Bieke Purnelle – Verwende nesten – Moeten we dan preppen of boksles nemen in de club van Dries Van Langenhove


Er is genoeg om bang van te zijn in een wereld die langzaam maar zeker wordt overgenomen door mannen die vrijheid, democratie en mensenrechten minachten. Maar Bieke Purnelle betwijfelt of angst ons kan redden.

Bieke Purnelle - De Standaard


Soms lees je een stuk in de krant dat nadrukkelijk in je hoofd blijft spoken.

Deze keer was het een verontrustende tekst van schrijver Johan de Boose, die zich al eens “diep in de kreukels van Oost-Europa” bevindt, en aan die reisdrang een eerder grauw ingekleurd wereldbeeld heeft overgehouden.

Dat heeft alles te maken met de geschiedenis, waar tenslotte niemand aan ontsnapt.

Zo verkeren Oost-Europeanen volgens hem in een permanente staat van oorlogsparaatheid waar wij, verwende westerse sukkels, geen gedacht van hebben, in slaap gesust met het idee dat we alles op een rijtje hebben.

Wanneer de herinnering aan oorlog nog stinkend vers is als een dampende paarden vlaai, zijn burgers zich bewuster van eventueel gevaar, aldus De Boose.

Kortom, we zijn verwende nesten. We hebben het al veel te lang veel te goed.

De Oost-Europeanen - met permanent de daver op het lijf van het onheil dat hen maar blijft achtervolgen - vervallen massaal in fatalisme of fanatisme. De fles of de bunker.

“Het is niet de vraag of, maar wanneer. Of wat? Wanneer wat?

“Of de geschiedenis een kantelbeweging gaat maken wanneer we merken dat we met onze terrasverwarmers, onze goedgelovigheid en onze collectieve onnozelheid boven een afgrond bengelen”, schrijft De Boose.

Na het lezen van dat pertinente, maar weinig opbeurende stuk, keek ik zuchtend naar buiten, waar vogels te tellen vielen en sneeuwklokjes ontluikten.

Weinig dingen zijn onverstoorbaarder dan de natuur, die zich niets aantrekt van onze psychoses.

Ik vroeg me af wat Johan dan precies van ons verwacht. Wat wij, “verwende nesten”, volgens hem moeten doen in plaats van bijvoorbeeld met een trappist op een terras te zitten.

Preppen? Boksles nemen in de club van Dries Van Langenhove? Ons bewapenen? Een schuilkelder uitgraven onder de garage? Vluchten naar Nieuw-Zeeland?

Al maanden worden wij wekelijks gewaarschuwd voor de ramp die ons gestaag besluipt.

Militair experts, historici en andere kenners van grootschalige miserie preken ons toe vanop hun kansel. Wie er nog gerust op is, leest vast geen kranten. Wie er niet gerust op is, heeft geen flauw idee van wat er ons te doen staat.

Onvoorspelbaarheid en gebrek aan controle kweken angst. Op zich is angst een handig overlevingsmechanisme dat ons waarschuwt voor dreigingen, of die nu reëel zijn of fictief.

Wie bang is, zal vechten, vluchten of, in een minder wenselijk scenario, verlamd raken.

De vraag is tegen wie of wat we zouden moeten vechten? Waar we naartoe kunnen vluchten? Niemand die het weet. Angst betreft immers altijd wat onbekend is en nog komen moet. Ze kijkt vooruit, probeert te voorkomen.

Maar hoe voorkom je wat je niet kent? De vijand is even vormeloos als naamloos. De toekomst is een braakliggend terrein vol mogelijkheden en valt pas tegen als zij heden wordt.

Tot de afgrond zich bodemloos gapend aan ons openbaart, wandelen wij verder, vooruit, altijd maar vooruit, omdat terugkeren geen optie is en stilstaan geen zin heeft.

Er is genoeg om bang van te zijn in een wereld die langzaam maar zeker wordt overgenomen door mannen die vrijheid, democratie en mensenrechten minachten.

Maar ik betwijfel of angst ons kan redden.

Collectieve paniek, het soort massahysterie dat de bevolking op hol doet slaan, zoals de Fransen in 1789 tijdens ‘La Grande Peur’ – een periode van chaos, opstand en vernielzucht waar niemand precies de oorsprong van kende – heeft nog nooit heil gebracht of iemand van de ondergang gered.

Feit is dat angst een gedroomd instrument is voor wie daar politiek bij te winnen heeft.

De instrumentalisatie van angst, het uitvergroten van gevaren en het cultiveren van vijandbeelden vormen de basisingrediënten van totalitaire politieke bewegingen en partijen.

Angst is een perfect verdienmodel voor louche figuren met malafide bedoelingen. Maak een bange burger wijs dat je hem kunt beschermen tegen gelijk welk vermeend of tastbaar gevaar en hij volgt je blindelings.

Angstpolitiek is eeuwenoud, en nog slagen we er niet in haar te doorprikken.

Wat ons terugbrengt bij het Oost-Europa van wanhoop, vodka en bunkers dat De Boose zo treffend beschrijft.

Ik herinner me vrij goed hoe nationalistische angstpropaganda in de jaren 90 tot een bloedbad leidde tussen Serviërs, Bosniërs, Kroaten en andere groepen, die als de dood waren voor elkaar en elkaar daarom naar het leven stonden.

Misschien is het niet de kalme onverstoorbaarheid die ons de das zal omdoen, maar net de opgeklopte, uitgewrongen angst voor het ondenkbare.

Dat onze hunkering naar veiligheid diezelfde veiligheid net ondergraaft, is wellicht een interessantere paradox dan die tussen de zwaar bewolkte Oost-Europese realiteit en de vredigheid van een trappist op een verwarmd Vlaams terras.


Bieke Purnelle is freelance­­schrijver en directeur van Rosa, kennis­centrum voor gender en feminisme. Haar column verschijnt tweewekelijks op vrijdag.


Paniek tijdens ‘La Grande Peur’ in de begindagen van de Franse Revolutie in 1789. — © Photo12

Lees ook

Klik op de hyperlink en ontdek meer berichten van

Bieke Purnelle


Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven