Cultuurprotest – Tom Naegels – Kritiek uit de juiste hoek loont


Er is veel heisa over de uitspraak van Nabilla Ait Daoud, dat kunstenaars ‘maar moeten werken voor hun centen’. Dat was haar bedoeling, denkt Tom Naegels.

Tom Naegels – De Standaard


Ze doet het erom. Dat is het enige wat ik kon denken toen ik het interview las met Nabilla Ait Daoud (N-VA), de Antwerpse cultuurschepen.

Haar eerste reactie na weken van controverse doorspekte ze met van die kleine, venijnige zinnetjes waarvan ze moet hebben geweten dat die de cultuursector razend zouden maken.

‘Er is heisa in het culturele veld, maar er is daar altijd heisa.’

Nabilla Ait Daoud

‘Echte kunstenaars laten zich niet remmen door subsidies. Dat heeft Rubens ook niet gedaan.’

Nabilla Ait Daoud

(Rubens! Die schatrijk werd door de patronage van kerk en staat!)

En als uitsmijter, op de vraag wat ze zelf zou doen als ze vandaag een ­jonge kunstenaar was:

‘Dan ga ik werken voor mijn centen, zoals iedereen.’

Nabilla Ait Daoud

Ik neem aan dat die laatste uitspraak bewust beledigend was. Maar onbewust getuigde ze ook van een verbijsterend elitaire wereldvreemdheid.

U moet ­weten: Ait Daoud is schepen ­geworden in 2012, nadat ze verkozen was met 1.393 voorkeurstemmen. Dat is het verkoopcijfer van een redelijk ­onthaald Vlaams romandebuut.

Bij de verkiezingen van 2018 was haar stemmenaantal opgelopen tot 3.834. Dat is weliswaar geen beststeller, maar toch: een goed verkopende roman.

Als Ait Daoud een jonge kunstenaar was geweest, dan zou ze haar publieksbereik dus gevoelig vergroot hebben – knap.

Maar er is één groot verschil. Die ­auteur uit ons voorbeeld heeft aan zijn debuut 2.786 euro verdiend. Eenmalig.

Aan dat tweede boek heeft hij om en bij de 8.000 euro overgehouden. Opnieuw, eenmalig. Na jaren werk.

De politica daarentegen, die dus evenveel mensen heeft overtuigd om op haar te stemmen als die auteur er heeft overtuigd om zijn boek te kopen, verdient nu 116.556,84 euro per jaar.

Al tien jaar aan een stuk. En ze krijgt er een hofhouding bij aan wie ze een groot deel van haar werk kan uitbesteden.

En díé politica durft het aan om ­tegen die schrijver te zeggen:
‘Ik kan het ook niet helpen als jij maar 3.834 boeken verkoopt. Loser. Ga werken voor je centen, zoals ik.’

Florence Nightingale

Het is de bedoeling dat ik er kwaad van word, ik weet het. Er bestaat vast een hele lessenreeks in de cursus media­training over dergelijke zinnetjes. ­

  • Conner Rousseau en zijn ‘Als ik door Molenbeek rijd, dan voel ik me niet in België’
  • Jan Jambon en zijn ‘dansende moslims’
  • Louis Tobback en zijn asielzoekers die hierheen komen ‘als meeuwen op het stort’

Tussen neus en ­lippen gezegd, weet de politicus dat zulke uitspraken een storm van kritiek zullen uitlokken. Een andere, grotere groep zal zich daar vervolgens aan ­ergeren. Die krijgt sympathie voor jou.

Zoals Rik Torfs – die dat procédé dagelijks toepast – deze week tweette: ‘De beste reclame voor je eigen ideeën is de bitse kritiek van de juiste tegen­standers.’

Duw op het juiste knopje, laat de woede aanzwellen, zeg een paar keer dat je gecanceld wordt, en je kunt cashen

Die ‘juiste’ is essentieel. Je kunt je niet inbeelden dat de minister van Landbouw zou zeggen: ‘Er is heisa ­onder de boeren, maar er is daar altijd heisa.’

Of dat die van Volksgezondheid zou verklaren: ‘Echte zorgverleners ­laten zich niet remmen door te hoge werkdruk of een te laag loon. Dat heeft Florence Nightingale ook niet gedaan.’

Beide uitspraken zouden bitse kritiek krijgen, jazeker, maar die zou geen positief effect hebben voor de persoon die ze gedaan heeft, integendeel.

Er zijn maar twee, misschien drie domeinen waar je die ‘juiste’ tegenstanders kunt sprokkelen: kunst en cultuur, en alles wat te maken heeft met migratie en ­diversiteit.

De klassieke thema’s van het progressieve liberale humanisme. Duw daar op het juiste knopje, laat de woede aanzwellen, zeg een paar keer dat je ­gecanceld wordt, en je kunt cashen.

Ait Daoud zit dus safe. (Het zou me niet verbazen als ze dat onbegrijpelijke conflict met Ruth Lasters met opzet heeft uitgelokt, precies om dat trucje te kunnen uithalen.)

Zelfs al schrapt ze morgen alle subsidies, breekt ze het MAS af en schenkt ze De kruisafneming van Rubens aan het ­Hermitage in Sint-Petersburg, dan nog hoeft ze bij kritiek maar met de ogen te rollen en aan haar kiezers te zeggen:

‘Hoor ze roepen, de weldenkenden! ­Altijd maar roepen. Ze willen me monddood maken. Luisteren jullie nog? Ik niet.’

Jammer

Die cultuurstrijd heeft ook voor kunstenaars zijn voordelen. Ook hen geeft het meer aandacht, en een zekere glans van dapperheid in eigen kring. Maar in het geval van de discussie over de subsidies denk ik dat de framing in hun nadeel heeft gespeeld.

In minstens één opzicht behoren kunstenaars immers helemaal niet tot ‘de elite’: ze verdienen doorgaans weinig geld. De lonen in de sector liggen laag, en de tijd die het kost om een goed kunstwerk te maken wordt maar zelden terugverdiend met de ­verkoop ervan.

De bittere ironie van Ait Daouds sneer over het ‘werken voor je centen’ is dat de meeste kunstenaars er sowieso allerlei jobs bij doen. (Anne-Laure Vandeputte – Lotte Dodion)

De moeilijkheid is net om erop toe te zien dat die niet alle tijd opslorpen die naar het creëren zou moeten gaan. Subsidies zijn er om die tijd vrij te maken.

Dat is een sociaal-economische ­discussie, geen culturele. Ook leraars of cipiers laten aan hun bevoegde minister weten welke financiële middelen ze nodig hebben om hun job te doen, en protesteren als dat te weinig is – zeker als er plots een som wordt weg­genomen. Niemand verwijt hen dat.

Maar uit de reactie van de schepen kon je afleiden dat ze zich niet kon bevrijden uit het carcan van dat culturele conflict.

Een keurslijf waarin zij – met haar gigan­tische loon – de vertegenwoordiger is van ‘de gewone man, die nu wakker ligt van de stijgende energiekosten’, terwijl die kunstenaars – die écht wakker ­liggen van de stijgende energiekosten – denken dat ze zomaar eventjes gratis geld kunnen ontvangen zonder ervoor te werken.

Het is een feit dat in die cultuur­oorlogen iets te vaak vergeten wordt: kunstenaars zijn mensen die een ­gewaardeerde dienst leveren aan de samenleving, en die een normaal leven willen kunnen leiden terwijl ze dat doen.

Tenzij ze natuurlijk subsidies mogen aanvragen om het gekoesterde symbool te zijn van onverdraaglijke ­wokeness. Dat helpt hen ook de winter door.


Nabilla Ait Daoud oogst kritiek (zoals hier bij kunststudenten) die dan weer haar achterban op de zenuwen werkt. Beeld Walter Saenen

Lees ook

Vul hieronder de zoekopdracht Cultuurprotest in en vind meer berichten.


Bijhorende Website

puzzle, heart, love-1721592.jpg

Onderweg 2.0


Bron: De Standaard

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven