Tien jaar geleden verongelukte mijn vriend. In de jaren daarna zocht ik iets wat ik nergens vond: verhalen over rouw, íéts dat herkenning bood. Vandaag lijkt rouw overal, van tv over een tijdschrift tot troostcadeaus. Is er sprake van een rouwrevolutie?
Lotte Beckers – De Morgen
Openlijk, samen, zoals je het zelf wilt: rouwen mág!
‘Huilen op een kerkhof, dat vinden we normaal. Maar in een restaurant, dat niet’
Ik herinner me dat ik enkele weken na de begrafenis van mijn vriend tien jaar geleden in de Fnac stond, op zoek naar een boek.
Ik wilde weten wat mij de komende maanden en jaren te wachten stond en hoe ik daar dan mee om moest.
Ik wilde ook weten hoe andere mensen hun rouw beleefden en of ze er waren doorgekomen. Ik zocht naar ankers in een heel woelige zee.
De Fnac stelde teleur: ik vond amper twee boeken. Eentje van de bekende rouwspecialist Manu Keirse, maar dat sprak me om een of andere reden niet aan, en een boek waarin de Zwitsers-Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross haar bekende vijf stadia van rouwverwerking toelicht: ontkenning, woede, onderhandelen, verdriet en uiteindelijk aanvaarding.
Helaas weten wetenschappers al heel lang dat het zo niet werkt, en wie er al door moest beseft ook heel goed dat rouw een erg chaotische ervaring is, geen overzichtelijk vijfstappenplan dat je kunt afvinken.
Om maar te zeggen: ik heb op de tast gerouwd, want zelfs op het internet vond ik amper wat ik zocht. Overleven na de dood van een geliefde was nergens een gespreksonderwerp. En ja, natuurlijk zijn er romans en films over verlies te vinden, maar ik wilde harde feiten en waargebeurde verhalen.
Maar in tien jaar tijd is er veel veranderd: op het braakliggend stuk grond dat rouw was, is er nu opvallend veel bedrijvigheid. Ik zie ze de laatste jaren overal opduiken, mensen die op een of andere manier over afscheid en verdriet praten.
Er zijn mensen die mooie urnen maken of troostcadeaus en kaartjes verkopen zonder platitudes als ‘sterkte’ en ‘innige deelneming’.
Er zijn vzw’s voor mensen die een kind verliezen zoals Berrefonds of die begraafplaatsen met poëtische ingrepen kindvriendelijker maken zoals AtelierIK.
Er zijn begrafenisondernemers die intieme thuisopbaringen faciliteren, en rouwcoaches- en therapeuten schieten als paddenstoelen uit de grond.
Mensen maken podcasts, schrijven columns of documenteren hun rouwproces op sociale media.
Bekende televisiemakers als Jeroom en Jeroen Meus herdenken op hun manier hun overleden broers en daar wordt massaal naar gekeken.
Vrijwilligers zetten koffie voor rouwcafés en praatgroepen. Libelle deelde troostkaartjes uit voor omstanders die niet weten wat te zeggen en De Panne is dit jaar de Vlaamse Troosthoofdstad.
En dan zijn er ook de troostconcerten die met Allerheiligen op 160 kerkhoven plaatsvinden. Een idee van organisatie Reveil, die trouwens net haar tweede, bijzonder mooie tijdschrift met verhalen over het leven en de dood heeft uitgebracht.
“Wij willen de Vlaamse rouwcultuur de 21ste eeuw in loodsen”, zegt bezieler Pieter Deknudt.
PINTJE AAN HET GRAF
Hoe hij daartoe kwam?
“In 2012 is Robbie verongelukt. Hij was een goede vriend uit mijn geboortedorp Deerlijk, net als ik een muzikant, maar dan een stoere rocker die altijd meer luide gitaar wilde. Hij is gestorven op zijn 24ste verjaardag, die hij net uitbundig had gevierd.
“In de maanden na zijn dood viel het me op dat er niet zoveel gebeurde. Niet dat ik iets groots had verwacht, maar zelfs met maten aan zijn graf een pintje drinken lukte niet.
“Het leek alsof we geen taal hadden om over hem te praten, geen manier vonden om daar samen iets mee te doen.
“Ondertussen merkte ik op dat andere culturen wel mooie rituelen rond de dood hebben, zoals de Día de Muertos in Mexico of de begrafenis processies met brassbands in New Orleans.”
Deknudt schreef een nummer voor zijn vriend, dat hij op 1 november aan diens graf wilde spelen.
“Dat idee werd eerst wat afgewimpeld, mensen vonden het wat ongepast.”
Tot de lokale heemkring hem wist te vertellen dat het vroeger heel normaal was dat een fanfare muziek maakte tussen de graven.
Om een lang verhaal kort te maken: op Allerheiligen 2014 ging bij zonsondergang op het kerkhof van Deerlijk het allereerste troostconcert van Reveil door, met muziek en verhalen en 300 toeschouwers.
“Het voelde meteen goed”, vertelt Deknudt.
“Het leek alsof bij iedereen dingen loskwamen die al jaren vastzaten.”
Inmiddels zijn er dus al 160 begraafplaatsen waar nu woensdag zo’n troostconcert zal plaatsvinden.
Er worden in totaal 70.000 mensen verwacht en VRT MAX zendt het slotmoment op het kerkhof van De Panne live uit. En ook in Norwich, een stad in het oosten van Engeland, vindt dit jaar het eerste troostconcert plaats.
“Wie had dat tien jaar geleden kunnen denken? Dat is dus de rouwrevolutie”, zegt Deknudt.
De fanfare op het kerkhof is een traditie die we in de jaren 1980 zijn kwijtgespeeld, niet toevallig in dezelfde periode waarin begraafplaatsen naar de dorpsranden werden geduwd, zodat mensen niet te veel met de dood zouden worden geconfronteerd, zegt Deknudt.
“Ik denk dat we daarmee mooie dingen hebben weggegooid. Ik herinner me dat het tien jaar geleden op Allerzielen, de dag waarop we onze geliefden herdenken, op het radionieuws alleen over de omzetstijging van de chrysanten verkopers ging.
“Hoe treurig is het dan niet gesteld met je rouwcultuur? Dat is zo jammer. We kunnen samen feesten, waarom dan niet samen rouwen? Juist dan hebben we elkaar het hardst nodig.”
Heel kort terzijde: niet iedereen hoort de term rouwrevolutie even graag.
Rouwpsychiater Uus Knops: “Ik vind het wat te activistisch en te fors, traag en gestaag is hier meer gepast.
“Ik maakte deze zomer voor het eerst de Last Post in Ieper mee. Honderd jaar geleden heeft iemand al beslist om daar elke dag de doden te eren.
“Ik zie het eerder als een evolutie, een aanpassing aan veranderende maatschappelijke en culturele noden.”
Evolutie of revolutie, het valt op dat bijna iedereen die met het thema aan de slag is, zelf een verlies heeft meegemaakt en nadien iets miste. Veel vrouwen ook, uit een generatie die het iets normaler vindt om over de schaduwzijde van het leven te praten.
“Het zijn vaak jonge mensen die al een stukje geleefd hebben. Maar dan slaat plots een bom in en maken ze een bocht”, vertelt Knops, die zelf in 2005 haar broer verloor.
“Corona was de brandversneller: toen werd het heel duidelijk dat afscheid nemen geen detail is, maar juist erg belangrijk.”
Ook Sofie Verschueren verloor haar broer, aan zelfdoding. In december 2020 lanceerde ze het eerste seizoen van haar podcast WEG, over verlies. Ondertussen heeft ze al 50 afleveringen gemaakt, die samen al 300.000 keer beluisterd zijn.
“2018 was voor mij een jaar van verlies: ik verloor mijn baan bij de radio, had een miskraam, mijn broer stierf en mijn dochter werd na amper 26 weken zwangerschap geboren. Ik wilde al langer een podcast maken en het thema diende zichzelf aan.”
Toen haar verdriet nog vers was, deelde Verschueren ook veel op sociale media.
“Het deed me veel deugd om te ventileren. Vandaag doe ik dat minder, maar mijn moeilijke dagen blijf ik delen.
“Het is ook fijn als mensen sturen dat ze daar iets aan hebben, dat ze bij mij zien dat ze niet alleen of abnormaal zijn.
“Ik vind het belangrijk om te tonen dat zoiets niet gewoon overgaat, maar dat het anders wordt. Maar ik ben daar ook enorm voor afgemaakt, en soms nog.
“Mensen verwijten me dat ik negatief ben, een zaag. De meeste mensen zijn gelukkig enorm lief, maar dat blijft toch hangen. Het toont nog maar eens hoe onbekend rouw is. Het is niet omdat je verdrietig bent, dat je negatief bent.”
Het begint eigenlijk al meteen na de dood van een dierbare, als de praktische regelingen getroffen moeten worden.
“Een kennis van me wilde haar plots overleden man nog enkele dagen thuis houden, maar de begrafenisondernemer deed verschrikkelijk moeilijk”, vertelt Verschueren.
“Zijn ultieme argument was dat balseming heel duur zou zijn. Maar de balseming kostte nog minder dan de postzegels voor de rouwbrieven!
Uiteindelijk is het toch gelukt, mijn collega zei achteraf dat die dagen thuis haar enorm veel deugd hadden gedaan. Maar het is toch niet de bedoeling dat je daar zo’n strijd voor moet voeren? De uitvaartsector voelt soms aan als een industrie.”
Enkele jonge begrafenisondernemers proberen het nu anders te doen, zoals Vanessa Boel van TRØST.
“Sinds de kerkelijke rituelen zijn weggevallen, is er soort standaardisering in de plaats gekomen. Het dode lichaam wordt zo snel mogelijk weggehaald, rouwbrieven kies je uit een catalogus en de afscheidsdienst organiseer je in het nabijgelegen crematorium.”
Maar voor steeds meer mensen werkt dat niet meer: net zoals trouwplechtigheden steeds persoonlijker worden ingevuld, groeit ook bij rouwdiensten die behoefte.
Boel: “Families zijn vaak heel zoekend, ook omdat we het zo moeilijk vinden om er bij leven over te praten.”
NAAR ADEM HAPPEN
Voor wie wil, organiseert Boel thuisopbaringen of wikkelt ze samen met de nabestaanden de doden in lijkwades.
“Dat is een mooi ritueel waarbij mensen de tijd nemen om bewust afscheid te nemen.
“We hebben de neiging om nabestaanden zo veel mogelijk uit handen te nemen, maar daar bewijzen we hen geen dienst mee.
“Ik geloof dat mensen hun rouwproces gezonder aanvatten als ze betrokken worden en afscheid kunnen nemen op een manier die voor hen klopt.
“Mensen kunnen ook zelf een kist maken, de kinderen de kist laten beschilderen, die bevriende keramiste om een mooie urne vragen en zelf de teksten schrijven.
“Ik wil de dood bespreekbaar maken en weer binnenbrengen in huis, net als vroeger. Ik zie ook dat dat voor verbinding zorgt in families.”
Maar praktische kwesties zijn op zulke momenten vaak een enorme beproeving.
De magere verlofregeling is een goed voorbeeld.
- Wie zijn of haar partner verliest, krijgt sinds kort tien dagen vrij, klein verlet heet dat
- Overleden ouders zijn goed voor drie dagen
- Kleinkinderen, grootouders, broers of zussen, schoonzonen of -dochters goed voor twee
Die dagen zijn op te nemen voor de begrafenis. Kortom: je bent net lang genoeg thuis om een begrafenis te regelen, maar daarna even naar adem happen is er niet bij.
En daarbij: wat als je allerbeste vriend sterft? Of de tante die elk weekend op je paste toen je klein was? Dan sta je wettelijk nergens.
“Ik heb destijds op maandag mijn werkgever laten weten dat mijn broer net overleden was en dat ik de volgende dag niet zou komen. Mijn baas mailde terug: oké, maar woensdag ben je toch terug?”, vertelt Verschueren.
“Inmiddels heeft zij ook een zelfdoding van dichtbij meegemaakt en heeft ze zich verontschuldigd voor die mail.
“Het is toch gek dat mensen het blijkbaar zelf moeten meemaken voor ze begrijpen hoe het is?”
Veel nabestaanden belanden daardoor op ziekteverlof.
“Dat hoeft niet per se, sommige mensen willen liever werken”, zegt Knops.
“Maar wie thuis is, voelt zich vaak ongemakkelijk. Wat gaan de collega’s zeggen als ze toch eens een terrasje doen.”
Verschueren vertelt dat haar moeder zes maanden thuis is gebleven.
“Maar ze was panisch dat iemand haar zou zien terwijl ze iets leuks aan het doen was. Alsof ze daarmee iets fout zou doen.”
Er is in onze samenleving weinig ruimte om te rouwen, daar komt het op neer. Op sociale media is er stilaan meer aandacht.
Recent was het bijvoorbeeld Baby Loss Awareness Week en dan krijgen we ook een inkijk in persoonlijke ervaringen, maar daar kun je in de echte wereld, je werk of volleybalclub, niet per se veel mee.
Knops: “Mensen ervaren nog veel onbegrip.” Specialisten zeggen dat veel te maken heeft met het gebrek aan kennis of rouwgeletterdheid, zoals zij dat noemen.
Er bestaan eigenlijk twee werelden, stelt An Hooghe, professor psychologie (VUB), die als oprichter van het expertisecentrum Verbinding in Verlies al 25 jaar in het veld staat
Mensen die het hebben meegemaakt en weten wat het is, en de rest.
Het is een beeld dat voor veel nabestaanden heel herkenbaar is en dat ik ook zo heb aangevoeld.
“Ik bezocht drie weken geleden de beurs De Dood Leeft!, over afscheid en verlies. Een heel mooi initiatief, maar wie loopt daar rond?
“Mensen die er al mee zijn geconfronteerd. Er zijn amper mensen te vinden die zeggen: de dood is een deel van het leven en ik wil daar eens over nadenken.”
Daardoor hebben weinig mensen een goed idee over rouwprocessen en hoe die precies verlopen: ze weten niet dat het meer is dan alleen verdriet en dat opvallend veel mensen vertellen over de slappe lach omdat álle emoties op scherp staan.
Dat het vaak in golven komt en dat het je ook na twintig jaar kan onderuithalen.
Dat ervoer ook presentatrice Rani De Coninck, die begin dit jaar even thuis bleef omdat het verdriet over de dood van haar zus, 37 jaar geleden, weer opspeelde.
Knops: “Ik vertel vaak over een bootje op een rivier met twee oevers: verlies en herstel. Rouwen is bewegen tussen die twee oevers, maar hoe dat verloopt en hoelang je aan de kade aangemeerd blijft, is uniek.”
Als rouwtherapeute moet Hooghe mensen vaak uitleggen dat het heel normaal is wat ze ervaren.
“Rouw zet zich in je lichaam: je slaapt niet goed, hebt weinig energie en moeite om je te concentreren. Je kunt last hebben van stijve spieren of koude handen en voeten.
“Je zit ook met vragen:
- Wie ben ik nog als mijn enige kind is overleden?
- Hoe heeft de dood van mijn vrouw mij veranderd?
- Ben ik gevoeliger, harder, kan ik niet meer tegen geluiden en prikkels?
- Wat met mijn boosheid na zelfdoding?
- Heb ik nog zin in mijn job en wat doe ik eigenlijk in dit leven?
“Dat zijn diepmenselijke vragen waar je op weinig plekken mee terechtkunt. We hebben daar ook nauwelijks taal voor.”
Het gevolg is dat veel mensen in stilte rouwen en dat mensen niet weten wat te zeggen. En dat is absurd, omdat de dood zo veel mensen treft.
Daarmee bedoelen we dat elke dag jonge en oude mensen sterven en bij elk overlijden gemiddeld 127 mensen worden geraakt, vertelt Hooghe.
Dat zijn toch heel veel mensen die nu, op dit moment, op de een of andere manier in de rouw zijn.
“Dat die mensen huilen op een begrafenis of kerkhof, dat vinden we normaal. Maar in een restaurant, nee, dat niet.”
“Het allergrootste probleem is dat mensen niet luisteren”, vindt Verschueren, die elke dag mails krijgt van mensen die bij haar hun verhaal kwijt willen.
“We leven in een oplossingsgerichte maatschappij: neem een pilletje of ga naar een therapeut. Terwijl verdriet en rouw normale reacties zijn. Je kunt en moet dat niet oplossen, verwerken of een plaats geven.
“Voor mijn podcast sprak ik onlangs een vrouw wier dochter drie jaar geleden vermoord was door haar vriend.
“Ze vroeg zich af of het normaal was dat ze na drie jaar nog zo diep zat, want mensen vonden dat het toch stilaan tijd werd om zich erover te zetten.”
HONDERDEN EURO’S
Een ander probleem dat hier toch even aangestipt moet worden, is dat van de administratieve hel.
Of zoals Knops het stelt: het is gruwelijk hoe nabestaanden bedolven worden door paperassen en financiële kopzorgen op een moment dat ze daar amper mentale ruimte voor hebben.
Gemeenschappelijke rekeningen worden maandenlang geblokkeerd en de doden moeten in stukjes en beetjes administratief worden uitgewist: de internetprovider moet op een andere naam worden gezet, er moet aan talloze (telefonische) loketten worden aangeschoven met het overlijdensattest.
In sommige gezinnen valt het tweede inkomen weg, maar moeten er wel successierechten betaald worden op het huis.
Verschueren: “Een collega wilde de auto van haar overleden man aan haar zoon geven, maar was door een misverstand te laat om de nummerplaat in te dienen en moest uiteindelijk honderden euro’s betalen.”
Ik weet zelf nog heel goed dat het meer dan zes maanden duurde voor mijn vriend in het rijksregister als ‘overleden’ werd aangevinkt, waardoor ik aan de mutualiteit niet kreeg uitgelegd dat hij zijn zorgpremie niet langer zou betalen.
Knops vertelt dat ze stiekem droomt van een tijdelijke rouwcommissaris, net zoals we al een kinderrechten- en drugscommissaris hebben.
“Deze hele beweging komt van onderuit, van mensen die een groot gemis zelf proberen in te vullen. Het is tijd dat de overheid die noden oppikt en daar een antwoord op biedt.
“Een heel concreet idee: als je kind sterft, verlies je je ouderschapsverlof. Waarom kunnen we dat niet in rouwverlof omzetten?”
En toch. Als ik vandaag zie hoe die zogenaamde revolutie zich voltrekt, ben ik blij dat anderen eindelijk praten over dingen die ik destijds niet goed gezegd kreeg. En vraag ik me af of mijn eigen rouwproces anders had kunnen verlopen, minder alleen?
“We moeten opletten dat we de rouwrevolutie niet mooier voorstellen dan ze is”, antwoordt Hooghe.
Want alle mooie rouwkaarten en troostmomenten ten spijt, het blijft voor veel mensen een eenzame, pijnlijke lijdensweg.
“Maar er is wel hoop: het grote publiek is geïnteresseerder dan ooit.”
Zo rijdt Knops tegenwoordig het halve land af om voordrachten over haar werk te geven.
“Ik heb onlangs vijf lezingen gegeven in amper één week: in een woon-zorgcentrum voor bewoners, familie en personeel, in het Oostendse cultuurhuis De Grote Post en zelfs bij iemand thuis als een huiskamervoordracht.
“Stilletjesaan hebben mensen toch door dat het belangrijk is om iets over rouw te weten.”
Zij bedacht tijdens corona ook de Onumenten, cirkelvormige troostplekken in de natuur waar mensen kunnen samenkomen om te rouwen, in een eenvoudig ritueel, OnumenTaal.
“Ik sta perplex van wat die momenten teweegbrengen: een kaarsje, de namen van de overledenen noemen, en via tekst op verhaal komen.
“Mensen weten dat ze niet alleen zijn, maar daar voelen ze het eindelijk ook. Daar mag hun verdriet er zijn.”
Websites
In alfabetische volgorde
Lees ook
- Verlies
Thuis afscheid nemen van een overleden geliefde - In mijn hart woont een meeuw
Er staat geen deadline op rouwen - 75-plussers in verzet
Er is iets mis met de manier waarop we met ouderen omgaan - Hoe gaat het met U
Misschien had ik rouw nodig om intenser te genieten van fijne momenten - Huisdieren
Hoe rouw je om een huisdier - Katrin Swartenbroux
Leven in deze eeuw - Rouwexpert Manu Keirse
Het is toch normaal dat je niet binnen een jaar over je verlies heen bent - Uus Knops
Vermist of overleden in het buitenland
Het plezier in mijn leven is weg - Jeroen Meus
Ik ben al mijn onschuld kwijt en vind geen naïviteit meer in mezelf
Bron: De Morgen