Walter Zinzen – De heilloze terugkeer van de tussentaal

Walter Zinzen

Walter Zinzen is oud-journalist bij de openbare omroep VRT.

De Morgen


De taalraadsvrouw van de VRT, ene mevrouw Slangen, veroorzaakte de jongste tijd heel wat deining door haar voorstel om de radio- en tv-presentatoren meer tussentaal te laten gebruiken.

Zinnetjes als “Zijde gij nie goe of wa ist?” zouden volgens haar de band met het publiek versterken. Hoe een taalraadsvrouw op zo’n onzalig idee kan komen is me een raadsel.

De tussentaal waarover ze het heeft, is veredeld Antwerps. Luister maar naar Tom Waes in Het Verhaal van Vlaanderen. De kritiek op dat taaltje kwam uit vele monden, ook Antwerpse.

De kloof tussen omroep en publiek werd dus niet kleiner maar groter, precies het tegendeel van wat mevrouw Slangen beoogt. Bovendien hebben mensen in Oost- en West- Vlaanderen en Limburg helemaal niets aan dat ratjetoe van ’t stad.

Er is overigens iets heel raars aan de hand: ik ken geen enkel taalgebied in West-Europa waar een tussentaal bestaat.

In Nederland, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië, Spanje, Portugal, noem maar op, bestaan maar twee varianten: dialecten en standaardtaal.

In al die landen kun je vaak horen uit welke streek mensen afkomstig zijn, maar ze houden zich wel keurig aan de grammatica en de woordenschat van hun overkoepelende eenheidstaal.

Alleen in Vlaanderland zijn nieuwkomers verplicht niet minder dan drie talen te leren om probleemloos te kunnen communiceren met hun medeburgers: het plaatselijke dialect, Standaardnederlands en tussentaal.

Dialecten zijn authentiek, rijk aan woorden, uitdrukkingen en zegswijzen, echte talen kortom die in sommige programma’s dienst kunnen doen. Maar de zogenaamde tussentaal is zielloos, een bewijs van onkunde van haar gebruikers, die niet in staat zijn zich soepel en vloeiend in hun moedertaal uit te drukken.

We betalen, vrees ik, nog steeds de tol voor onze geschiedenis. De splitsing van de Nederlanden na de val van Antwerpen in 1585 betekende ook een splitsing van de taal.

In het Noorden (het huidige Nederland) werd de bijbel voor het eerst in de volkstaal vertaald: hij werd Statenbijbel genoemd. Die werd de basis van het Standaardnederlands. Maar de vertalers kwamen ook uit wat vandaag Vlaanderen heet.

Drie eeuwen lang was er geen contact meer tussen de twee gebieden. De algemene omgangstaal evolueerde alleen in het Noorden, in Vlaanderen sprak iedereen een dialect, een standaardtaal was er niet.

Of toch wel: het Frans werd de standaardtaal. Na de tweede splitsing (in 1830) kwam de Vlaamse ontvoogding op gang: in Vlaanderen Vlaams! Wie ‘op de letter’ sprak, deed dat in ‘schoon Vlaams’. Tussentaal avant la lettre.

Vandaag de dag is de Nederlandse standaardtaal ingeburgerd. Mede dankzij… de VRT.

Waarom dan toch die heilloze terugkeer naar een situatie die straks 200 jaar achter ons ligt?

Hou de tussentaal voor toogpraat, de keukentafel en eventueel voor tussen de lakens. Overal elders is algemeen Nederlands de norm of, als dat niet kan, een dialect. Zeker op de VRT.

Weg met die vervloekte tussentaal.


Lees ook

Klik hier of op de hyperlink hieronder en vind meer berichten van

Walter Zinzen


Bron: De Morgen

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven