historisch, volgens sommigen, een zoutloos compromis volgens anderen. Maar in elk geval niets te vroeg. Klimaatactivisten nemen het al jaren op voor de toekomst van de planeet en ook wetenschappers gaan met mondjesmaat op de barricade staan. Zij zijn onmisbaar in de klimaatstrijd. Want ben je nu links, rechts of averechts: de klimaatontwrichting is een kwestie van overdonderende wetenschappelijke evidentie. Maar hoe krijgen we meer wetenschappers aan de megafoon, en wat houdt hen zoal tegen? De vraag zal ook in 2024 jaren niet aan relevantie inboeten.


Nu eens heet hij Gobelijn, dan weer Zonnebloem of Barabas, maar hij heeft een vaste plek in de collectieve verbeelding. De verstrooide professor die zijn baard te lang draagt en zijn trui achterstevoren, en op gezette tijden het eigen laboratorium opblaast. Een eenling in een ivoren toren, vraagt het cliché, ver weg van gewone mensen en hun vermoeiende zorgen. 

Veel meer dan dat is het niet: een cliché.

In werkelijkheid zijn onderzoekers, wetenschappers, professoren, academici tout court, mensen van de wereld. Zeker in de eenentwintigste eeuw zijn ze talrijk aanwezig op het publieke forum: in het nieuws, opiniekaternen, human interest- en duidingsprogramma’s, de etalage van de betere boekenwinkel. 

'Je kan niet neutraal zijn over het klimaat. Als je niets doet, steun je het status quo'

Sebastian Gonzato
(Scientist Rebellion)

Maar op minstens één plek blijven het witte raven: op de barricade. In de actieve strijd voor een betere wereld die dagelijks wordt gevoerd op straten, pleinen en op zee.

De academicusactivist is dun gezaaid, al bevestigen uitzonderingen ook hier de regel.

Academici timmeren op hun eigen manier aan de weg. Of het nu gaat over volksgezondheid, maatschappelijke pijnpunten of het klimaat: ze brengen fenomenen in kaart, wijzen problemen aan, en stellen oplossingen voor.

Als kennis macht is, zoals Francis Bacon een slordige vijfhonderd jaar geleden beweerde, dan is het de wetenschap die de wapens aanlevert.

Alleen: die wapens lijken nogal makkelijk in het stof te belanden. Dat wordt vooral pijnlijk duidelijk als het gaat om het klimaat: we kennen het probleem, we kennen de gevolgen, we kennen zelfs de oplossing.

The time to decarbonize is now. Het komt niet uit de koker van fanatici, maar is het unanieme besluit van honderden wetenschappers wereldwijd.

Toch draaien beleidsmakers hun hand niet om voor nog meer investeringen in de fossiele industrie en blijft het vooral business as usual.

Van het labo naar de straat

De urgentie van de situatie en de passiviteit van beleidsmakers maken dat de positie van (klimaat)wetenschappers als loutere boodschappers of alien outsiders van de problemen die ze beschrijven, steeds vaker in vraag wordt gesteld. Niet in het minst binnen de eigen rangen. 

"Volgens mij is het onaanvaardbaar geworden om als wetenschapper aan de zijlijn te blijven staan", schreef Michael Mann, professor Earth & Environmental Science aan de Universiteit van Pennsylvania, zo’n tien jaar geleden al in The New York Times.

Het is niet in dovemansoren gevallen. In 2020 zag Scientist Rebellion het licht.

Die zusterorganisatie van Extinction Rebellion verzamelt wetenschappers in de strijd tegen de klimaatverandering en ecocide, en voor klimaatrechtvaardigheid.

"Welke zin heeft het om de ramp waar we tegenaan kijken, in detail te beschrijven, als we niet bereid zijn er iets aan te doen?", luidt het op hun website. De Barabassen en Gobelijns van de wereld moeten dringend mee op de barricade, is de ondubbelzinnige oproep. 

"We groeien traag maar gestaag", zegt Sebastian Gonzato, ingenieur en doctoraatsstudent aan het departement Mechanical Engineering van de KU Leuven.

De twintiger, gespecialiseerd in stroomsystemen, koos er anderhalf jaar geleden voor om Scientist Rebellion te vervoegen. 

Gonzato treedt daarmee in de voetsporen van onder meer doctor Charlie Gardner, expert natuurbescherming en tot voor kort verbonden aan Durrell Institute of Conservation and Ecology (DICE) van de Universiteit Kent.

Gardner gooide niet lang geleden zijn academische baret over de haag om zich voluit in het klimaatactivisme te storten. 

Gonzato en Gardner maken deel uit van de groeiende groep (ex-)academici die de universitaire wereld een kritische spiegel voorhoudt. In tijden van meervoudige crises ruilen academici voorlopig slechts met mondjesmaat de pen in voor de megafoon en het labo voor de straat. 

Aan de vooravond van The Big One, een massamanifestatie die in april van dit jaar duizenden klimaatactivisten van over de hele wereld naar Londen lokte, ging Apache met Gardner en Gonzato op zoek naar de struikelstenen op de weg tussen academia en activisme.

Die zoektocht ging van banale ongemakken als tijdgebrek, over de kardinale deugd van wetenschappelijke onpartijdigheid, tot academische bijziendheid voor het grotere plaatje.

Ondraaglijk ongerijmd

Gardner studeerde zoölogie en natuurbescherming en schreef een doctoraat over natuurbescherming in Madagascar, waar hij ook tien jaar lang woonde.

Bij zijn terugkeer in 2014 kon hij meteen aan de slag als universitair docent. Hij kreeg onder meer een module over klimaatverandering toegewezen, en dat maakte een diepe indruk. Zo ging hij steeds meer nadenken over de zin en onzin van natuurbescherming op een opwarmende planeet.

"Het is niet meer dan symptoombestrijding. Alsof een bulldozer door het landschap zou gaan en je erachter holt om de brokken op te rapen."

‘Op een dode planeet zijn geen professoren’

Charlie Gardner
(Scientist Rebellion)

Zijn interesse verschoof al snel van het symptoom naar de onderliggende kwaal, de klimaatopwarming:

"We moeten nu vooral de bulldozer stoppen."

"Lesgeven over klimaatopwarming kwam ook telkens aan als een mokerslag", kijkt hij terug.

"Ik stond voor een aula gevuld met jonge mensen te vertellen over hoe somber de toekomst eruit ziet, en daarna wandelde ik naar huis alsof er niets was gebeurd." 

Die ondraaglijke ongerijmdheid strekt zich overigens uit tot ver buiten de universiteitsmuren.

"We gaan werken om geld te sparen voor de toekomst van onze kinderen. We dromen allemaal over de toekomst. Maar als we nu niet doen wat we moeten doen, blijft er weinig toekomst over om van te dromen", zegt Gardner

Ook Gonzato’s klimaatactivisme wortelt in de eerste plaats in diep persoonlijk onbehagen.

"Er bestaat een reële mogelijkheid dat we een ineenstorting van de samenleving zullen meemaken tijdens ons leven. Maar daar wordt aan de universiteit eigenlijk weinig over gepraat."

Hij kon de idee van een planetaire catastrofe steeds moeilijker verzoenen met een alledaags leven dat ziende blind lijkt voort te kabbelen, ook binnen de universiteitsmuren.

Gonzato ging gebukt onder cognitieve dissonantie en wat intussen eco-anxiety is gaan heten. Al deed hij aanvankelijk niet veel meer dan het ongemak verdragen.

Activisme lag ver buiten zijn comfortzone, en hij associeerde het vooral met zweverige, vreemde snuiters. Dat veranderde toen hij in 2021 wetenschappers-activisten, waaronder Charlie Gardner, aan het woord hoorde.

"Toen wist ik: dit zijn gewoon mensen zoals ik."

Daarmee wijst hij meteen ook op de sleutelpositie van de academicus-activist in de klimaatkwestie.

"Wetenschappers geven in zekere zin legitimiteit aan de klimaatbeweging." 

Dat klinkt wat paternalistisch, vult hij snel aan: de wetenschapper met het opgeheven vingertje. Maar hun aanwezigheid geeft een krachtig signaal: we moeten nu handelen om erger te voorkomen, niet uit ideologische overwegingen, maar op basis van overdonderende wetenschappelijke evidentie.

Gonzato kreeg het duwtje dat hij nodig had en vervoegde Scientist Rebellion.

Kennis en (on)macht

Toen Gardner in 2019 voor het eerst de weg vond naar een betoging van Extinction Rebellion voelde dat als thuiskomen, herinnert hij zich.

"Mijn leven lang al droom ik van de dag waarop mensen eindelijk genoeg om de aarde geven om ervoor op straat te komen."

Hij sprak tijdens de vierdaagse manifestatie met heel wat verschillende mensen, vertelt hij, "maar ik kwam er geen enkele collega tegen." 

Het zette hem aan het denken over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van academici en de beperkte slagkracht van wetenschappelijke evidentie in politieke en maatschappelijke transformatieprocessen. 

'Wetenschappers geven in zekere zin legitimiteit aan de klimaatbeweging'

Sebastian Gonzato

Nadat het stof van het protest uit de kleren was gewassen, kroop hij samen met collega Claire Wordley in de pen.

Onder de titel Scientists must act on our own warnings publiceerden ze samen een stuk in Nature. Daarin riepen ze wetenschappers op om de daad bij het woord te voegen en maatschappelijke en politieke aandacht te eisen voor de zich voltrekkende klimaatcatastrofe. 

Enkele dagen later volgde een bijdrage in The Guardian: We scientists must rise up to prevent the climate crisis. Words aren’t enough. Amper een jaar later zou Gardner de deuren van de universiteit definitief achter zich dichttrekken.

"Ik was nooit een beroepsacademicus", zegt Gardner daarover.

"I’m a mission-driven person." Een man met een missie dus, en die lag al van kindsbeen af bij natuurbescherming. Hij zag zijn academische loopbaan in het algemeen, en zijn wetenschappelijk onderzoek in het bijzonder, vooral als een manier om daar enkele stenen te verleggen. 

Hij was nooit uit op kennis ter wille van de kennis, en nog minder op de loutere eer en glorie van een professorentitel.

"Op een dode planeet zijn toch geen professoren", glimlacht hij. Maar het academische keurslijf ging al gauw spannen. 

"Als evidence-based onderzoeker ga ik op zoek naar de meest effectieve middelen om een doel te bereiken."

Als het gaat om het beschermen van de planeet, botste hij al gauw op de limieten van onderwijs en onderzoek.

"Het zijn slechts middelen en niet eens de meest effectieve, weet ik nu.

"Ik heb gekozen voor een ander middel." Met kennis lijkt het soms wat als met CO2, zegt ook Gonzato.

"We stapelen het gewoon op". Maar if you talk the talk, you should walk the walk, zegt hij stellig.

"Er ligt een onuitgesproken, heel naïeve opvatting in het hart van universitair onderzoek en onderwijs", legt Gardner de vinger op de wonde.

"Onderzoekers werken in de vooronderstelling dat de kennis die ze genereren, door beleidsmakers gebruikt zal worden om verstandige beslissingen te nemen in het publieke belang." 

Tijdens COP26 werden activisten van Scientist Rebellion gearresteerd omdat ze een brug blokkeerden.
Tijdens COP26 werden activisten van Scientist Rebellion gearresteerd omdat ze een brug blokkeerden. (© Mar Sala (Scientist Rebellion))

Scientia vincere tenebras. Wetenschap zal de duisternis overwinnen. Toch? Het is een kwalijke misvatting, meent Gardner, al motiveerde ze ook hem ooit om een academische carrière na te streven.

De weg van kennis naar macht, of van kennis naar maatschappelijke transformatie, blijkt in werkelijkheid veel hobbeliger dan Bacon ooit deed geloven. 

Academici vergeten vaak dat niet enkel wetenschappers aankloppen bij beleidsmakers, maar net zo goed bij private stakeholders en lobbygroepen. En zij doen dat niet met duffe "grafieken en data", maar met "een grote zak geld".

'Het is aan ons wetenschappers om de ernst van de situatie duidelijk te maken aan het brede publiek'

Charlie Gardner

Het maakt dat wetenschappelijk bewijs een noodzakelijke, maar steeds minder een voldoende voorwaarde is voor maatschappelijke transformatie. Onder die omstandigheden hebben wetenschappers de morele plicht om het publieke belang te blijven verdedigen en het status quo uit te dagen met alle beschikbare middelen, stelt Gardner

Hij vindt de passieve houding van veel van zijn collega’s zelfs gevaarlijk en vreest vooral dat hun stilzwijgen een soort van bystander effect in de hand werkt:

"Als ik zeg dat mijn huis in brand staat, maar ik blijf rustig zitten, dan geloof je dat toch ook niet?"

Het is volgens hem net zo met het klimaat: "Het is aan ons wetenschappers om de ernst van de situatie duidelijk te maken aan het brede publiek." 

Dat is ook waar Michael McMahon, laatstejaarsstudent geneeskunde en de Belgische woordvoerder van Scientist Rebellion, op aandringt in een gesprek met Apache:

"Onderzoekers en academici hebben het privilege van de kennis en daarom de verantwoordelijkheid om te handelen. Met alles wat we weten, kunnen we niet om vijf uur onze computer dichtklappen en naar huis gaan.

"We moeten aan het publiek, aan de wereldbevolking tonen wat dit met ons doet."

Kranen repareren in een brandend huis

Het lijkt een vanzelfsprekendheid, de academicus-activist, en toch blijft het een zeldzaam curiosum. Waarom?

Het heeft volgens Gardner onder meer te maken met het academische waardenkader. Daarin worden maatschappelijke verantwoordelijkheid en engagement steeds meer overschaduwd door snoeiharde competitie en een focus op meetbare output, zoals publicaties en fondsenwerving. 

Hij heeft het over een verregaande neoliberalisering binnen de sector.

"Als je de top wil bereiken, moet je vooral veel publiceren en financiering binnenhalen voor onderzoek. Er blijft dan eenvoudigweg geen tijd over voor zaken die niet meteen bijdragen tot je carrière, zoals activisme." 

'Onderzoekers en academici hebben het privilege van de kennis en daarom de verantwoordelijkheid om te handelen'

Michael McMahon
(Scientist Rebellion)

Het sluit aan bij wat Anne Urai (Universiteit Leiden) en Clare Kelly (Trinity College Dublin) eerder aanklaagden in een artikel.

Om maatschappelijk relevant te blijven moeten universiteiten paal en perk stellen aan toenemend corporatisme en werkdruk, argumenteerden ze.

Academici "houden amper nog energie over om zich in te zetten voor de grootste uitdaging van onze tijd: de klimaatcrisis".

Het intellectuele kruim van de wereld heeft geen fut meer om de wereld te redden: het is een groteske vaststelling. Urai en Kelly pleiten dan ook voor een totale omwenteling van de universitaire cultuur. Weg van de nadruk op winst en groei, naar een meer sociaal georiënteerd en geëngageerd academia. 

Een omwenteling die volgens Gonzato best al ingezet wordt op het niveau van opleiding.

"Als het onderwijs één belangrijke taak heeft, dan is het om je te leren hoe je met anderen kan leven, en wat burgerschap betekent." 

Net in die taak laat ons onderwijs nogal wat steken vallen, meent hij. Vakken die kunnen bijdragen tot het aanscherpen van een kritische geest – zoals geschiedenis, wijsbegeerte, politieke wetenschap – verdwijnen steeds vaker uit het curriculum. 

"Het lijkt soms alsof universiteiten mensen vooral klaarstomen voor de arbeidsmarkt. We leren wel om technisch, maar steeds minder om kritisch denken. Net dat laatste stelt je in staat om wat je doet binnen een breder plaatje te plaatsen", zegt Gonzato

Dit cultiveert volgens hem een tunnelvisie, die zich doorzet in wetenschappelijk onderzoek.

"We kunnen onderzoeken hoe we de productie van kunstmest koolstofvrij kunnen maken, zonder de economische, sociale en politieke context te ondervragen waarbinnen de vraag naar kunstmest ontstaat." 

Ook McMahon klaagt de universitaire oogkleppen aan, zij het in zijn eigen branche: de geneeskunde.

"Op zes jaar tijd kreeg ik een paar lessen over de klimaatopwarming, dat is veel te weinig. Het ineenstorten van de biodiversiteit en klimaatchaos zijn nochtans inherent verbonden met gezondheidsproblemen."

Die hegemonie van de technische rede, in combinatie met de universitaire myopie voor het grotere plaatje, tasten de maatschappelijke relevantie van het kennisbedrijf aan en dreigen in het ergste geval aanleiding te geven tot een loodgietersmentaliteit.

"Als ingenieur zijn we vaak bezig met technische oplossingen te bedenken", zegt Gonzato. "We zetten te weinig eens een stap terug."

'Mensen die zich zorgen maken om the bigger picture, kiezen steeds minder voor de universiteit'

Charlie Gardner

Maar wat baat het om pakweg een lekkende kraan te repareren, terwijl het huis in lichterlaaie staat?

"Het komt zelfs niet in ons op dat sommige problemen zich niet technisch laten oplossen. Everything looks like a nail when you have a hammer." 

Door de nadruk op micro-analyses zien vele academici door de bomen amper nog het bos. Dat is volgens Gardner niet alleen jammer voor de klimaatbeweging, maar ook voor de universiteiten.

"Mensen die zich zorgen maken om the bigger picture kiezen steeds minder voor de universiteit. En als ze er al werken, zijn ze waarschijnlijk niet productief genoeg. Ze willen geen papers produceren, maar big things." 

Gardner zelf liet zich alvast niet vervreemden van zijn missie: "Ik ben niet geïnteresseerd in outputs for the sake of it, maar in outcomes, in maatschappelijke impact."

Het dreef uiteindelijk zelfs een wig tussen hem en academia. Al hoeft het natuurlijk lang niet bij iedereen zo’n vaart te lopen.

'Als ik zeg dat we moeten stoppen met het gebruik van bepaalde pesticiden, dan is dat gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Maar het is ook een politiek statement'

Charlie Gardner

Voorbij tijdsgebrek, de effecten van neoliberalisering en tunnelvisie, bestaat er volgens sommigen gewoon een inherente paradox of onverzoenlijkheid tussen academia en activisme. Is de ideale vorser immers niet neutraal en onpartijdig? 

Voor Gardner is activisme dan wel een morele plicht, anderen koesteren net de apolitieke positie van de alien outsider als hoogste goed. Het is aan wetenschappers om feiten te produceren, maar niet om er stelling over in te nemen, laat staan (politieke) druk uit te oefenen, is de idee. 

Dat is een misvatting, stelt filosoof Bertie Russell, gebaseerd op een vals dilemma. Alsof het politieke, de wereld van het menselijke belang, zich netjes laat scheiden van de wetenschap. 

Russell vergelijkt het met een fotograaf: wat die vastlegt op de gevoelige plaat lijkt het summum van objectiviteit, de feiten en niets dan de feiten. Maar enkele kritische vragen volstaan om dat te doorprikken: waarom koos de fotograaf precies dat onderwerp, welke mensen of dingen werden bewust uit het beeld geweerd, en waarom net die invalshoek? 

Op eenzelfde manier laat de wetenschap zich niet zomaar scheiden van de menselijke interesses, zorgen en belangen die haar ooit bestaansrecht verleenden. En die moeten we volgens Russell opnieuw omarmen.

Wetenschap is inherent politiek, zegt Gardner zelfs.

"Als ik zeg dat we moeten stoppen met het gebruik van bepaalde pesticiden, dan is dat gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Maar het is ook een politiek statement."

Hij vindt het hele idee van een waardenvrije wetenschap nonsens.

"Mijn hele onderzoeksveld is gebaseerd op een waarde: de natuur is goed en we moeten haar beschermen."

En dat geldt net zo goed voor andere wetenschappen.

"Waarom zouden we dan vreemd opkijken van Barabassen op de barricade? "Je kan niet neutraal zijn over het klimaat", voegt Gonzato nog toe.

Ook niets doen is een politieke daad, en zelfs een van de meest gewelddadige, volgens sommigen. 

"Als je niets doet, steun je het status quo", benadrukt hij. Silence is violence: het staat niet voor niets op de pancarten tijdens klimaatbetogingen.

Naar een social tipping point

Brengt protest ook zoden aan de dijk? Op veel sympathie konden de soepgooiers alvast niet rekenen. Het is een mooi voorbeeld van wat in de sociale psychologie het activistisch dilemma heet: bepaalde vormen van protest genereren dan wel aandacht voor een problematiek, maar tasten meteen ook de publieke steun ervoor aan.

Het klimaatactivisme experimenteert volop met tactieken en evolueert volgens Gardner steeds meer van sensibilisering en burgerlijk ongehoorzame acties naar actief verzet.

"Dat zie je in heel Europa. Infrastructuur voor fossiele brandstoffen komt steeds meer in het vizier en je ziet meer vernietiging van eigendom."

Het is zoeken naar het fragiele evenwicht tussen het activistisch dilemma en verzetsvormen met impact, die beleidsmakers en het bredere publiek bij de les houden.

Activisten van Scientist Rebellion verstoorden in februari een jaarlijkse bijeenkomst van European Business Aviation Association, de lobbyorganisatie van de sector van private vliegtuigen.
Activisten van Scientist Rebellion Belgium verstoorden begin dit jaar in Brussel een jaarlijkse bijeenkomst van de European Business Aviation Association, de lobbyorganisatie van de sector van private vliegtuigen. (© Brieuc Van Elst (Krasnyi Collective))

Gardner is er wel van overtuigd dat een social tipping point uiteindelijk onvermijdelijk is: een massale maatschappelijke mobilisatie, wanneer we de onmiddellijke existentiële dreiging van een volledig ontregeld klimaatsysteem niet langer naast ons neer kunnen leggen.

"Er komt een moment waarop we zullen inzien dat we verraden en belogen werden. En dat zal gepaard gaan met enorme woede", zegt hij. 

En dat is goed, want in die woede ontstaat een draagvlak voor de sociale, economische en politieke omwentelingen die nodig zijn om de klimaatcrisis adequaat aan te pakken. 

Tot die tijd is het aan activisten om aan te sturen op zo’n sociaal kantelpunt.

"Onze protesten zijn heel effectief gebleken in het aanwakkeren van publiek bewustzijn voor de klimaatkwestie. Voor 2018 werd daar eigenlijk nauwelijks over gesproken", zegt Gardner overtuigd.

Activisten zijn misschien een luis in de pels, maar ook onmisbare wegbereiders, vooral omdat ze het zogenoemde Overton window oprekken. Ze klagen aan, maar activeren ook de verbeelding: ze brengen alternatieven in beeld, maken andere vormen van beleid voorstelbaar en creëren ruimte voor nieuwe mogelijkheden.

"Het is nodig dat andere mensen de weg naar die ruimte vinden, enkel dan is er hoop dat die mogelijkheden werkelijkheid worden", besluit Gardner.

Pas wanneer een groot deel van de bevolking ervan overtuigd is dat business as usual niet langer een optie is, ontstaat het nodige momentum voor adequate politieke actie en beleidskeuzes.

En voor Gardner, Gonzato en McMahon is het zo klaar als een klontje: in het creëren van dat momentum zijn wetenschappers onmisbare bondgenoten.


Wim De Jonge sprak met Michael McMahon voor dit artikel.


Liesbet De Kock schrijft sinds 2022 voor Apache. Ze heeft een achtergrond in de klinische psychologie en filosofie. Voordien werkte ze als gastprofessor aan de VUB en het KASK, en als onderwijsassistent aan de UGent.



Wetenschapper Charlie Gardner speecht tijdens een protestactie voor het Britse Science Museum. (© Louise Gardner (Scientists for Extinction Rebellion))

Lees ook


Vul hieronder de zoekopdracht Apache in en vind meer berichten.


Bron: Apache

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven