Essay – Ilja Leonard Pfeijffer – De wegen worden niet geblokkeerd door wanhopige keuterboertjes, maar door grootverdieners die hun voorrechten niet kwijt willen

Ilja Leonard Pfeijffer: ‘Marktwerking is voor niemand leuk, dat had ik de boeren van tevoren kunnen vertellen, maar niemand heeft het recht om te klagen over de mechanismen van de vrije markt als hij er jarenlang kwijlend van heeft geprofiteerd.’Beeld Rebecca Fertinel, Tim Dirven

Elke politicus die de boeren perspectief biedt en hun voorspiegelt dat zij op de oude voet kunnen doorgaan, liegt, schrijft Ilja Leonard Pfeijffer in zijn vijfde essay voor De Morgen. Daarin werpt de schrijver een ander licht op de boerenopstand die door Europa raast.

Ilja Leonard Pfeijffer - De Morgen


De climax van de roman Serotonine van Michel Houellebecq, een goed geschreven, slecht boek, dat in het begin van 2019 verscheen, is een boerenbetoging.

Normandische veeboeren blokkeren het knooppunt van de A13 van Caen naar Parijs en de A132 vanuit Deauville. Wanneer de mobiele eenheid arriveert, schieten ze met een raketwerper de brandstofreservoirs van een maaidorsmachine en een maïshakselaar in brand.

Terwijl een kolom van vlammen oprijst tegen de achtergrond van danteske, zwarte rook, schiet de grootgrondbezitter Aymeric zich door zijn hoofd, waarop de boeren met jacht­geweren het vuur openen op de agenten van de mobiele eenheid, die het vuur beantwoordt. ­

Negen boeren worden op slag gedood. Een tiende overlijdt ’s nachts in het ziekenhuis van Caen, evenals een ME’er.

Ook vervelende schrijvers kunnen zieners zijn. Op dit moment, op de kop af vijf jaar na het verschijnen van de roman, is heel Europa in de greep van boerenoproer.

Doden zijn er nog niet gevallen, maar de tractoren die de wegen blokkeren, brandende hooibalen, zwarte rook en de grimmige vastberadenheid van de woedende boeren hebben daarvoor wel het decor ­geschapen.

Als je het moderne zware materieel dat wordt ingezet buiten beschouwing laat, heeft het bijna iets geruststellend middeleeuws, boze boeren die met hooivorken naar paleizen en residenties oprukken, en in dat opzicht past het beeld wonderwel bij de contraverlichting die in dit tijdsgewricht in gang is gezet.

WALGING IN BRUSSEL

In alle landen zijn de boeren ergens anders het meest boos over en de boerenorganisaties binnen de afzonderlijke landen zijn het ook niet altijd volledig met elkaar eens.

Dit maakt het probleem complex om te analyseren.

  • In Nederland en België zijn de milieueisen voor de stikstofuitstoot de voornaamste steen des aanstoots

  • In Duitsland en Frankrijk spelen de subsidies op diesel een rol

  • In Italië gaat het vooral over de onhoudbare positie van kleine boeren in een geglobaliseerde markt en over belastingvoordelen die ten onrechte afgeschaft zouden zijn

  • In Spanje, Portugal en Griekenland wordt geprotesteerd tegen de Europese regels

  • In Polen vrezen de boeren oneerlijke concurrentie vanuit Oekraïne

Overal herkennen de boeren zich in de grieven van hun buitenlandse collega’s, waaraan zij nog willen toevoegen dat zij slachtoffers zijn van de grillen van een wereldvreemde elite, die in modieuze steden op het pluche zit en die nog nooit klei aan de schoenen heeft gehad.

De synchronie van de boerenopstanden in de verschillende landen van Europa suggereert dat er achter de diversiteit van de grieven een gemeenschappelijk en overkoepelend probleem schuilgaat.

De verleiding is groot om te denken dat Europa het probleem is. Europa zelf zou de eerste zijn om het daarmee eens te zijn. Nergens is de kritiek op het Europese landbouwbeleid zo fel als in de Brusselse kantoren waar het wordt uitgevoerd.

De landbouwsubsidies zijn een erfenis uit de jaren 60, toen de voedselvoorziening op het continent in wederopbouw moest worden veiliggesteld.

Dit stimuleringsbeleid is nooit wezenlijk aangepast en schiet al decennia zijn doel voorbij.

Vandaag de dag is maar liefst een derde van de totale begroting van de Europese Unie (ik herhaal: niet minder dan een derde van de totale begroting) gereserveerd voor landbouwsubsidies, terwijl de agrarische sector goed is voor niet meer dan 1,4 procent van het bruto nationaal product van de lidstaten van de Unie.

Bovendien was het Europese landbouwbeleid in de jaren na de oorlog gericht op schaalvergroting en efficiëntie.

In het licht van de toenmalige voedselschaarste was dat te verdedigen. Maar het is nooit geactualiseerd.

Het is nog steeds zo dat de hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van het aantal hectaren dat een boer bezit, met als gevolg dat de grootverdieners − die 20 procent van alle boeren vertegenwoordigen − 80 procent van de subsidies opstrijken.

De Italiaanse krant la Repubblica heeft berekend dat 83 procent van alle Italiaanse boeren 5.000 euro subsidie krijgt of minder, terwijl de grootverdieners, die 0,03 procent uitmaken van de totale boerenstand in Italië, 14 procent van de Europese financieringen toucheren, hetgeen neerkomt op bedragen van 300.000 euro per persoon.

De facto subsidieert Europa de miljonairs en multinationals van de agrarische industrie met buitensporige tegemoetkomingen.

De Europese ambtenaren in Brussel zijn hiervan doordrongen en ze walgen ervan. Bijna jaarlijks wordt er wel een rapport geschreven met weloverwogen voorstellen ter hervorming van dit beleid.

Telkens als de landbouwbegroting voor zeven jaar moet worden vastgesteld, wordt er vanuit de Brusselse kantoren aangedrongen op een drastische herziening van de mechanismen die de grootverdieners bevoordelen en op de introductie van een systeem dat de kleine boeren helpt in plaats van de winnaars van de kapitalistische rat­race te belonen.

Maar deze voorstellen komen er nooit door.

Het boerenprotest streek maandag in de Europese wijk in Brussel neer. Gewapend met stro, eieren, vuurwerk en mest werd er actie gevoerd.  Beeld Tim Dirven
Het boerenprotest streek maandag in de Europese wijk in Brussel neer. Gewapend met stro, eieren, vuurwerk en mest werd er actie gevoerd. Beeld Tim Dirven

De nationale leiders beslissen over de landbouwbegroting en zij staan allemaal onder druk van de lobby van de zuivelindustrie en de agribusiness.

Bovendien is het niet in de mode om in te grijpen in de autonome mechanismen van de vrije markt, zelfs niet wanneer de negatieve uitwassen van de marktwerking op een oneigenlijke manier worden versterkt door de winnaars te subsidiëren.

Dit is overigens precies de manier waarop het probleem wordt geanalyseerd door Florent-Claude Labrouste, de ik-verteller in Serotonine van Houellebecq.

Ik citeer de superieure vertaling van Martin de Haan:

‘Ik herinnerde me dat ik zelf ook, bijna vijftien jaar lang, altijd gelijk had gehad in mijn samenvattende notities, waarin ik het standpunt van de plaatselijke boeren verdedigde, ik had altijd realistische cijfers gegeven, redelijke beschermingsmaatregelen en economisch levensvatbare korte voedingsketens voorgesteld, maar ik was maar een agronoom, een vakspecialist, en aan het eind van de rit had ik altijd het onderspit gedolven, alles was op het laatste moment altijd uitgevallen in het voordeel van de vrije markt, van de productiviteitsrace, dus ik trok nog maar een fles wijn open, de nacht was nu neergedaald over het landschap, Nacht ohne Ende, wie was ik om te denken dat ik iets aan de loop van de wereld kon veranderen?’

Dit alles werpt een ander licht op de boeren­opstand die door Europa raast.

De wegen worden niet geblokkeerd door de roestige tractors van wanhopige keuterboertjes, die verknocht zijn aan hun dieren, wier namen zij in slapeloze nachten verzuchten, en die worden geknecht door Brusselse bureaucratie, maar door grootverdieners die hun voorrechten niet kwijt willen.

GEEN OPLOSSING

Het verdienmodel van de agrarische industrie staat op twee manieren onder druk.

Ten eerste is het vervelend voor vervuilers als zij met milieueisen worden geconfronteerd.
Een bijkomend probleem is dat de veehouderij, die zichzelf graag als voedselproducent presenteert, in wezen een voedselverspiller is.

De wettelijk vastgelegde normen voor natuurherstel en biodiversiteit, alsmede de morele plicht om de honger in armere delen van de wereld niet nog meer te verergeren, maken een drastische reductie van de veestapel onontkoombaar.

Ten tweede is er die verdomde globalisering. Nadat de agrarische coöperaties de kleine boeren kapot hebben geconcurreerd met bodemprijzen, worden ze nu zelf belaagd door nog goedkopere producten uit andere delen van de wereld.

Eurostat heeft berekend dat de prijs die Europese boeren in 2023 voor hun producten kregen gemiddeld 9 procent lager lag dan in 2022.

Marktwerking is voor niemand leuk, dat had ik ze van tevoren kunnen vertellen, maar niemand heeft het recht om te klagen over de mechanismen van de vrije markt als hij er jarenlang kwijlend van heeft geprofiteerd.

De oplossing voor dit probleem kan niet gelegen zijn in een romantische visie op het platteland en in het nostalgische en naïeve visioen van herstel van de liefde van stadse bleekneusjes voor de stoere boeren door schoolkinderen verplicht kaplaarzen aan te trekken en koeien te laten aaien op de boerderij, zoals Jonathan Holslag op deze plek voorstelde.

De oplossing is een eerlijk Europees landbouwbeleid, maar dat zal, als het werkelijk eerlijk is, het einde betekenen van vele boerenbedrijven.

null Beeld  Stefaan Temmerman/Lana Van Ni
Beeld Stefaan Temmerman/Lana Van Ni

De oplossing is te erkennen dat er geen oplossing is.

Toen de president van de Italiaanse centrale bank, Fabio Panetta, op een bijeenkomst die heel ergens anders over ging werd gevraagd naar zijn mening over de boerenprotesten, zei hij dat die protesten hem verbaasden.

“Landbouw is in economisch opzicht geen valide activiteit”, zei hij met de achteloosheid waarmee iemand aan vanzelfsprekendheden herinnert.

“Die hele bedrijfstak wordt alleen met subsidie op de been gehouden. Maar dat is geen nieuws. Dat weten we al decennia.”

We zullen moeten kiezen tussen boeren en het behoud van de natuur en onze planeet.

We zullen een keuze moeten maken tussen het verbouwen van voer ten behoeve van de intensieve veeteelt en het verbouwen van voedsel voor men­sen.

Elke politicus die de boeren perspectief biedt en hun voorspiegelt dat zij op de oude voet kunnen doorgaan, liegt.

En de lieve, kleine, biologische keuterboeren die we zo graag zouden steunen, romantici als wij zijn, kunnen we alleen werkelijk helpen door het heilige dogma van de zegeningen van de vrije markt af te zweren.

Maar, zoals Fredric Jameson zei, als het niet Slavoj Zizek was: het is gemakkelijker zich het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme.

POLITIEKE UITBUITING

Maar hiermee is helaas nog niet alles gezegd.

Wat de boerenopstand zo explosief maakt, is dat de protesten niet alleen over landbouw gaan. De boze boeren staan symbool voor een conservatief offensief in de culturele tweestrijd die in onze landen wordt uitgevochten.

Zij zijn niet alleen vóór boerendingen, maar ook vóór Zwarte Piet. Hun weerstand tegen Europa gaat gepaard met een afkeer van wokeness, asielzoekers, milieu, bakfietsen en vegetariërs.

Hun verbondenheid aan hun grond staat garant voor gezonde, autochtone vooringenomenheid en hun verknochtheid aan tradities waarborgt hun ouderwetse wantrouwen jegens alle nieuwe culturele verworvenheden.

En als dit een karikatuur is, hetgeen ik oprecht hoop, dan is deze niet door mij bedacht, maar door de rechtse en extreemrechtse politici die de opstandige boeren omarmen als bondgenoten in hun wraakzuchtige culturele contrareformatie.

Het bijna middeleeuwse beeld van woedende boeren die de elites belagen is een veel te krachtig symbool om niet politiek te worden uitgebuit.

Daarmee wordt het onmogelijk om de vraag of je al dan niet begrip hebt voor de boerenprotesten nog op grond van een rationele analyse te beantwoorden.

De vraag wordt vervormd tot de vraag of je voor of tegen de boeren bent en je antwoord daarop is een identiteitskwestie geworden.

Het laat zien aan welke kant je staat in de culturele burgeroorlog.


Ilja Leonard Pfeijffer bekleedt de LECTIO chair aan de KU Leuven.

Woensdag 17 april geeft hij een publieke lezing over Alkibiades en populisme, en gaat hij in gesprek over literatuur en geschiedenis.

U wilt erbij zijn? De inschrijvingen zijn geopend op www.kuleuven.be/lectio.


Ilja Leonard Pfeijffer: ‘Marktwerking is voor niemand leuk, dat had ik de boeren van tevoren kunnen vertellen, maar niemand heeft het recht om te klagen over de mechanismen van de vrije markt als hij er jarenlang kwijlend van heeft geprofiteerd.’Beeld Rebecca Fertinel, Tim Dirven
Ilja Leonard Pfeijffer. Beeld Rebecca Fertinel

Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind andere berichten van

Ilja Leonard Pfeijffer


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven