Cultuurprotest – We willen niet het gezicht zijn van een stad die kritische artiesten weert


Na Ruth Lasters hebben ook de vier overblijvende Antwerpse stadsdichters ontslag genomen. Ze hekelen het gebrek aan kritische ruimte en de desinteresse van het stadsbestuur.

Veerle Vanden Bosch – De Standaard


‘We willen niet het gezicht zijn van een stad die kritische artiesten weert’


Toen begin dit jaar bekend werd dat het Antwerpse stadsdichterschap na bijna twintig jaar op een andere leest werd geschoeid en er niet één, maar een groep van vijf stadsdichters zou komen, stuitte dat her en der op ongerustheid. Was dit een stap naar de afschaffing van het ambt?

De eerste Antwerpse stadsdichter Tom Lanoye vreesde voor ­versnippering, zei hij in deze krant. Maud Vanhauwaert hoopte dat er behalve voor opdracht­gedichten ook plaats zou zijn voor persoonlijke perspectieven en waar nodig een tegenstem.

Ze hebben de risico’s goed ingeschat. Na een hobbelig parcours van amper ­negen maanden gooiden zaterdag alle stadsdichters de handdoek in de ring.

Eerder nam Ruth Lasters al ontslag nadat haar gedicht ‘Losgeld’ door het stads­bestuur werd geweigerd. Dat was een crisis­moment, dat de overblijvende stadsdichters – het duo Proza-K (Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz), Lies Van Gasse, Yannick Dangre en Lotte Dodion – in een lastig parket bracht: doorgaan of niet?

Divide et impera

‘Natuurlijk overwoog ik toen ontslag,’ stelde Yannick Dangre in zijn ontslagbrief, ‘zowel door de houding van het bestuur als door de systeemfout die een poëtische poule was.

Een doelbewuste systeemfout uiteraard: een gezichtsloos amalgaam is minder bedreigend dan een stadsdichterschap met een smoel. Het ambt in vijven klieven was achteraf bekeken dan ook een onvervalst staaltje divide et impera.’

‘Toen een gedicht van ons niet mocht verschijnen omdat de tekening zogezegd obsceen was, begonnen we ons vragen te stellen’

Proza-K
Stadsdichtersduo

‘Mijn hoofdreden om aan te ­blijven, was wat ik zou noemen de vakbondsreflex’, zei Lies Van Gasse.

‘We besloten de dialoog met het kabinet aan te gaan en te vechten voor betere werkomstandigheden.

  • Hoe zit het met ons recht op opdrachten?
  • En wat als wij buiten een opdracht iets wensen te schrijven?
  • Worden wij geacht ­elkaar te beconcurreren?
  • Is de pool bedoeld als een variant op de openbare aanbesteding?’

Tijdens het gesprek met de schepen werd beslist een nieuwe overeenkomst op te maken. De gesprekken daarover stemden hoopvol, aldus Van Gasse, ‘maar het bleef maar wachten’.

‘Twee maanden later is er van een overeenkomst nog altijd geen spoor,’ schreef Dangre, ‘en volgde met de schrapping van de projectsubsidies een nieuwe veldslag in de Antwerpse cultuuroorlog.

‘Het maakt de woorden van de schepen achteraf gezien holler dan mijn oma’s kies. (…) Het stadsdichterschap is alleen de moeite waard om te redden als het nog iets voorstelt. Quod non.’

De dichters gaven ook meer ­details over de problemen en obstakels waarmee ze te maken kregen. Niet alleen Ruth Lasters, maar ook Proza-K stuitte op een njet met een van hun gedichten: Toen ons eigen gedicht, “Crystal Palace”, een ode aan de Koolkaai, last ­minute niet mocht verschijnen op een lelijke grijze elektriciteitskast omdat de tekening zogezegd te ­obsceen was, begonnen we ons toch vragen te stellen. Uiteindelijk wilden we niet meer het gezicht zijn van een stad die geen kritische artiesten wil.’

Proza-K Beeld Jef Van den Bossche

Dangre hekelde de desinteresse van het stadsbestuur.

‘Zo vond schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud (N-VA) het niet nodig om kennis te maken, laat staan om ­onze inauguratieshow in de Arenbergschouwburg bij te ­wonen. Het gebeurde meermaals dat de voordracht van een besteld stads­gedicht te elfder ure uit de ­ceremoniële gelegenheden werd geknipt.’

Een oproep

Proza-K besluit met een oproep aan de stad: ‘Onze motivatie om stadsdichter te worden was onze diversiteit. Cleo is Pools-Joods, ik ben Congolees.

‘We wilden aan de 172 nationaliteiten hier tonen dat je niet in Antwerpen geboren hoeft te zijn om iets te betekenen voor de stad. Maar wij kunnen niet langer vechten voor een toekomst voor ­alle stadsdichters als het steeds duidelijker wordt dat er geen meer zullen volgen.

‘De ondersteuning van de stad kan niet getrokken worden in vijf verschillende richtingen, daar zijn niet ­genoeg manschappen en middelen voor. We willen het instituut redden en dat kan alleen maar als er één stadsdichter in Antwerpen is. Mét een licentieovereenkomst, mét een centrale plaats waar alle stadsgedichten worden verzameld, mét volledige ondersteuning.’

‘We hebben akte genomen van het collectieve ontslag’, zei schepen van Cultuur Ait Daoud zaterdag op Radio 1.

‘Er liepen gesprekken met PEN-Vlaanderen en een externe juridische expert om een helderder kader op te stellen voor de licentieovereenkomst, maar daar hebben de stadsdichters niet op gewacht’, zei ze.

‘Het was niet onze beslissing om de samenwerking stop te zetten. Zij hebben de stekker eruit getrokken.’ Het bestuur beraadt zich over het stadsdichterschap.


Een ovatie en een rouwkrans bij het afscheid van stadsdichters Lies Van Gasse, Ruth Lasters, Lotte Dodion, Yves Kibi Puati Nelen en Cleo Klapholz (samen Proza-K) en Yannick Dangre.  Beeld Jef Van den Bossche

Lees ook


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven