Cartoonisten – Ruben L. Oppenheimer en Lectrr


De ene kreeg doodsbedreigingen voor een cartoon over Israël-Palestina, de andere voor eentje over de Turkse president.
Ruben L. Oppenheimer en Lectrr, cartoonisten in deze krant, kruisen de potloden.
‘Ik ben een tikje jaloers op Lectrr, ik heb al in tijden geen serieuze bedreiging meer gehad.’

Jeroen Struys  - De Standaard



Ruben L. Oppenheimer: ‘Jij kiest kant in het debat’
Lectrr: ‘Ja, die van de burgers’


Elke oorlog is ook een strijd in beelden, waarbij cartoonisten in de frontlinie staan. 

The Guardian besloot deze week het contract van cartoonist Steve Bell na 40 jaar niet te verlengen, volgens hem wegens een cartoon over Netanyahu die door de redactie werd gezien als antisemitisch.

Ook cartoonisten van De Standaard voelen de spanning. Het conflict leverde Steven Degryse aka Lectrr – ‘zelfs mijn moeder noemt me Lectrr’ – een doodsbedreiging op, de derde in zijn carrière.

De Nederlandse cartoonist Ruben L. Oppenheimer kent daar ook wat van: hij moest politiebegeleiding krijgen na een cartoon die de Turkse president Recep Tayyip Erdogan beledigend vond – ook al luidde het bijschrift net dat Erdogan géén geitenneuker is.

Oppenheimer vindt dan weer dat zijn collega – en dus deze krant – te eenzijdig de kant van Palestina koos vlak na de gruwelijke aanslag van Hamas. Daar speelt zijn Joodse afkomst misschien wel een rol.

Hoe ernstig zijn doodsbedreigingen voor mensen die leven van humor?

Lectrr: ‘Mijn spaarkaart raakt stilaan vol. Wennen doet dat niet. Het is vooral een hoop gedoe. Zo moest de politie een inschatting maken of mijn signeersessie kon doorgaan op Facts (een event voor fans van strips, fantasy en scifi, red.).’

‘Mijn eerste doodsbedreiging kwam vanuit een islamitische terreurorganisatie. Deze was eerder: gefrustreerde man zit thuis, ziet de cartoon en heeft toevallig een toetsenbord in de buurt. Maar het blijft schrikken. Je weet nooit of zo’n man toevallig ook een kast met AK-47’s heeft.’

Oppenheimer: ‘Je mag geen risico’s nemen. Je kunt ervan uitgaan dat de meeste mensen die hun toetsenbord misbruiken, aardige mensen blijken wanneer je ze tegenkomt.

´Maar er zijn helaas ook genoeg tegenvoorbeelden, waarbij schrijvers ten onrechte dachten: “Ik moet maar een dikke huid hebben, want ik deel zelf ook sneren uit. Het zal zo’n vaart niet lopen.”’

Zijn bedreigingen courant?

Oppenheimer: ‘Ik ben een tikje jaloers op Lectrr, want ik heb al in tijden geen serieuze bedreiging meer gehad. Dan doe je als cartoonist toch iets verkeerd.’

Lectrr: ‘Ik krijg de laatste tijd net veel haatmail, onder andere over mijn cartoons over ontdopen. Zelfs over de cartoons over Conner Rousseau kreeg ik er. Gaan ze nu op links ook al beginnen? Zijn ze in die hoek doorgaans niet beschaafder?’

Oppenheimer: ‘Ik kreeg al boze reacties van moslims, katholieken en joden; van linksen en rechtsen. Zolang het wat in evenwicht zit, ben ik goed bezig, denk ik. Ik hoop dat ik mijn scherpte niet heb verloren.’

Dwingt het conflict Israël-Palestina jullie om een standpunt in te nemen?

Oppenheimer: ‘Het valt me op dat Lectrr duidelijk stelling kiest in het debat. Dat mag, ik doe dat ook als het om Erdogan gaat. Ik ga nooit pro-Erdogan tekenen, of het even van zijn kant bekijken.

´Ik denk alleen dat je als krant niet de indruk wil wekken dat je één kant kiest.

´Ik ben geen pro-Israël-tekenaar en aan Netanyahu heb ik een broertje dood – het zijn altijd de verkeerden die plots een hersenbloeding krijgen.

´Maar wanneer dit conflict uitbrak, merkte ik dat bij sommige cartoonisten en opiniemakers heel snel de focus werd verlegd naar “ja, maar”.

´Op de Nederlandse tv zei iemand (Johan Derksen, red.) dat “die Joden er wel een beetje om gevraagd hebben”, terwijl de babylijkjes nog lagen af te koelen.

´Wanneer in Istanbul een bom ontploft en er onschuldige slachtoffers vallen, ga je mij niet horen roepen: “Ja, maar, Erdogan heeft erom gevraagd.”’

U vindt dat Lectrr – en de krant – te snel positie innamen?

Oppenheimer: ‘Ik ben geen supporter van de staat Israël, maar ja, ik ben toevallig wel Joods. Dus die aanval van Hamas doet toch iets met mij.

´Voor het eerst sinds de Golfoorlog, toen de raketten op Tel Aviv vielen, voel ik een soort samenhorigheid met dat land, hoewel ik er bij mijn laatste bezoek – in 2012 – heb gezegd: hier kom ik nooit meer.

´Ik voelde me er als Europese Jood niet welkom. Het is een apartheidsstaat en er heerst een abject regime.

´Maar wanneer 1.300 vrouwen, kinderen en onschuldige, feestende jongeren worden afgemaakt, hoef ik even geen “ja, maar”. Ik kon minder snel de knop omdraaien.’

Lectrr: ‘De dag van de aanslag door Hamas heb ik toevallig geen cartoon gemaakt. Maar vanaf de dag erop vielen er alleen nog doden in Gaza en ging mijn aandacht daarnaar.

´Dit is ook geen conflict, maar vrij eenzijdig: die burgers zitten in Gaza vast als sitting ducks. De internationale gemeenschap doet zowat niets.

´Als cartoonist schop ik altijd omhoog. Ik hoef de Israëli’s niet te steunen met mijn cartoons, want zij hebben de internationale steun al.’

Als je zegt: ik schop alleen naar boven, dan kies je toch kant?

Lectrr: ‘Ja, de kant van de burgers en van onschuldige slachtoffers. Bij cartoons over vluchtelingen ga ik ook nooit de kant van de politiek kiezen.’

Dat maakt je de facto tot een linkse cartoonist?

Lectrr: ‘Nee, dat maakt je als cartoonist tot oppositie tegen de machtigen.

´Mensen die haatmail sturen, geloven stellig te weten welke politieke kleur ik heb. Ik vrees dat ik hen moet teleurstellen. Ik ben niet links of rechts, ik ben gewoon een klootzak.

´Het is niet aan cartoonisten om oplossingen aan te bieden. Wij zijn stoorzenders en bullshitdetectors, dat is onze taak.’

Oppenheimer: ‘Ik zie mezelf als advocaat van de duivel. Wanneer heel de westerse wereld roept dat ze achter Israël staat, mag je wel kanttekeningen plaatsen bij die onvoorwaardelijke steun.

´Toen Rusland Oekraïne binnenviel, was ik net zo verontwaardigd als de meeste mensen. Daar paste ook geen “ja, maar”.

´Vervolgens maakte ik wel een cartoon over de manier waarop Zelenski als een rockster op een internationale bedeltocht trok.

´Voor die tekening ben ik afgemaakt, ze is zelfs getoond op de Russische staatstelevisie. Niet iets waar ik trots op ben. Maar ik vond wel dat ik die tekening moest maken.’

Begin deze week ontsloeg The Guardian Steve Bell na een cartoon die werd beschouwd als antisemitisch. Eerder besloot The New York Times helemaal geen cartoons meer te publiceren in zijn internationale editie na een cartoon die Netanyahu afbeeldde als het schoothondje van Donald Trump. Verdient antisemitisme die extra gevoeligheid?

Lectrr: ‘Die cartoon in The New York Times was er ver over, maar daarom meteen vijftig andere cartoonisten treffen, is totaal buiten proportie.’

Oppenheimer: ‘Collega, cartoons mógen er ver over gaan. Wij moeten het debat aanjagen. Ik ben geen plaatjesmaker. Wie het niet met me eens is, kan in debat gaan met mij, via de krant.

´Ik kreeg onlangs nog een mail van iemand die zijn abonnement wilde opzeggen wegens al die jodenhaat in mijn cartoons. Die had toch even zijn research mogen doen.’

Lectrr: ‘Ooit vond iemand het aanstoot­gevend dat ik joden met een grote neus afbeeldde. Ik heb hem een overzichtje van mijn werk gestuurd, zodat hij kon zien dat ik iedereen met een grote neus afbeeld.’

Oppenheimer: ‘En als ik als witte man een zwart personage met kroeshaar teken, zou dat per definitie een racistische cartoon zijn. Ja zeg, houd toch op.’

Er zijn nu eenmaal gevoeligheden over hoe je bijvoorbeeld zwarte mensen afbeeldt. Daarmee kun je toch rekening houden?

Oppenheimer: ‘Daar doe ik dus niet aan mee. Ik ben tegen verbieden en cancelen. Ik teken karikaturen.

´Ik zou een moslim kunnen tekenen die eruitziet zoals jij, want jij kan ook moslim zijn, maar dan moet ik op zijn voorhoofd schrijven: “moslim”.

´Dus ja, als ik een Jood teken, draagt die pijpenkrullen.’

Leert het verleden ons niet dat karikaturen kunnen aanzetten tot haat?

Oppenheimer: ‘Het zit hem niet in één cartoon, het zit hem in een lijn en een beeldvorming.

´Je kan niet door één beeld, één metafoor, een cartoonist van antisemitisme of racisme beschuldigen. Je moet het hele werk bekijken.

´Eén tekening kan een racistische karikatuur bevatten, maar dat betekent niet dat de tekenaar een racist is.’

‘Ten tijde van de ophef over de Mohammed cartoons tekende ik een boerka met als opschrift: “Mag je hem zo wel afbeelden?”

´Mensen waren razend en voerden aan dat ik de profeet zou hebben afgebeeld onder de boerka.’

Lectrr: ‘Context is alles. Marec heeft ook Mohammed afgebeeld in het Nieuwsblad en er was geen haan die ernaar kraaide.

´Ik ben banger om Nijntje of Kuifje af te beelden dan Mohammed, want dan krijg je pas echt last – in dat geval met de erfgenamen.

´Als westerse journalist een cartoon bedenken en hem niet maken: dat is als naar de wc moeten en niet gaan. Dat blijft in je systeem zitten.

´Er is hier niemand die ons in de weg staat. Voor wie zouden we ons inhouden?’

Oppenheimer: ‘Ik doe nu niets anders dan vroeger. Ik ben niet moediger, feller of activistischer geworden.

´Sinds Charlie Hebdo worden klootzakken als Lectrr en ik alleen wat vaker om onze mening gevraagd.

´Ik merk wel dat de maatschappij twee stappen achteruitzet, waarna ik nu plots helemaal vooraan sta.’

Heeft u het dan over druk van moslimfundamentalisten, of over een grotere gevoeligheid bij lezers?

Oppenheimer: ‘Het is begonnen bij de Deense Mohammed cartoons en de rellen. Toen kreeg ik de vraag: “Moet die rotzooi in de krant?” Dat hoor je wel vaker: “Moet dat allemaal wel?”

´Ja, natuurlijk moet dat.’

‘Een andere beweging is de cancelcultuur en het idee dat je niemand op zijn tenen mag trappen – mensen die vinden dat alles respect verdient en niets nog een cynische bevraging.

´Dat sijpelt ook door op redacties. De oude lullen van 70 zijn weg en ze zijn vervangen door twintigers die, vooral in Nederland, in die cultuur zijn opgegroeid.’

Op de redacties heerst een wokecultuur?

Oppenheimer: ‘Dat merk ik, ja. De dag dat vanuit de samenleving of krantenredacties het geluid komt dat ze er geen zin meer in hebben, ga ik niet koppig tegen de stroom in blijven zwemmen.

´Als de samenleving zoveel stappen terugzet dat je niemand meer achter je ziet als je achterom kijkt, dan heeft het geen zin meer.’

Lectrr: ‘Ik voel dat toch anders aan. Ik heb meer last van rechtse pogingen tot cancelen.

´In 2020 kwam vanuit die hoek nog een poging om me met insinuaties van plagiaat uit De Standaard te gooien.

´Cancelcultuur komt niet alleen uit de wokehoek, we zitten aan beide kanten met mensen die niet meer in dialoog willen gaan.’

In Zweden lopen de spanningen op door koranverbrandingen. Mogelijk speelden die een factor in de recente aanslag in België. Moeten we als tegenreactie dan massaal korans gaan verbranden?

Lectrr: ‘Ik vind boeken verbranden hoe dan ook nogal onnozel. Als je je koran niet wil lezen, geef hem aan iemand anders of breng hem naar de kringloopwinkel.’

Oppenheimer: ‘Verbranding is niet milieuvriendelijk. Je moet hem op je e-reader downloaden en vervolgens wissen.’

Als een godsdienst of overheid een expressie verbiedt, moet je die grens toch overtreden om de vrijheid van meningsuiting te bewaken?

Lectrr: ‘Is het verbranden van een koran heus een mening? Dan zou je negationisme ook moeten toestaan.

´De Holocaust ontkennen is compleet ridicuul, want we hebben bewijzen.

´Ook al is het verboden, toch blijven mensen zich eraan bezondigen, alleen doen ze het nu stiekem.

´Eigenlijk zeg je met die wet: de vrijheid van meningsuiting is voor alle meningen behalve stomme meningen.’

Oppenheimer: ‘Eens. Ik ben ook tegen het verbod op Mein Kampf.

´Ik wil in discussie gaan met mensen die zeggen dat “de gaskamers misschien toch niet bestonden”, ook al is mijn halve familie in zo’n kamertje omgebracht.

´Ik wil niet dat iemand wordt verboden om een abjecte mening te hebben. Iets anders wordt het wanneer je zo’n mening gebruikt om mensen tegen elkaar op te zetten.’

‘Wij krijgen niet per se een kick van Erdogan in zijn blote kont te tekenen. Maar als wij dat niet meer kunnen doen, verlegt de focus zich naar dingen waarvan we helemaal vinden dat ze moeten kunnen, zoals journalistiek.

´Als de vooruitgeschoven pionnen hun werk niet meer kunnen doen, is de volgende rij aan de beurt.

´Ik vrees dat onze samenleving op een scharnierpunt komt.’

Lectrr: ‘Cartoonisten zijn de kanaries in de koolmijn.

´Overal in de wereld waar cartoonisten het zwaar krijgen, komt de hele democratische samenleving in de problemen.

´Cartoonist Rob Rogers werd aan de kant geschoven onder Trump en even later kreeg je de bestorming van het Capitool.

´In België voel ik druk op sociale media, maar niet vanuit de politiek of de redactie. Maar ik ben wel bang voor 2024.

´De geschiedenis zal uitwijzen wat voor vergif de sociale media voor onze samenleving zijn geweest.’

Oppenheimer: ‘Zonder sociale media had Nederland het beter gedaan op het WK voetbal!’



Ruben L. Oppenheimer en Lectrr.
Foto Jimmy Kets

Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven