Seydou Dia – Broer van Sanda, en Marie


Sanda was ‘chill maar ambitieus’, zeggen zijn oudere broer Seydou en diens vriendin. Die ambitie bracht hem bij studentenclub Reuzegom en de doop waarbij hij het leven liet. ‘Het is een bittere gedachte dat wie een andere kleur heeft, zulke vernederingen moet negeren om zijn doel te bereiken.’


‘Ik wil de Reuzegommers niet haten. Ik heb zelfs medelijden met hen’

‘Sanda zou nu aan zijn laatste jaar aan de universiteit zijn begonnen, zijn vijfde jaar burgerlijk ingenieur. Hij zou op Erasmus gegaan zijn, ongetwijfeld naar ­Japan. Daar droomde hij van. En hij zou ook nog altijd een geweldige voetballer zijn.’

Als Seydou (31) vertelt over zijn kleine broer, moet hij vaak vechten tegen de tranen. Seydou is de oudere broer van Sanda Dia, de 20-jarige student aan de KU Leuven die begin december 2018 overleed na een twee dagen durende doop van studentenclub Reuzegom.

Seydou wilde eigenlijk liever niet met de pers praten. ‘Ik zou veel liever met rust ge­laten worden, omdat ik zoveel emotie niet aankan. Maar jammer genoeg is het noodzakelijk. Het is goed dat het verhaal onder de aandacht komt.’

Seydou woont in Gent samen met zijn vriendin Marie en hun tweejarige dochtertje. Sanda had peter moeten zijn van het meisje. ‘Marie was hoogzwanger toen hij stierf. Toen we Sanda vertelden dat hij peter mocht worden, was hij dolblij en ontroerd. Hij huilde zelfs.’

Maar de vreugde duurde niet lang. ‘Een maand na de dood van Sanda is Marie bevallen. We hebben zijn naam nog op het ­geboortekaartje vermeld als “bescherm­engel” van ons kindje. Een maand nadat ik het graf van mijn broer heb toegeschupt, ben ik papa geworden.’

‘We leven al twee jaar in één langgerekte nachtmerrie. Die gasten van Reuzegom hebben zoveel afgepakt: zijn talenten, zijn toekomst, het leven van zijn familie en vrienden. Hun daden hebben zoveel invloed gehad op zoveel mensen.’

Seydou (naast hem zijn vriendin Marie): ‘Papa zei me onlangs dat Sanda opkeek naar mij. Maar ik keek op naar hem, naar het gemak waarmee hij zich doorheen de wereld bewoog.’  Brecht Van Maele

Zondagskind

Seydou is tien jaar ouder dan Sanda. ‘Ik vond het fijn toen ik er een broertje bij kreeg. Ik voelde mij ook verantwoordelijk voor hem. We deden alles samen. Ik speelde met hem in de tuin. We sjotten in de living. Dat mocht niet, maar we deden het toch. Tot de vloer doorzakte. Sanda kon heel goed voetballen. Antwerp was in hem geïnteresseerd, maar het is Lierse geworden. Ik ging vaak mee naar matchen en trainingen. Heel België rond.’

Sanda was een zondagskind, hij stapte met een lach door het leven. ‘Hij had zoveel talent. Toen hij voor het eerst een Rubiks-kubus in zijn handen kreeg, duurde het twee minuten en hij had die opgelost. Hij maakte introfilmpjes voor mensen met een gamingkanaal op Youtube, of T-shirts met een personage uit een game erop. Hij was altijd bezig. Een duizendpoot. Ook met muziek. We stuurden constant muziek naar elkaar. Sanda wilde altijd alles leren kennen. Alle genres.’

Sanda had ook massa’s vrienden in Edegem, waar hij geboren en getogen is. ‘Ook daar moest hij geen moeite voor doen. Hij had een goede inborst, hij was warm en stond open voor alles. Hij kende heel veel mensen, in veel verschillende groepen. Ik keek verwonderd naar die nonchalance waarmee hij vrienden maakte.’

‘Papa zei me onlangs dat Sanda hard opkeek naar mij. Het is waar dat hij me vaak om raad en bevestiging vroeg. Maar eigenlijk is het omgekeerd: ik keek op naar hem, naar het gemak waarmee hij zich doorheen de wereld bewoog.’

Sanda wist al vlug dat hij ingenieur wilde worden. ‘In het vierde middelbaar zei hij dat hij naar TU Delft wou gaan om Aerospace Engineering te gaan doen. Maar uiteindelijk is het burgerlijk ingenieur geworden.’

Connecties

Dat Sanda bij Reuzegom wou, had hij aan zijn oudere broer verteld. ‘Hij vroeg me of ik iets kende van studentenclubs. Maar meer dan dat die mannen lintjes droegen, wist ik niet. Hij heeft me de geschiedenis van die club uitgelegd en waarom hij erbij wilde. Sanda zocht connecties. “Dat gaat mij helpen om een goed netwerk uit te bouwen”, zei hij. “Als ik afstudeer en een job nodig heb, later.” Sanda was chill, maar hij was ook ambitieus. Hij wist dat je daarvoor connecties nodig hebt.’

‘Ik denk niet dat hij wist hoe het er bij Reuzegom aan toeging. Sanda zag ook altijd het goede in mensen. Hij heeft volgens mij nooit gedacht dat ze hem dit allemaal zouden aandoen’
Seydou

Marie: ‘Ik ben er zeker van dat het meespeelde dat Sanda een andere kleur had. Als witte mensen kunnen we ons niet voorstellen hoe mensen met kleur zich in deze maatschappij dubbel moeten plooien. Seydou en Sanda zijn opgegroeid tussen wel­gestelde mensen. Ze waren zelf niet arm, maar het verschil is er wel altijd geweest. Sanda heeft dat altijd gezien. Zijn vrienden gingen op reis in de zomer, of ze gingen ­skiën. Hij wilde graag mee. Wij raadden hem aan een studentenjob te zoeken.’

Sanda voelde zich volgens zijn halfbroer en schoonzus zeker niet minderwaardig. ‘Hij was ook niet jaloers’, zegt Marie. ‘Hij had gewoon ambitie. Als hij iets wilde, dan ging hij daarvoor. Zo plaatsen wij zijn keuze om bij Reuzegom te gaan.’

Seydou: ‘Ik denk niet dat hij wist hoe het er bij Reuzegom echt aan toeging. Alles was geheim over die doop. Sanda zag ook altijd het goede in mensen. Hij heeft volgens mij nooit gedacht dat ze hem dit allemaal zouden aandoen.’

Maagontsteking

Seydou hoorde wat er Sanda was overkomen op de ochtend van 6 december, nadat Sanda in het ziekenhuis was opgenomen. ‘Ik had een aantal gemiste oproepen en een bericht van papa in mijn mailbox. Toen Marie en ik in het ziekenhuis aankwamen, vertelden ze dat Sanda van een doop kwam en dat hij ongelooflijk veel zout in zijn lichaam had. Wij dachten aan een ongeval. Er is iets misgelopen, dacht ik. Ik geloofde mijn ogen niet toen ik mijn broer zag liggen. Ik had hem de dag voor de doop nog een berichtje gestuurd over de vooruitgang die ik had gemaakt op ons Fifa-spelletje op de Play­station. Dat was onze guilty pleasure. Het was ons laatste contact.’

‘En toen stierf hij. Het was zo onwezenlijk. Hij had ons niet verteld dat hij gedoopt zou worden, en de maanden daarop zijn we stukje bij beetje te weten gekomen wat er echt gebeurd is. Aanvankelijk waren we nog mee in het verhaal dat het om een ongeval ging. We vroegen ons af hoe het mogelijk was dat die studenten zo’n verkeerde inschatting hadden gemaakt over de hoeveelheid visolie die ze iemand konden laten drinken. Maar toen begon onze advocate meer details te vertellen. Marie is dan samen met haar het dossier gaan inkijken. Ik kon dat zelf niet aan.’

‘Wij staan hier niet luid te roepen dat ze allemaal in de gevangenis moeten. Wij vragen vooral dat de Reuzegommers erkennen wat ze hebben gedaan’
Marie – Vriendin van Seydou

Marie: ‘Ik vond dat ik dat moest doen voor Seydou en voor Sanda. Mijn lichaam verstijfde bij elk gruwelijk detail. Het was helemaal geen ongeval of een verkeerde inschatting. Thuis heb ik Seydou alles in één keer verteld, daarna hebben we er nooit meer over gepraat. Ik heb er wel een maagontsteking aan overgehouden.’

Seydou: ‘Bij mij zijn alle gevoelens de ­revue gepasseerd. Boosheid, onbegrip, ongeloof. Ik hoop dat justitie haar werk doet, dat mensen verantwoording zullen afleggen en de gevolgen dragen. Een proces is de evidentie zelf. Ook al zijn we heel bang voor die confrontatie.’

Marie: ‘Er zijn nog veel onduidelijk­heden, onder meer over de vraag wie precies welke rol gespeeld heeft tijdens die twee ­dagen. Wij verwachten dat elk daarvoor zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik zou het heel eng vinden als dat niet zou gebeuren. Zijn dat dan onze latere advocaten, onze dokters, onze rechters?’

‘Wij staan hier niet luid te roepen dat ze allemaal in de gevangenis moeten. Wij vragen vooral dat ze erkennen wat ze hebben gedaan, en zo ons vertrouwen in de mensheid herstellen.’

Seydou: ‘Het wordt ook erger met ieder detail dat we vernemen. Bijvoorbeeld het feit dat een Reuzegommer tijdens een cantus “neger” zou hebben gezegd tegen Sanda, en dat Sanda zijn schouders had opgehaald. Hij was te fier om dat aan ons te vertellen. Maar het is een bittere gedachte dat wie een andere kleur heeft, zulke vernederingen moet negeren om zijn doel te bereiken. Dat gaat niet alleen over Sanda. Er zijn zoveel gasten die dat allemaal over zich heen moeten laten gaan om mee te tellen.’

Rustig voortstuderen

Kwaad zijn Seydou en zijn vriendin niet. ‘Moet ik hen nu haten? Ik voel eerder medelijden met de manier waarop ze in het leven staan, hoeze zich verschuilen achter de rug van hun advocaten. Wij blijven trouw aan onszelf en aan Sanda. Haatgevoelens horen daar niet bij.’

Over de rol van de KU Leuven heeft de ­familie veel bedenkingen. Seydou: ‘De rector was op de begrafenis. Als er iets is, mochten we dat altijd laten weten, zei hij. Maar ik miste vooral heel veel transparantie bij de KUL. De universiteit is tekortgeschoten. Waarom ze zich geen burgerlijke partij heeft gesteld, blijft voor mij een raadsel.’

Marie: ‘Ze steken hun kop in het zand. Kom met ons praten, leg ons uit waarom je bepaalde beslissingen wel of niet hebt genomen. Intussen mogen de Reuzegommers rustig voortstuderen en kunnen ze nog net op tijd hun diploma halen voor het gerecht tot een uitspraak komt.’

In Edegem en wijde omgeving zal het nog lang duren voor de herinnering aan Sanda vervaagt. Daar vinden Marie en Seydou troost in. ‘Op de begrafenis is de ene na de andere vriend van Sanda komen spreken. Iedere ouder zou zulke vrienden wensen voor zijn kind. Ze toonden zoveel engagement, waren zo evenwichtig voor hun jonge leeftijd. Dat geeft vertrouwen in de mensheid. En kracht. Elke dag praten we nog over Sanda. We hoeven niet naar zijn graf te gaan om bij hem te zijn. We bezoeken hem bij papa, in Antwerpen, en tegelijk is hij nog elke dag hier, bij ons thuis.’


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de Sanda Dia pagina


Scroll naar boven