Palestina – Welke boeken leest u het best om te begrijpen wat in Israël gaande is


Veel boeken zijn er nog niet over de ‘desintegratie’ van Israël, zoals schrijver David Grossman de huidige crisis deze week noemde in De Standaard. De strijd om de ziel van Israël woedt immers volop. Welke recente boeken helpen ons die te begrijpen?

Jorn De Cock – De Standaard


‘Deze stad draagt haar geschiedenis zoals een tiener een schooluniform draagt: zonder vreugde.’

In zijn stadsbiografie Nine quarters of Jerusalem – a new biography of the old city (2022) verwoordt de Britse journalist en documentairemaker Matthew Teller vaak briljant zijn liefde voor Jeruzalem. En zijn afkeer voor de situatie daar.

De botsing van schijn en realiteit is immers zelden zo verblindend als in de wereldberoemde ‘heilige stad’.

‘We hebben allemaal ons Jeruzalem’, schrijft Teller.

‘Onze plek van hemelse perfectie (…) maar verwar uw eigen Jeruzalem niet met het echte Jeruzalem.’ Van dat hemelse beeld blijft in de steegjes van de Oude Stad weinig overeind, weet Teller na er tientallen jaren te hebben rondgewandeld.

Israël zou dit jaar zijn 75ste verjaardag moeten vieren. Sinds het aantreden van de nieuwste regering-Netanyahu – een coalitie van rechts, religieuze ultraorthodoxen en agressieve kolonistenpartijen – is het land niet in feeststemming, wel in de ban van aanhoudende straatbetogingen van honderdduizenden mensen tegen de toenemende ‘messianistische dictatuur’.

Het regent berichten over groeiende discriminatie tegen vrouwen, niet-Joden én seculieren, over oplopend politiegeweld, en bezorgdheid over de paraatheid van het Israëlische ‘volksleger’, nu duizenden legerreservisten uit protest tegen de regering hun uniform aan de haak hangen.

Maar ook in de politiek heerst een nieuwe baldadigheid. Israëlische kolonisten die Palestijnse dorpen aanvallen, krijgen openlijk de steun van de minister van Nationale Veiligheid, Itamar Ben-Gvir van de partij Joodse Kracht.

‘Mijn recht, het recht van mijn vrouw en kinderen om ons te verplaatsen op de wegen op de Westelijke Jordaanoever, is belangrijker dan het recht op bewegingsvrijheid van de Arabieren – sorry, Mohammed, dat is de realiteit’, zei Ben-Gvir vorige week nog in een televisiedebat.

Alleen mag dat geen ‘racisme’ of ‘apartheid’ worden genoemd, zoals de grote mensenrechtenorganisaties wel doen, want dat klinkt fout.

Nieuwe geuren

Door zijn focus op de Oude Stad, het kleine ommuurde stukje historisch Jeruzalem, slaagt Matthew Teller erin om dat grote, vaak diffuse nieuws scherp te stellen.

Die Oude Stad is niet alleen een museum vol werelderfgoed – de Tempelberg of Haram al-Sharif, de Heilige Grafkerk op de plek waar Jezus Christus zou zijn opgebaard, de Klaagmuur of de Ottomaanse stadswallen.

De Oude Stad bestaat ook uit levende geuren: ‘Zoete dingen, verbrande dingen, rottende dingen. Waszeep. Heet brood. Nieuw leder. Geuren waarvan ik niets wist.’

Tussen die geuren wonen mensen die erg uiteenlopende etiketten dragen.

Teller, zelf een ‘niet-gelovige’ van Brits-Joodse signatuur, bezoekt er christenen van tal van denominaties, orthodoxe Joden, Armeniërs, Afrikaanse en soefie-moslims, en de Dom, de zigeuners van het Midden-Oosten.

Tegelijk zijn zo’n 32.000 van hen kortweg Palestijnen, liefst 90 procent van de bevolking binnen de historische stadswallen.

Sinds Israël in 1967 de Oude Stad veroverde en in 1980 eenzijdig annexeerde, geldt Jeruzalem nochtans officieel voor Israël als zijn ‘ene en ondeelbare hoofdstad’. De discriminatie tegen vele van die inwoners hangt voortdurend als een loodzware mist in de straatjes.

Ook christenen klagen de groeiende intimidatie door religieuze Israëliërs aan: het bespugen van priesters en nonnen in de straten van Jeruzalem, en vandalisme in kerken, zijn in de stad van de ‘hemelse perfectie’ een gangbare, haast achteloze praktijk geworden.

In zijn (nog niet vertaalde) Nine quarters beschrijft Matthew Teller die voortdurende tegenstellingen treffend, met Jeruzalem als spiegel voor de bredere samenleving.

Zijn boek is tegelijk een pittige reisgids, een origineel historisch relaas over vergeten heiligen en oude reizigers, en een plek om de huidige inwoners van de stad te ontmoeten, van de hummusverkoper tot de bakker van zoetigheden, met daarna een bezoek aan de christelijke tattooshop.

Khalidi-bibliotheek

De boektitel duidt tegelijk aan hoe bedrieglijk de werkelijkheid van Jeruzalem is.

Toeristen lopen steevast met een kaart rond waarop ‘de vier kwartieren’ van Jeruzalem worden aangeduid – het christelijke, islamitische, Joodse en Armeense kwartier.

Die onderverdeling werd in de negentiende eeuw uitgevonden door Britse predikanten, zocht Teller uit. Maar in de wirwar van Jeruzalem doen nette scheidingslijnen er zelden toe.

Matthew Teller vermeldt bij zijn omzwervingen in de Oude Stad ook de beroemde Khalidi-bibliotheek.

In die ‘Khalidiyya’ met tal van manuscripten en negentiende-eeuwse Arabische boeken begint een huidige telg van de familie, Rashid Khalidi (75), zijn nieuwe boek De honderdjarige oorlog tegen Palestina.

Khalidi is een Palestijnse historicus, die nu doceert aan de Amerikaanse Columbia-universiteit, en zoals uit zijn boek blijkt, is zijn leven al een verhaal op zich.

Hij woonde jarenlang in de Libanese hoofdstad Beiroet toen daar de burgeroorlog woedde – met de Israëlische invasie van 1982 en de slachtpartij in het Palestijnse vluchtelingen kamp Shatila als trieste ijkpunten.

Begin jaren 90 was Khalidi zelf, aan de zijde van de bekende Hanan Ashrawi, in New York betrokken bij de gesprekken tussen de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO en de Israëlische regering van toenmalig premier Yitzhak Rabin.

Die mondden met omwegen uit in de ooit veelbelovende Oslo-vredesakkoorden van 1993 en 1994.

Khalidi is daarmee uitstekend geplaatst om vanuit Palestijns oogpunt een ‘honderdjarige’ geschiedenis rond Israël en Palestina te schrijven, ook al omdat ruim honderd jaar geleden zijn ‘oud-oud-oom’ Yusuf Diya al-Khalidi, een kosmopolitische studax en Ottomaans functionaris, in het jaar 1900 in Jeruzalem de Khalidi-bibliotheek startte.

Dat is relevant omdat Yusuf Diya onder meer correspondeerde met Theodor Herzl, de Joods-Oostenrijkse geestelijke vader van het moderne zionisme.

Yusuf Diya drukte zijn hoogachting uit en wenste de in Europa gediscrimineerde joden een veilig toevluchtsoord, maar Palestina ‘wordt al door anderen bewoond’, waarschuwde hij.

Herzl antwoordde snel maar afwijzend: ‘Wij zullen hun welzijn en hun individuele rijkdom vergroten door de onze het land in te brengen.’

De muur in Oost-Jeruzalem tussen het vluchtelingenkamp Shaafat en Jeruzalem.
De muur in Oost-Jeruzalem tussen het vluchtelingenkamp Shaafat en Jeruzalem. 
© Ilia Yefimovich/getty

Over de ‘niet-joodse bevolking’ schreef de zionistische voorman dat ‘niemand eraan zou denken hen weg te sturen’.

Toch staat in Herzls dagboeken ook een verwijzing naar het ‘discreet’ over de grenzen ‘te laten verdwijnen’ van de aanwezige inwoners. Dat geeft Khalidi meteen een terugkerend thema in zijn boek.

Het fundamentele recht van Palestijnen om te leven waar ze wonen, werd zelden erkend.

Al in de Britse Balfour-verklaring van 1917 wordt het streven naar ‘een nationaal thuis voor het joodse volk in Palestina’ gesteund, maar de aanwezige Palestijnse meerderheid werd in Londen alleen zuinig beschreven als ‘bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina’. Latere VN-resoluties zijn vaak bewust in hetzelfde bedje ziek.

Tot vandaag zweert de huidige Israëlische topminister Bezalel Smotrich, van de regeringspartij Religieuze Zionisten, dat er ‘niet zoiets bestaat als een Palestijns volk’.

In een interview in 2016 zei hij dat hij Palestijnen ‘elke hoop wil ontnemen’.

Palestijnen moeten het gezag van de Joodse staat erkennen, zei Smotrich, ‘ofwel schiet ik ze neer, of ik steek ze in de cel, of ik deporteer ze.’

Smotrich bestuurt vandaag mee de Palestijnse Westoever als ‘burgergouverneur’.

Spirituele destructie

Echo’s van die opvattingen zijn terug te vinden in de hele honderd jaar die Khalidi beschrijft, van de Britse ‘mandaatperiode’ in Palestina tot de oorlogen sinds de stichting van Israël in 1948.

Khalidi is een Palestijnse academicus met een Palestijns perspectief, maar hij onderbouwt zijn verhaal degelijk – het gebeurt niet vaak dat in een boek de uitgebreide voetnoten even interessant zijn als de tekst.

Hij is ook scherp voor Palestijnse fouten, zoals amateuristisch geklungel tijdens de Oslo-onderhandelingen of de Hamas-raketten.

‘De bestaande strategieën van beide leidende Palestijnse politieke facties, Fatah en Hamas, hebben niets opgeleverd’, schrijft hij.

Voor de toekomst ziet Khalidi als enige optimistische scenario dat de fundamentele gelijkheid van de ‘twee nationale volkeren’ wordt erkend, met gelijke rechten voor Israëliërs en Palestijnen.

De huidige Israëlische regering doet er alles aan om die voorkeursoptie van Khalidi onmogelijk te maken.

Of de betogingsgolf tegen die regering, die de auteur in 2020 niet kon voorzien, daaraan iets verandert, moet nog blijken.

Aanvankelijk legde het protesterende Israëlische middenveld geen verband tussen de eigen democratie en de militaire bezetting van Palestijns gebied.

Enkele van de leiders die groeiden uit het burgerprotest, zoals wetenschapster Shikma Bressler, maakten in interviews wel al de analyse dat het basisprobleem uiteindelijk zit in het gevoel van ‘Joodse suprematie’ bij de regerende politieke groepen.

Ook bekende Israëlische schrijvers leggen soms die link, voorlopig in het heetst van de strijd op de opiniebladzijden van kranten.

Romanschrijver David Grossman schreef deze week in De Standaard:

‘Zoals vaak gebeurt in een ziek lichaam vragen steeds meer letsels om een onmiddellijke behandeling.’

Onder die ‘letsels’ rangschikt hij ‘de scheve verhoudingen tussen de seculiere meerderheid en de Haredi-minderheid, en met de nationalistisch-religieuze gemeenschap, die des te gevaarlijker is vanwege haar brute, extremistische impact; en de explosieve relaties van de staat met de grote Palestijnse minderheid en haar rampzalige toestand.’

Historicus Yuval Noah Harari, die bekend werd met zijn bestseller Sapiens, waarschuwde in juni voor een ‘spirituele destructie’ als de huidige regering haar ambtstermijn uitdoet, die pas over ruim drie jaar afloopt.

Dan wordt ‘judaïsme een synoniem voor religieus fanatisme, racisme en brutale onderdrukking.’

Hannah Arendt

Een veel bredere kijk op de situatie biedt de Nederlandse schrijver Ian Buruma in het bondige In de schaduw van het kwaad – Eichmann in Jeruzalem.

In tegenstelling tot wat de titel doet vermoeden, focust Buruma niet alleen op Israël, al wordt de invalshoek wel in Jeruzalem gevonden.

Buruma’s recente ‘pamflet’ is de dertigste uitgave in een reeks waarin hedendaagse denkers wordt gevraagd een nieuw licht te werpen op een klassieker uit de filosofie.

Adolph Eichmann.
Adolph Eichmann. © getty

Buruma kreeg de vraag om het bekende boek Eichmann in Jeruzalem – De banaliteit van het kwaad van de Joods-Duitse filosofe Hannah Arendt (1906-1975) tegen het licht te houden.

Arendt schreef in 1961 artikels, en later haar boek, over de rechtszaak tegen SS-officier Adolf Eichmann in Jeruzalem.

Eichmann was eerder door de geheime dienst Mossad ontvoerd uit Argentinië, waarheen hij na de oorlog was gevlucht en een anoniem leven leidde.

Arendt moest zelf uit Duitsland op de vlucht voor de nazi’s. Ze ontkwam ternauwernood en legde later, vanuit de VS, verbanden tussen haar achtergrond en inzichten in de dramatisch veranderde wereld, zoals in The origins of totalitarianism (1951).

Als verslaggever van de rechtszaak tegen Eichmann kon ze in Jeruzalem ‘het kwaad’ in de ogen kijken.

Arendt vond Eichmanns veroordeling en terechtstelling terecht, maar kwam ook tot haar veelbesproken conclusie dat hij geen ‘monster’ was, maar veeleer een ‘banale’ functionaris die zonder morele overwegingen als ‘bureau misdadiger’ het ‘systeem’ was gevolgd.

‘Het verontrustende van de figuur Eichmann was immers juist, dat hij een uit velen was, en dat deze velen geen geperverteerden en geen sadisten, maar juist angstig en beangstigend normale mensen waren – en zijn’, schreef Arendt.

Dat werd haar niet overal in dank afgenomen, vooral niet in Israël, waar premier David Ben Gurion groot belang toekende aan de rechtszaak.

Niet alleen moest die de status van Israël, dat pas dertien jaar tevoren zijn onafhankelijkheid had uitgeroepen, als joodse natiestaat bevestigen.

Ook moest de berechting van een Holocaust-schuldige tonen hoe Israël zelfbewust gerechtigheid liet geschieden voor de miljoenen Joodse slachtoffers van de volkerenmoord.

Zo bekeken moest het proces-Eichmann Israël op de kaart zetten als enig mogelijke antwoord op de Holocaust.

Arendt had daarentegen, ondanks haar eerdere inzet voor zionistische groepen, weinig op met een Joodse natiestaat in het Midden-Oosten. Ze zag eerder heil in een soort federatie, of later in een staat met gelijke burgerrechten voor alle inwoners, ook de Palestijnen.

De ‘eenstaatoplossing’ die de Palestijnse historicus Rashid Khalidi verkiest, is dus geen nieuw idee.

Arendt had voor Eichmann ook een internationaal tribunaal verkozen, omdat die ‘medeschuldig was aan misdaden tegen de mensheid’.

Ze maakte zich dus niet populair en het duurde nog ruim 25 jaar voor haar boeken werden vertaald in het Hebreeuws.

Hoe gaat Buruma met die grote morele vraagstukken aan de slag?

Alvast zonder gevoelige onderwerpen te vermijden. De uitgever vroeg hem specifiek ‘hoeveel klein kwaad we mogen toestaan om het grote kwaad te weerstaan?’

Dat leidt Buruma van de rechtszaal in Jeruzalem onder meer naar vluchtelingen vandaag, met de ‘totalitaire staat’ als verband tussen de twee.

Al in de negentiende eeuw waren natiestaten in de ban van rassentheorieën, die toelieten te beslissen wie erbij hoorde en wie niet.

‘Uitsluiting uit de natie kan leiden tot uitsluiting uit de staat’, waarschuwt Buruma over toen en nu. Antisemieten maakten gretig gebruik van dat uitsluitingsmechanisme.

Volgens Buruma was ‘een gevolg van het Eichmann-proces’ net ook ‘het stimuleren van een diepere angst onder Joodse burgers van Israël voor reële en potentiële vijanden’.

Waarbij hij tegelijk mensen hekelt ‘die er genoegen in scheppen om elke misstand in Israël aan te grijpen om smakeloze vergelijkingen te trekken met het Derde Rijk’, of die vandaag grossieren in wereldwijde zionistische complotten.

In minder dan honderd bladzijden slaagt Buruma erin veel stof tot nadenken te geven, waarbij hij van het Eichmann-proces moeiteloos doorschakelt naar ‘moderne’ politieke profeten, of de rol van sociale media in het bredere publieke debat vandaag.

Met als minder opbeurende conclusie:

Nine quarters of Jeruzalem
In de schaduw van het kwaad
De honderdjarige oorlog tegen Palestina
Eichmann in Jeruzalem
The origins of totalitarianism

Een Palestijnse jongen kijkt toe hoe Israëli’s een muur bouwen die de Westelijke Jordaanoever scheidt van Oost Jeruzalem, november 2023 
© getty

Lees ook

  • David Grossman
    Mijn land is een ziek lichaam

  • Amichai Eliyahu
    De ‘racistische idioot’ die nucleaire wapens in Gaza als een legitieme optie ziet

  • Benjamin Dalle
    Kinderrechten verdedig je altijd (of nooit)

  • Réginald Moreels
    Waar mensen stoppen mens te zijn

  • Mustafa Barghouti
    Het echte doel van deze oorlog is een etnische zuivering van Gaza

  • Yuval Noah Harari
    Links is in het Westen ‘onverschillig’ tegenover gruweldaden van Hamas

  • Johan Depoortere
    De hypocrisie van het Westen is adembenemend

  • David Grossman
    Israël presenteert zich als democratie, maar is het niet

  • Bart Eeckhout
    Valt er een morele hiërarchie aan te brengen in het kwaad dat Hamas en Israël aanrichten

  • Maarten Boudry
    Als Israël dat wilde, had het de hele Gazastrook al ontelbare keren van de kaart kunnen vegen

  • David Grossman
    Ik wil niet langer vertoeven in een wereld die zulke monsters toelaat om te bestaan

  • Arnon Grunberg
    Hamas heeft deze oorlog al gewonnen

  • Ramsey Nasr
    Palestijnse slachtoffers hebben geen namen, het zijn nummers

  • Yuval Noah Harari
    Alleen internationale inmenging kan ons nog redden

Overzicht

Lees alle berichten in deze categorie


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven