Portret – Petra De Sutter


Consternatie in het parlement. ‘Dat zien we hier zelden, een minister die luistert.’ Vriend en vijand waren unaniem lovend over het debuut van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen). Portret van een minzame doordouwer.

De Standaard


Ik ben een civil servant en ik ben er trots op

Petra De Sutter


Op haar bureau, acht hoog in de Brusselse Financiëntoren, ligt ­zoals elke ochtend een goed­gevulde signataire voor haar klaar. Terwijl ze zwierig tekent, ontbloot ze onbedoeld een stukje van de kroon. ‘De koning wil niet aan de elektronische handtekening. We móéten dus wel fysiek naar Brussel komen om koninklijke besluiten te tekenen.’

Toen ze twee maanden geleden, op 1 oktober, de eed aflegde als minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post moest de koning even opkijken. Met haar 1,80 meter is Petra De Sutter alvast de meest rijzige van de Vivaldi-ploeg.

De KB’s, negen op de tien corona-gerelateerd, volgen elkaar in sneltempo op. Het voelt aan alsof ze op 1 oktober op een roetsjbaan stapte voor een rit die maar blijft duren. ‘We legden de eed af en tien minuten later staken we de koppen bij elkaar over corona. Van rustig inlopen was geen sprake. Er komt zoveel op ons af dat we niet anders kunnen dan van dag tot dag beslissingen nemen. Het is als in een oorlogssituatie.’

Exotische vlinder

De start was zodanig vliegend dat op het bordje naast haar deur vandaag nog altijd de naam van haar voorganger, staatssecretaris Philippe De Backer (Open VLD), staat. Het kabinet is hier voorlopig ­ondergebracht. Het is er kaal. Er hangt niets aan de muren en op de tafel in de gang is de enige lectuur een nummer van Boer&Tuinder. ‘Dat sturen ze mij waarschijnlijk nog na van het Europees Parlement’, zegt ze lachend.

Een van haar specialiteiten daar was het dossier van de hormoonverstoorders. Of we weten dat een baby met gemiddeld 300 chemische stoffen in het ­lichaam wordt geboren? Dat wisten we. En ook dat België vorig jaar als enig land een uitzondering kreeg op het Europese verbod op neonicotinoïden, de pesticiden waaraan de massale bijensterfte wordt toegeschreven.

‘Ik had die zware periode achter mij gelaten. Maar ik begrijp dat ik misschien ook voor wie worstelt met zijn genderidentiteit een civil servant moet zijn’

‘Pijnlijk’, zegt ze. Maar kan ze er ook iets aan veranderen? Milieu of Volksgezondheid zit niet in haar portefeuille. ‘Ik kan makkelijk nog drie andere bevoegdheden opsommen die logischer waren geweest met mijn profiel, maar ik ben nooit te beroerd geweest om over het muurtje te kijken. Ik wil van alles het fijne weten, zelfs van – ik noem maar iets – exo­tische vlinders. De ambtenarij gaat naar het hart van politiek en samenleving. Het klinkt nergens mooier dan in het Engels: civil servant, dat is iets om trots op te zijn. Daarom verdienen ze ook een goed statuut, dat heeft niets met privileges maar alles met hun noodzakelijke onafhankelijkheid te maken. Ik ben zelf overigens ook ambtenaar (als arts en hoofd Reproductieve Geneeskunde verbonden aan het Universitair Ziekenhuis Gent, red.), weliswaar met politiek verlof.’

Ze is ook vicepremier. Ze kan meepraten in de kern, ook als het straks over milieu of energie moet gaan. De bijen zijn dus nog niet verloren. En de kernuitstap? ‘Daarvoor moet ik u doorsturen naar mijn collega Tinne (Van der Straeten, red.). Het is technisch en complex.’ De bedrijfswereld vreest dat het licht zal uitgaan, dat het tot meer in plaats van minder CO2 zal leiden. Een Duitse studie wees onlangs uit dat ons land tegen 2030 het enige EU-land zal zijn dat méér in plaats van minder elektriciteit uit fossiele brandstoffen haalt.

‘Ja, bij ongewijzigd beleid’, zegt ze. ‘Dat is geen detail. Het is de rekening van jaren en decennia ­getalm met hernieuwbare energie. Maar …’ Het is halfweg de ochtend en de derde Zoom-meeting kondigt zich aan. ‘Als u mij even wilt excuseren, de Duitse ambassadeur belt in.’

Het land De Croo

Ze is vanochtend om kwart voor zeven thuis vertrokken, in Horebeke, de Vlaamse Ardennen. Ze woont op 5 kilometer van Alexander De Croo. ‘Ik ben geboren in Oudenaarde en hoewel ik van mijn zevende tot mijn twintigste in Gent heb gewoond, ben ik aan de streek verknocht gebleven. Ik ging er als jonge snaak vaak fietsen. Dit is De Croo-land. Het klikt tussen Alexander en mij. Ik heb respect voor zijn stijl en zijn grondigheid. Het blijft politiek natuurlijk, het is geen kumbaya.’

Nog vaker dan in de plooi van de taalgrens kwam ze De Croo de afgelopen jaren op buitenlandse fora tegen. ‘Ik heb het altijd zeer gewaardeerd hoe Alexander overal waar hij maar kon in naam van ons land de rechten van vrouwen en holebi’s verdedigde. Ook als Europeaan is dat geen overbodige luxe, als je ziet wat er in Hongarije en Polen gebeurt.’

De Sutter bezocht in New York meerdere keren de VN-Commissie over de Status van Vrouwen (UNCSW). ‘Bij alle diplomaten staat België daar ­bekend als een progressief land.’ Het deed haar dan ook plezier dat haar entree in de regering om de juiste reden de internationale pers haalde. Niet dát ze transgender is, wel dat niemand daar in België van opkijkt, was het nieuws.

‘Deze regering is van plan om die progressieve rol niet te lossen’, zegt ze. ‘Kan ook moeilijk anders wanneer je, zoals Alexander, het boek De eeuw van de vrouw hebt geschreven.’ Vivaldi is de vrouwelijkste Belgische regering ooit, het kabinet van De Sutter het vrouwelijkste. Van de 36 medewerkers is exact de helft vrouw.

‘Bij de aanwerving hebben we een inhaalbeweging voor de mannen moeten doen’, grapt Els Van Weert, haar kabinetschef voor het vicepremierschap, wanneer ze op de vergadering van het directieteam de genderrekening maakt. Kurt Van Raemdonck, ­kabinetschef Ambtenarenzaken en de enige man in dat team, trekt een grimas wanneer kabinetssecretaris Nathalie De Boelpaep er een grapje over ‘masculiene toxiciteit’ achteraan gooit.

Maar hoe feminien is de regering-De Croo echt? Vrouwenvereniging Femma maakte eerder de balans op en oordeelde dat ‘het glazen plafond misschien weg is, maar dat de sticky floor blijft’. Verlenging van de termijn voor abortus? Die komt er niet, want CD&V is tegen. En vrouwen moeten voor dezelfde job nog altijd een kwartaal langer werken om hetzelfde loon als mannen te krijgen.

‘Ook daar wil deze regering enige bakens verzetten’, zegt ze. Haar collega van Gelijke Kansen, staatssecretaris Sarah Schlitz (Ecolo), kwam de afgelopen dagen negatief in het nieuws vanwege haar, zacht uitgedrukt, beperkte kennis van het Nederlands. Maar we zullen haar ook nog anders leren kennen, bezweert De Sutter. ‘Ze is een overtuigde feministe, ze zal niet lossen.’

De Sutter is zich ervan bewust dat ze zelf een rolmodel kan zijn. Ze was ontroerd door de speech van Kamala Harris, die zich tot alle meisjes van Amerika richtte: ‘Jullie kunnen hier ook staan.’ Ook De Sutter kan veel betekenen voor jongeren die worstelen met hun genderidentiteit.

Ze aarzelt. ‘Ik wilde niet voortdurend herinnerd worden aan die voor mij erg zware periode. Ik had dat al achter mij gelaten toen het weer werd opgerakeld. Het is een van de redenen waarom ik zo laat in de politiek ben gestapt. Maar ik begrijp dat ik ook hierin misschien een civil servant moet zijn.’

De vloer op

Sinds ze in 2000 docent en vervolgens hoogleraar is geworden, heeft ze altijd twee petjes opgehad: ­beleid en praktijk. De stap naar de politiek is dus niet zó vreemd. ‘Het is een voortdurende afweging’, zegt ze. ‘De impact die je hebt door een politieke ­beslissing in het Europees Parlement of nu in de kern, is niet meteen zichtbaar, maar treft op termijn honderdduizenden en in Europa zelfs miljoenen mensen. Dat is van een andere orde dan dat ene koppel dat je al dan niet kunt helpen om een kind te krijgen.’

Het meest moet ze sinds 1 oktober wennen aan de vrijdagen. ‘Ook toen ik nog in het Europees Parlement zat, deed ik op die dag nog altijd consultaties. Dat kan nu niet meer’, zegt ze. Ze gruwt dan ook van de vele digitale vergaderingen. Het mist, wat ze noemt, the human factor. ‘Dat kreeg ik thuis mee. Mijn moeder was ook arts, mijn vader was rechter, maar tussen de mensen. Ik wil de vloer op, mensen zien, voelen en spreken.’

‘Als arts en onderzoeker is evidence-based science mijn leidraad. De politiek zou er best wat meer oren naar mogen hebben’

We krijgen er later op de dag nog een mooie ­illustratie van wanneer ze zoomt met Geertrui De Cock, bezielster van de vzw Kanssa (‘voor authentiek leiderschap’), bedenker van het project Bevlogen Ambtenaar. ‘Na de vakbonden was dat het eerste contact dat ik als minister legde’, zegt ze in een zijzaaltje op de Wetstraat 16. Straks is er kern. ‘Het geeft niet als ik een minuutje te laat kom’, zegt ze ­tegen De Cock. Ze kent haar prioriteiten. Aan de andere kant van het scherm heeft De Cock liefst honderd ambtenaren verzameld. ‘Ambtenaren werken zich in deze tijden vaak nog meer dan anders uit de naad’, zegt De Cock.

De Sutter kent De Cock al vele jaren. ‘Ze is ook medeoprichtster van De Verdwaalde Ooievaar, dat mensen met vruchtbaarheidsproblemen informeert en begeleidt. Een schat van een vrouw, betrokken en bevlogen. Bref, we matchen’.

De inbellers zoeken haar in de digitale ruimte. ‘Het is Petra,’ zegt ze, ‘met het groene hartje.’ Ze zegt het met een twinkel in de ogen. ‘Het is een misvatting dat Ambtenarenzaken grijs en duf zou zijn. Het is een hokje zoals er zovele zijn. Daar revolteer ik tegen. Het leven wint aan rijkdom als je voorbij façade en decorum kunt kijken.’

Beetje zen

Wat doet het er ook toe, dat decorum? Geldt voor politiek niet hetzelfde als voor wetenschap: het beste idee kan op een bierviltje? ‘Met creativiteit is het zoals met meditatie’, zegt ze. Vijftien jaar geleden, in de moeilijke aanloop naar wat ze steevast haar transitie noemt, ontdekte ze de troost van het boeddhisme.

‘Mediteren kan overal. Ik kan het zelfs terwijl ik hier met jou zit te praten.’

Een beetje zen zal welkom zijn de komende drie jaar. Als iets haar boeit, stort Petra De Sutter er zich totaal op. In dat voluntarisme doet ze een beetje denken aan Guy Verhofstadt, die er de bijnaam ­Peter Pan aan overhield. Zal zij er als een Petra Pan in vliegen?

‘De administratie is wel toe aan een modernisering’, zegt ze. ‘Het is geleden van Copernicus.’ Het was haar voorganger Luc Van den Bossche die met die hervorming in de jaren 90 de ambtenarij grondig opschudde. Dat liep niet goed af. De ambtenarij is een bastion, de vakbonden staan er sterk, de weerstand tegen vernieuwing is er groot.

‘Clichés, clichés!’, protesteert ze. ‘Het krioelt van de creatieve mensen in de administratie, maar ze botsen vaak op structuren, conservatieve oversten en regeltjes. Als arts en manager heb ik dat ook ­ondervonden, hoe ideeën op een koude steen kunnen vallen.’

Opnieuw de twinkel. ‘Ik zou voor de federale ambtenarij naar Vlaams voorbeeld zoiets als Sandbox willen, een omgeving waarin ambtenaren vrijelijk mogen experimenteren met nieuwe ideeën en technologieën. Hoe mooi zou dat zijn, als je de creativiteit van start-ups in zo’n grote organisatie kunt injecteren!’

Ze wil erin vliegen, maar met meer empathie dan de al genoemde mannelijke stormrammen. Ze wil erop toezien dat iedereen mee is. ‘Draagvlak’, het woord valt om de andere zin. De Belgische ambtenarij moet ‘de beste werkgever van het land’ worden.

Pakketjes

Een eerste realitycheck voor haar plannen kreeg De Sutter tien dagen geleden bij haar debuut als minister in de commissie Mobiliteit. Hoe leg je ‘groene’ accenten in een bevoegdheid als ambtenarenzaken? Of als voogdijminister van Proximus en Bpost? ­‘Corona heeft getoond hoe noodzakelijk telecommunicatie, internet en post zijn’, zegt ze.

‘Ze verbinden mensen. Mensen die zonder pc en internet niet kunnen telewerken, kinderen die ­onderwijs dreigen te mislopen.’ Ze volgt de oproep van de Kinderrechtencommissaris om van internet een basisrecht te maken.

‘Het kan toch niet dat we teleonderwijs verplichten, maar toelaten dat sommige kinderen pc en internet ontberen?’

Voor Telecom en Post ziet De Sutter ook een voorbeeldfunctie inzake sociaal weefsel en duurzaamheid weggelegd. In het landschap van postbedeling en pakketjesleveranciers is de vrije markt de afgelopen jaren doorgeschoten. Postbodes worden getimed, onrendabele kantoren sluiten de deuren, witte busjes spoeden zich om het hardst om pakjes liever gisteren nog dan vandaag te leveren. De samenleving betaalt daar een prijs voor in termen van menselijke exploitatie, verkeersonveiligheid en milieuvervuiling.

‘Het zou allemaal zoveel efficiënter, menselijker, beter kunnen’, zegt ze. Maak van de postbode ­opnieuw een sociale antenne. ‘Nee, hij hoeft geen druppel te gaan drinken bij de mensen, zoals vroeger, maar er is zoveel meer dat hij of zij wel nog kan doen.’ En houd postkantoren die nu niet meer rendabel zijn open en de straten veiliger door het pakjesverkeer te centraliseren. ‘Maak van het postkantoor om de hoek een verdeelpunt voor alle leveranciers.’

‘Mediteren kan overal. Ik kan het zelfs terwijl ik met jou zit te praten.’ 

Tijdens haar passage in het parlement bleek al meteen hoeveel wolfijzers en schietgeweren er op de weg naar het ideaal liggen. Proximus en Bpost zijn weliswaar overheidsbedrijven, maar toch ook autonoom. De minister kan wel sturen en vrágen, maar niets verplichten. N-VA’er Michael Freilich kietelde haar ermee, in de hoop een wig te drijven tussen blauw en groen. Telecom en Post hebben volgens hem, maar ook menige liberaal, niet minder maar juist méér markt nodig. ‘Ik moet u ontgoochelen. We gaan de overheidsparticipatie niet verminderen, laat staan afschaffen’, zegt ze. ‘Het woord “privatiseren” staat niet in het regeerakkoord.’

Het is ook haar visie voorbij de eigen bevoegd­heden. ‘De coronacrisis heeft ook aangetoond hoe cruciaal de rol van de overheid is, in de gezondheidszorg om te beginnen. De publieke sector houdt de boel recht.’

Visie is in de politiek al het halve werk, maar de realiteit is taai. Ze zal de komende jaren nog veel kiezels in haar schoen vinden. Bij haar passage in het parlement kwam het spervuur van alle kanten. Hoe zit het met het statuut van de vrachtwagenchauffeurs bij Bpost, bijvoorbeeld? En wat met de toenemende werkende armen, ook bij Proximus en Bpost? Wat, omgekeerd, met de toplonen? Wat ten slotte met postbaas Jean-Paul Van Avermaet, die verdacht wordt van illegale marktpraktijken in zijn vorige job (de privébewakingsdiensten)? Het primaat van de politiek en dus de macht van de minister zijn hier nogal tandeloos: ze zal druk zetten op de raad van bestuur, maar zelf kan ze lonen niet aftoppen en een postbaas niet wandelen sturen.

Enkele dagen later gooit de weerbarstige werkelijkheid alweer zand in de machine: Bpost verslikt zich in de toevloed aan pakjes, ‘stresstest gefaald’, schrijft De Tijd.

Robot

Ze zal ook daar doordouwen, zegt ze even later, terug op kantoor. Met een glimlach, maar doordouwen. Er wacht haar een – bent u ook de tel kwijt? – zoveelste Zoom-meeting, nu met VBO-baas Pieter Timmermans. ‘We maken ons grote zorgen’, is zijn boodschap. ‘Iedereen is bezig met overleven. En dan komt ook de Brexit er nog aan.’

Buiten schuift de namiddag al in de vooravond. De herfstzon zet wolken en omliggende torens in een goudgele gloed. Alsof de wereld brandt. De coro­nacrisis is acuut, andere crisissen blijven chronisch zeuren: klimaatverandering, populisme en illiberalisme, de houdbaarheidsdatum van het Belgische ­federalisme.

‘We staan op een kruispunt’, zei ze eerder al eens. ‘Iedereen beseft wel dat het op veel vlakken erop of eronder is.’ Wat met de competitiviteit van de bedrijven, de door corona straks nog wijder gapende kloof tussen rijk en arm, het achterophinkende Europa, de energietransitie? De Sutter luistert, noteert, blijft kalm.

‘Het is een misvatting dat Ambtenarenzaken grijs en duf zou zijn. Het leven wint aan rijkdom als je voorbij façade en decorum kunt kijken’

‘Ik ben een wetenschapper in hart en nieren’, verklaart ze meer dan haar manier van werken, haar zíjn. ‘Als kind had ik chemiedozen, ik was gebeten door biologie. Ik heb thuis nog enkele kapot gelezen boekjes uit mijn jeugd liggen, De geheimen van het dierenrijk. Ook als arts en onderzoeker is evidence-based science mijn leidraad en de politiek zou er best wat meer oren naar mogen hebben.’

Het is haar lijn in de coronacrisis, maar dat zal het ook zijn in dossiers die voor groenen gevoeliger liggen: de al genoemde kernenergie, maar ook 5G. ‘Ik heb geen dogma’s in de ene of de andere richting’, zegt ze. ‘Maar evidence-based wil ook helemaal niet zeggen dat je blind de wetenschap gaat toepassen. Deed je dat in de geneeskunde, dan kon je ons net zo goed vervangen door een robot.’

‘Ik begrijp de bezorgdheden’, zegt ze over 5G. Ze weet dat die groter zijn bij de Franstalige dan de Vlaamse groenen. ‘Je moet het voorzorgsprincipe niet bruut opzijschuiven, we weten nog veel níét over de gevolgen op lange termijn voor de gezondheid. Maar waar men bij mij niet moet mee afkomen, is ­fake news. Nee, 5G is niet verantwoordelijk voor de coronacrisis.’ 5G komt er.

Knop om

Ze keek er wel van op, zegt ze, hoe groot het verschil in status is tussen de politicus en de wetenschapper. Als arts kreeg ze geen scheldmails. ‘Ook politiek is het misschien al lang niet meer vijf voor twaalf, maar vijf over twaalf.’ Ze zal om die reden het hoofdstukje ‘democratische vernieuwing’ in het regeera­kkoord zeer ter harte nemen.

Dat illustreerde ze onlangs ook bij haar eerste optreden in het parlement. Ze nam de moeite om ­elke vragensteller – zestien in totaal – uitgebreid te antwoorden. Zelfs Vlaams Belang feliciteerde haar daarvoor. ‘Dit hebben we hier nog nooit meegemaakt, een minister die luistert.’ Toen ze zei dat ze haar nota zou aanpassen aan de inbreng van het parlement, bracht ze de commissievoorzitter zelfs in verlegenheid: ‘Mooi, maar euh, het protocol laat dat niet toe. We moeten de tekst zoals hij nu voorligt goed- of afkeuren.’

Dan moet het protocol maar op de schop, zag je De Sutter denken. Ook als iets onmogelijk lijkt, kan het toch bestaan. Ook dat is zen. Ze heeft het uit ­Gödel, Escher, Bach: An eternal golden braid (1979) van Douglas Hofstadter. ‘Gödel heeft wiskundig aan­getoond dat je een systeem nooit honderd procent kunt begrijpen als je er zelf in zit. Dat is de paradox. Elk exact wetenschappelijk systeem is imperfect. Escher tekende constructies die mogelijk én onmogelijk tegelijk waren. En Bach? Dat is wiskunde op muziek.’

Van Bach heeft ze altijd en overal de cellosuites binnen handbereik. ‘Ik speelde dwarsfluit, de cello heb ik later pas ter hand genomen. Het is het instrument dat het meest de menselijke stem benadert. Je omklemt de cello met je benen en als je hem bespeelt, vibreer je mee, je zit ín de muziek.’

De avond valt. Ze komt thuis. Daar heeft ze een knop voor, zegt ze. ‘Dat kan in Horebeke of hier in Brussel, het kan overal, het is thuiskomen in het hoofd dat telt.’  


Bekijk alle beschikbare portretten

Portretten



Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven