Verkeersdoden – Rouw heeft geen eindpunt – Nabestaanden van verkeersslachtoffers


De zoektermen ‘dodelijk ongeval’ en ‘fietser’ leveren de laatste weken veel resultaten op. Nog altijd. ‘Je staat zo machteloos’, zeiden Coralie en Jozefien Decoene twaalf jaar geleden al, bij de inhuldiging van het SAVE-bord voor hun verongelukte zus Emma. Zoveel jaar later is de rouw nog altijd scherp gerand, blijven er in Vlaanderen maar borden bijkomen en spreekt een minister-president over ‘het risico nemen’. Op twintig jaar tijd is een miljoen Vlamingen geraakt door verkeersgeweld. ‘Ik begrijp het echt niet.’

Mathias M.R. DeclercqDe Morgen


Non omnis moriar, of ‘ik zal nooit volledig sterven’. De Romeinse dichter Horatius schreef het zelfbewust. Zijn werk zou voortleven. Exegi monumentum aere perennius: ik heb een monument voltooid duurzamer dan brons.

Dat je nooit volledig sterft, stond ook geschreven in het rouwregister voor Emma Decoene, voor wie de familie een monument bouwt, duurzamer dan brons. Al vijftien jaar, al sinds het wegvallen van hun dochter, hun zus, hun maatje.

“Herdenken is al wat we kunnen doen”, zegt haar zus Coralie. Ze warmt haar handen om een kop koffie.

Aan de kust komen vrienden en familie bijeen. Er liggen pannenkoeken op tafel, naast roomsoezen en cake, en overal blinkt glazuur. Eens de muziek start, wordt het stil en neemt moeder Roselijn het woord:

“Wij, de nabestaanden worden we genoemd, willen ook dit jaar stilstaan bij haar leven en dood.”

Vanuit de zaal zie je de zee, en mensen die vanop het terras naar de zee kijken. Ze drinken bier en weten niet wat binnenin wordt gezegd, hier, in de duinen, ver weg van dat ene bord in de Magdalenastraat in Brugge.

“Dat jullie allemaal zoveel moeite hebben gedaan om te komen, is voor ons heel belangrijk.”

Naast moeder Roselijn staan haar dochters Coralie en Jozefien. De beeltenis van de derde dochter verschijnt op een groot scherm. Je ziet zonnebloemen en een brede glimlach.

De nabestaanden, zij die nog bestaan na wat is gebeurd op 12 augustus 2007, toen de zeventienjarige Emma Decoene na een dansfeest in Brugge ’s anderendaags op weg naar huis werd omvergereden door Gazmend T.

De twintiger had geen rijbewijs, geen verzekering, reed dubbel zo snel als toegelaten – 60 in plaats van 30 – verleende geen voorrang en pleegde vluchtmisdrijf.

Daags nadien stierf Emma aan haar verwondingen.

De Magdalenastraat, die in het verlengde ligt van het Sint-Lodewijkscollege, werd de weken nadien aangepakt en veiliger gemaakt. Dat stond volgens de toenmalige burgemeester ‘totaal los’ van het dodelijk ongeval.

“Terwijl ik me bezighield op mijn computer, zag ik door het raam een aantal agenten de tuin binnenwandelen”, zei zus Coralie een paar jaar later, in gesprek met deze krant, toen het SAVE-bord – Samen actief voor een veilig verkeer – werd onthuld in Brugge.

Een initiatief van OVK, nog zo’n acroniem: Ouders van Verongelukte Kinderen.

Moeder Roselijn zei toen dit: “Wat begon als een etentje met vrienden, eindigde met de vraag of je toestemming wil geven om de organen van je dochter weg te geven.”

Zoveel jaar later is de boom vertakt en zijn er nieuwe generaties. De kinderen van zussen Coralie en Jozefien hebben allen ‘Emma’ als tweede naam.

Emma, wiens as ook is verwerkt in juwelen die de zussen dragen. Die namen stukjes as mee in hun reiskoffers en strooiden die uit in de natuur, op uitzonderlijke plekken: in de bergen van Argentinië vind je Emma, in een rivier in Georgië, in de oceaan rond Zuid-Afrika.

 Coralie (r.) en Jozefien (l.), zussen van de in 2007 in het verkeer omgekomen Emma Decoene. Beeld Wouter Van Vooren
Coralie (r.) en Jozefien (l.), zussen van de in 2007 in het verkeer omgekomen Emma Decoene.
Beeld Wouter Van Vooren

EEN MILJOEN MENSEN

Je ziet ze op de duur niet meer, de SAVE-borden. In Brugge lees je ‘Emma 17 jaar’.

  • Bij haar dood stonden er in Vlaanderen 82 borden.
  • Drie jaar later waren dat er 156.
  • En nu, in 2022 zijn dat er 323, alleen maar verongelukte kinderen.

Als een SAVE-bord een speld op de landkaart is, dan is Vlaanderen een spijkerbed.

Blader door de krant, kijk naar het nieuws, naar je tijdslijn. Denk aan je eigen omgeving. Je kan er zo namen op plakken. Altijd en overal.

Dit is wat je de voorbije weken en maanden kon lezen, aan fietsers alleen:

  • Op 1 augustus stierf een 16-jarige fietser in Temse na een aanrijding door een wagen. De chauffeur pleegde vluchtmisdrijf.
  • Daags nadien stierf een 16-jarige wielrenner in Malmedy. De autobestuurder bleek onder invloed van cannabis.
  • Een dikke week later stierf een 19-jarige renner in Zutendaal, ook hij werd gegrepen door een auto.
  • Tien dagen daarna stierf een 72-jarige fietser in Ieper, in de dode hoek van een vrachtwagen.
  • Drie dagen daarna overkwam dat een 19-jarige fietser in Asse.
  • Diezelfde dag stierf een 44-jarige vrouw in Gent, ook al door een vrachtwagen.
  • Een kleine week daarna stierf een 53-jarige fietser in Dilsen-Stokkem, bij een ongeval met een terreinwagen.
  • Drie dagen later stierf een 84-jarige fietser in Lanaken, waar een motard bij betrokken was, die ook stierf.
  • Diezelfde dag liet een 82-jarige fietser het leven in Roeselare, bij een ongeval met een tractor.
  • Een kleine drie weken nadien stierf een 62-jarige fietser in Oostakker, ook al in de dode hoek van een vrachtwagen, op een zwart kruispunt, vlak bij de plek waar een paar jaar voordien een 16-jarig meisje om het leven kwam.

Francis, Yaro, Nathalie, Frank, Lars, Robert, … Allemaal spelden, allemaal ergens, net zoals in Strépy-Bracquegnies. Daar staat geen bord, maar vieren ze carnaval zonder Mario, Michelina, Salvatore, Fred, Laure en Frederic.

Coralie: “Iedere dag word je er mee geconfronteerd. Er is geen ontkomen aan.”

Jozefien: “Ik heb geen schild. Zie ik een auto voorbij vlammen, dan krimpt mijn maag ineen.”

Achter ieder cijfer of bord schuilt een verhaal.

Mobiliteitsexpert Dirk Lauwers (Ugent/Uantwerpen) becijferde dat er sinds begin 21ste eeuw, op amper meer dan twee decennia, meer dan 10.000 mensen stierven in het Vlaams verkeer. Dat is een gemeente die is verdwenen. Het aantal zwaargewonden valt te vermenigvuldigen met factor zeven.

“En altijd wordt de omgeving van de slachtoffers hard geraakt”, zegt Lauwers. “Je zit zo al gauw aan een miljoen mensen die sinds het begin van deze eeuw in aanraking kwamen met verkeersgeweld, in meer of mindere mate, direct of indirect. En toch dringt het leed onvoldoende door.”

De Nederlandse journaliste Thalia Verkade schreef het boek Het recht van de snelste, en zei dit, twee jaar geleden, in deze krant:

“In België en Nederland vinden we het altijd raar dat Amerikanen de wapendracht als een recht beschouwen. Om de zoveel tijd is er wel een kleuter die zijn broertje doodschiet. Maar wat doen wij met onze publieke ruimte? Wij laten mensen ook gewoon sterven, alsof het een onoplosbaar probleem is.(…) Mensen moeten beseffen: dit zijn politieke keuzes.”

Aan de kust gaat moeder Roselijn verder: “Nultolerantie: ze komt er. Als de politiek ooit moedig genoeg is.”

ORINOCODOLFIJN

Wat er is gebeurd sinds ons laatste gesprek, twaalf jaar geleden, werd daags voor de herdenking besproken. In de toen nog lege zaal aan de kust dronken Coralie en Jozefien koffie en keken ze naar de golven.

Coralie: “Ik ben na Emma’s dood weggevlucht en ging heel vaak op reis. Weg van het leed en verdriet in Snellegem (nabij Brugge), waar ons gezin toen woonde. Alsof ik alles uit het leven wilde halen, ten volle.

“Van Zuid-Amerika naar Azië. Soms voor een jaar of een halfjaar. Ik woonde ook in Suriname, liep stage bij een lokale krant – de Ware Tijd – en schreef over de Orinocodolfijn, houtkap of dierentuinen.

“‘Fuck you, ik ben weg’, denk je, in volle ontkenning. Wat je weet, is niet altijd wat je voelt. Dan zag ik bij terugkomst mijn ouders op de luchthaven, zonder Emma, en was ik in shock.”

Jozefien: “Ik sloot me ook af en deed vrijwilligerswerk op de Seychellen, waar ik met walvishaaien zwom. Onder water kun je niet praten. Evengoed ging ik duiken in Durban, tussen stierhaaien en tijgerhaaien, en dook in een kooi tussen witte haaien. Dan vaar je met de zodiac de zee op, giet vissenbloed rond de boot en wacht op de meterslange beesten.

“Ik ben nog altijd gepassioneerd door de mariene wereld, maar had toen ook een kick nodig, het gevoel maar één keer te leven. Al was er ook het besef, daags voor zo’n duik: waar ben ik eigenlijk mee bezig?”

null Beeld Wouter Van Vooren
Beeld Wouter Van Vooren

PRIJS

In Nederland kwamen begin jaren 70 mensen op straat. Ze schreven ‘Stop de kindermoord’ op kartonnen borden. Er werd geluisterd, het beleid omgegooid.

Denemarken is al een halve eeuw een gidsland. Nu werkt Engeland aan een wettelijke zone 30 in bebouwde kommen (20 mijl per uur), net als Wales, Ierland, Schotland en Spanje.

“Een zone 30 kan leiden tot 75 percent minder doden in de bebouwde kom”, zegt expert Dirk Lauwers.

“Dat is een topgetal. In de praktijk blijkt 25 percent het gemiddeld haalbaar resultaat. De positieve impact is dus zeer groot. De kans om in het Verenigd Koninkrijk of in de Scandinavische landen doodgereden te worden in het verkeer, is daardoor de helft lager dan in Vlaanderen. En toch is er hier weerstand”, zegt hij.

Coralie: “Wanneer is genoeg echt genoeg? Waarom verandert er niks ten gronde? Ik begrijp dat niet.”

Wat dient gezegd, en wat Dirk Lauwers ook benadrukt: op een halve eeuw tijd is het verkeer in Vlaanderen veel veiliger worden.

De kans dat je in de jaren 70 stierf in het verkeer was 12 keer groter dan nu. Er is veel vooruitgang geboekt, maar kijk je naar de laatste 5 à 7 jaar, dan zet de verbetering zich niet door. Wel voor automobilisten, niet voor fietsers en voetgangers.

VERRAAD

Jozefien: “Je beschermt jezelf tegen de pijn, maar kan het beeld niet vergeten. Je ziet voor ogen hoe de klap moet geweest zijn, hoe je zus daar alleen lag.”

Coralie: “Ik zie Emma nog huppelen en dacht: wat is ze gelukkig. Een paar dagen later was ze er niet meer. Soms babbel ik tegen haar, denk aan haar in bed, maar dan zie je haar vallen en word je fysiek onwel.”

Jozefien: “Rouw is individueel. Coralie en ik zaten op kot in 2007. Bij thuiskomst in het weekend wist je niet wat je zou aantreffen.

“Heeft moeder een goede dag? Hoe is het met vader? Wat met onze broer? Er zijn veel wrange herinneringen, zoals het leegmaken van haar kamer toen het ouderlijk huis werd verkocht.

“Onze ouders zijn niet meer samen. Moeder was lang zichtbaar in rouw, vader stortte zich op zijn werk. Er zijn zoveel dingen die spelen en die de buitenwereld niet ziet.”

Coralie: “Ik wil en zal altijd om Emma blijven rouwen, omdat het zo’n groot verlies is. Daarnaast ben ik ook gelukkig. Die emoties wisselen elkaar af. Rouw heeft geen eindpunt, wat de maatschappij wel van je verwacht.”

Jozefien: “We rouwen om de dood van iemand, maar sturen daags nadien sms’en vanachter het stuur of rijden te snel en drinken te veel.

“De drama’s herhalen zich en telkens weet je: weer een familie en vriendengroep die zo’n proces moet doorlopen. Weer een bord dat erbij komt. Het zegt iets over hoe wij als samenleving omgaan met verkeersveiligheid.”

Coralie: “Vorige winter ging ik skiën met vrienden. We reden over een dorpsplein, waar veel volk liep. ‘Rijd er gewoon over!’, lachte een vriend. Ik haalde de sleutels uit het contact, gooide ze op de zetel, stapte uit en liep vier kilometer door de sneeuw naar huis.”

Jozefien: “Op de trein zat een groepje tieners in de coupé achter me. Een ging z’n rijbewijs halen en zou dan ‘aan 80 door het dorp racen!’ Ik heb me omgedraaid en hem toegesproken: ‘Mijn jongere zus is op die manier doodgereden. Denk daar eens over na.’”

Coralie: “‘Vallende sterren’, dat is om te lachen. Aankondigen waar er gecontroleerd wordt. Of een app die waarschuwt voor flitscamera’s. Of een man die de ene snelheidsovertreding na de andere begaat en ‘op rallycursus moet’.”

Jozefien: “‘Maar eentje mag hé!’ Je hoort het zo zeggen: ‘mijn reactiesnelheid is echt nog oké, hoor’.”

Coralie: “En dan lees je dat de dader die Emma doodreed een paar jaar geleden een groep schoolkinderen in gevaar bracht. Waar trek je de grens? Wanneer krijgt iemand een levenslang rijverbod?”

Jozefien: “Als je epilepsie hebt, mag je niet autorijden, maar rijd je een meisje dood, dan kan dat later opnieuw.”

Coralie: “Hij had geen rijbewijs, wel een rijverbod en is opnieuw weggevlucht. Beseft die man dat hij een leven heeft afgenomen? Wat is het verschil met een moordenaar? Hij is een gevaar voor de maatschappij.”

Jozefien: “Ik reed ooit een vos dood op een drukke autoweg. Het was dat of zelf verongelukken. Ik was compleet van slag.

“Ik woon in Afsnee, daar geldt zone 30 op de dorpsweg richting Sint-Martens-Latem. Ze vlammen als gekken door de straat, sommigen tot wel 70 of 90 per uur. Alleen de Porsches niet, zij moeten schuin over de vluchtheuvels. Niemand, of toch weinigen, houdt zich aan de regels, zelfs de bus niet.

“Er is geen maatschappelijke bewustwording en geen controle. Dus moeten we hetzelfde zeggen als twaalf jaar geleden: je staat zo machteloos.”

Buiten zoeken surfers naar hoge golven. Er zit veel volk op het terras van de surfbar. De schuimsnor van de zware bieren blijft boven de lippen kleven, daar waar meer auto’s staan dan fietsen. Niemand die hoort wat binnen wordt gezegd. Daar spreekt Jozefien iedereen toe:

“Ik merkte hoe behulpzaam je was, hoe grappig en vrolijk (…) Ik herinner me jou als een slim meisje. Subtiel.”

Moeder Roselijn: “Dankzij jullie steun worden wij misschien krachtiger en kunnen we de keuze maken weer lichtpuntjes te zien. We heffen het glas.

Proost.
Op Emma.”

Het recht van de snelste

Dossier Verkeersdoden

Elk jaar komen 300 mensen in Vlaanderen niet meer thuis, gewoon omdat ze omkomen in het verkeer. Waarom blijven we elkaar massaal doodrijden? En waarom vinden we dat normaal? De Morgen ging op onderzoek.


Beeld Wouter Van Vooren

Bron: De Morgen

Naar Facebook

Naar de website


Scroll naar boven