Godvergeten – Achter termen als ‘collaboratie’ en ‘misbruik’ schuilt het verhaal van nog ne mens, en nog ne mens, en nog ne mens


Als we ons met oud zeer bezighouden, moeten we het zeer precies benoemen, schrijft Ariane Bazan. Anders wordt het trauma wel geschiedenis, maar geen verleden.

Ariane Bazan – De Standaard


‘Alles ongedaan maken tot aan mijn twaalfde of heel mijn leven, alles ongedaan maken tot aan het begin. Met een schone lei beginnen. Ik moet boeten voor andermans zonden, voor de zonden van mijn grootvader.’

Ik ontmoet Hervé in het psychiatrisch centrum. Zijn grootvader kwam verwoest uit de loopgraven, maakte kinderen, misbruikte zijn dochters en schoot zichzelf tenslotte een kogel door het hoofd.

Hervé had tot zijn vijftiende met zijn ouders en zijn halfbroer ­samengewoond. Die halfbroer was de zoon van zijn moeder en haar vader – zijn grootvader, dus.

Hervé zelf kreeg geregeld gewelddadige gedachten en om die af te wenden hielp het hem om op dat ogenblik achteruit te lopen. Hij dwong zo ook anderen om achteruit te lopen.

Toen hij op een dag een koe uit de stal verwoed achteruit duwde, werd hij voor het eerst in het psychiatrisch centrum opgenomen.

Seksueel trauma was een terugkerend thema in de gesprekken met die patiënten, vaak historisch verbonden met de oorlogen of met de kerk, niet zelden met beide.

Het toeval wil dat beide thema’s zich de laatste weken op de Vlaamse televisie opdringen met de documentairereeks Godvergeten en met de verfilming van Wil, de roman van Jeroen Olyslaegers.

Wat had je zelf gedaan in die situatie?

Dat zou de centrale vraag van de film zijn, ook al omdat we weer voor grote dilemma’s staan, en dat onze toekomst van onze keuzes afhangt.

We denken dat we, als het echt moet, grotendeels redelijk kunnen zijn. Dat we voorrang kunnen geven aan oplossingsgericht denken en in het licht van groot onheil, zoals een klimaatcrisis, klaarstaan om die oplossingen in groten getale aan te hangen – al was het maar omdat het onze enige uitweg is.

Als de wereld in brand staat, is het niet het moment om oude koeien uit de gracht te halen en zelf een vuurtje op te poken over die oude kwesties.

Maar dat is nu net wat mensen wél doen.

We moeten een planetair klimaatbeleid uitbouwen en het brandt tussen Rusland en Oekraïne, tussen Hamas en Israël, en op nog veel andere plaatsen.

We moeten met België klimaatdoelstellingen en sociale doelstellingen halen, maar we kibbelen over wie de eerste of de echte racist is. Zelfs met vuurhaarden vlak bij huis, kunnen we het niet laten om een boompje op te zetten over ‘oude kwesties’.

Wie die tegenstelling wil vatten, moet zowel de film als de documentairereeks bekijken.

‘Achteraf werd er zo veel mogelijk gezwegen en is de dag van gisteren direct geschiedenis’, is de slotsom van Wil.

Mensen die rauw geweld hebben gezien, aangedaan of ondergaan, ‘moeten voort met hun levens’. Ze stappen uit de ene scène van de geschiedenis zonder meer naar de volgende, omdat ze op dat ogenblik ‘niet anders kunnen’.

Dat is nu net de manier waarop een trauma geschiedenis wordt zonder verleden te worden.

Er viel aan die oerscènes eigenlijk nog veel te lijden, maar de pijnlijke verwerking wordt uitgesteld, naar later in het leven, of naar latere generaties.

Die worden dan ‘het kind van de rekening’, de rekening van Olyslaegers levensvraag, die ook die is van Hervé, die van de Godvergeten-kinderen en van zo veel andere mensen: wiens rekening betaal ik en tegen welke prijs?

Om die rekening te verzachten is ‘het enige tegengif waarheidsspreken’, zoals psychiater Peter Adriaenssens het stelt:

‘We moeten de dingen durven te benoemen.’

Hij doelt op de feiten van kindermisbruik in de kerk, maar dat geldt voor elk onverwerkt trauma dat ons bij de lurven grijpt wanneer we aan de toekomst willen bouwen.

Het komt eropaan de dingen te zeggen zoals ze waren, de beelden te hernemen waar we ze gelaten hadden, toen wij, of onze voorgangers, die scène uitstapten.

Dát is de eigenlijke inzet van de film, niet zozeer de gewetensvraag.

Net zoals ‘misbruik’ is ‘collaboratie’ een term die veel ladingen kan dekken, daarom is het van wezenlijk belang de dingen prozaïsch te benoemen.

In die zin is de film gedurfder dan de documentaire, ook omdat de fictievorm dat mogelijk maakt.

De ongewoon harde beelden maken mee dat de film in zijn opzet slaagt: veel burgers waren schuldig aan collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog, heel wat kerklieden hebben (kleine) kinderen verkracht en misbruikt, maar waarheidsspreken betekent dat we die termen getrouw aan de feiten ontvouwen.

Zoals Rik Devillé zou zeggen, we moeten het verhaal vertellen van ‘nog ne mens’ en ‘nog ne mens’ en ‘nog ne mens’.

We hebben dringendere dingen te regelen dan dat, en net daarom moeten we ons heel precies met oud zeer bezighouden.


Ariane Bazan is hoogleraar klinische psychologie en psychopathologie (ULB en Université de Lorraine). Haar column verschijnt vierwekelijks op donderdag.


© getty

VRT NWS


In naam van de Vader
Het misverstand
Brief aan de paus


Lees ook

Lees alle berichten in deze categorie


Wie vragen heeft of hulp zoekt bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, misbruik of geweld kan terecht bij hulplijn 1712.


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven