Collaboratie – Waarom extreemrechtse flaminganten samenleggen om een praalgraf te kopen


Tachtig jaar na zijn dood blijft VNV-leider en collaborateur Staf De Clercq springlevend voor extreemrechtse flaminganten. Via een crowdfunding hebben sympathisanten zijn praalgraf gekocht, gelegen op de Kesterheide in het Pajottenland. Ooit was dat stuk natuur een mythische plek voor het ontluikende Vlaams-nationalisme.

Bart Brinckman – De Standaard


Gewezen Vlaams Belanger Dries Van Langenhove nam enkele maanden geleden deel aan de ‘familiewandeling’ van de Werkgroep.

De groep beschouwt het graf als “onroerend erfgoed met een cultuurhistorische waarde”.

Alvast de Vlaamse regering, bij monde van Matthias Diepen­daele (N-VA), spreekt dat tegen. Voor de minister van Erfgoed was een eventuele bescherming “niet opportuun”.

Het stuk arduin veroorzaakte in de bevoegde commissie een hallucinante discussie met de oppositie over wie verantwoordelijk was voor het informatiebord en welke specialisten ervoor moesten worden geraadpleegd.

Voorpost nam de voorbije jaren de verantwoordelijkheid voor de schoonmaak en het onderhoud van het monument.

De extreemrechtse Groot-Nederlandse organisatie en aanhanger van de omvolkings­complottheorie liet een wat gekleurd informatiebord plaatsen.

De burgemeester van Gooik Simon De Boeck (CD&V) paste evenwel voor een “bordjesoorlog”.

De historici in de commissie – Björn Rzoska (Groen) en Maxim Veys (Vooruit) – beschuldigden de N-VA-minister ervan “in een kramp te zitten als het over dat speciale tijdvak gaat”.

Het praalgraf van Staf De Clercq.
Het praalgraf van Staf De Clercq. © Bart Dewaele

“Potsierlijke epigoon van Hitler”

Nog los van het grafmonument speelt de plek ontegensprekelijk een rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging.

Vanaf 1920 organiseerde Staf De Clercq er zijn jaarlijkse ‘landdagen’, die duizenden Vlaams-nationalisten trokken.

Staf De Clercq (1884-1942), onderwijzer van opleiding, vocht als vrijwilliger tijdens de Eerste Wereldoorlog. In 1921 raakte hij voor de Kamer verkozen op de lijst van de Frontpartij. In zijn woonplaats Kester was hij lange tijd schepen.

Begin jaren 30 groeide hij uit tot de spil van een Vlaams-nationalistische hereniging. Geheel naar de sfeer van die tijd baadde het VNV-programma in een Diets (Groot-Nederlands) anti-Belgicisme en rechts-autoritaire principes.

Volgens zijn biograaf Bruno De Wever vonden politieke tegenstanders hem een “potsierlijke epigoon van Adolf Hiltler en Benito Mussolini”.

Door het groeiende succes van het VNV (en de slechte verbindingen) verhuisden de landdagen vanaf 1935 naar Gent, al zou de Kesterheide het toneel blijven voor nationalistische evenementen.

Spreekkoren riepen de verlichte leider naar de overwinning. Bij de verkiezingen van 1936 haalde het VNV een zeer behoorlijk resultaat, al kon het dat achteraf niet evenaren.

Na de capitulatie van België stelde De Clercq zich ter beschikking van de Duitse bezetter.

Hij toonde zijn volste vertrouwen in de Führer – één volk, één leider: dat sloeg ook op zijn persoon – en omarmde elk facet van het fascistische gedachtegoed, inclusief het racisme en het antisemitisme.

Zo schreef de leider in het partijblad Volk en Staat dat “de Joden geen recht hebben zich onder ons voor te doen als gelijkgerechtigden. Waar zij op straat, in de rijen voor de winkels, in de middelen van vervoer het woord willen nemen, moet hen het zwijgen worden opgelegd, niet alleen omdat zij principieel ongelijk hebben doch omdat zij Joden zijn en geen stem in het kapittel hebben.”

Toen het Brusselse stadsbestuur in juni 1942 de Duitse verordening naast zich neer legde om Joden een davidster te laten dragen, reageerde hij woedend en riep hij op tot een jacht op de Joden en verklikking bij de SS.

Operatie Delta

Het VNV ronselde resoluut voor de strijd tegen het bolsjewisme aan het oostfront.

Propagandaleider Reimond Tollenaere (en gedoodverfde opvolger van De Clercq) gaf het goede voorbeeld en zou dat tijdens een harde Russische winter snel met zijn leven bekopen.

Bij de bevrijding voerde het verzet een aanslag uit op het graf van De Clercq en trok het met zijn lijk door de straten.

De Vlaamse Führer kreeg een anoniem graf in Leerbeek (Gooik).

Toen zijn weduwe in 1976 stierf, wilde ze samen met haar man begraven worden. Dat lieten de romantici van de extreemrechtse beweging Vlaamse Militanten Orde (VMO) zich geen twee keer zeggen.

Met Operatie Delta (december 1978), onder leiding van Bert Eriksson, werd dat varkentje gewassen.

Na de opgraving in Oostenrijk en de overbrenging naar België van het stoffelijk overschot van priester-collaborateur-dichter Cyriel Verschaeve (operatie Brevier, 1976) was het tijd voor een bisnummer.

Aanvankelijk stak het gemeentebestuur van Asse een stokje voor de herbegraving. Na bemiddeling van enkele notabelen uit de Vlaamse beweging kreeg de belangrijkste collaborateur uit de Tweede Wereldoorlog toch zijn definitieve rustplaats. 

Gazet Van Antwerpen juichte de operatie toe. Net als het graf van Verschaeve blijft de Kesterheide een bedevaartsoord voor Vlamingen met nostalgie naar foute leiders, inclusief de gestrekte rechterarm.

De figuur van De Clercq, mede geholpen door zijn vroegtijdige dood, bleef na de oorlog tot de verbeelding spreken.

Tijdens de jaren 60 bekommerde VMO’er en medeoprichter van het Taal Aktie Komitee Roger Van Ransbeeck (Volksunie) zich over de Kesterheide.

“Hoelang nog, Vlaams nationalist, zult gij dulden dat het gedinamiteerde (sic) graf van Staf De Clercq wordt gebruikt als vuilnisbelt?

“Hoelang nog, Vlaams nationalist, zult gij beven van angst voor het verleden?

“Is het daarom dat gij een uwer grootste leiders zijt vergeten?”, beargumenteert hij een inzameling voor zijn ‘Staf De Clercq-komitee’.

Op de 120ste verjaardag van De Clercqs geboortedag eerde de IJzerwake, een rechts-radicale afsplitsing van de IJzer­bedevaart, in 2004 de collaborateur.

Zijn kolossale hoofd hing in ware Sovjetstijl aan de zijkant van het podium, samen met de na de oorlog vanwege verklikking gefusilleerde Irma Laplasse.

Vlaams Belanger Filip Dewinter tekende present. Even voordien vertelde hij in een interview met de Israëlische krant Haaretz

Staf De Clercq, een van de historische leiders van de partij (Vlaams Belang, red.).

“Dat is deel van de geschiedenis van de Vlaams-nationalistische beweging en het is onmogelijk dat te ontkennen. Wij zijn de afstammelingen van die beweging.”

“Vreselijke fout”

Dewinter wenste later Voorpost alle succes toen de extreemrechtse organisatie een herdenking aan het praalgraf organiseerde.

De partij zelf bleef “vanwege een werkvergadering” afwezig. VMO-stichter Bob Maes was er wel en nam het woord.

(Tien jaar geleden kwamen de ministers Ben Weyts (N-VA) en Theo Francken (N-VA) in opspraak omdat ze Maes’ 90ste verjaardag meevierden.)

Maes eerde De Clercqs toewijding aan de “gewone burger”.

In 2015 maakte N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester Bart De Wever ongenadig het proces van De Clercq en co. tijdens een herdenking van de Jodenvervolging in Antwerpen.

“Ik wil het verleden recht in de ogen kijken: deze collaboratie was een vreselijke fout op alle vlakken. Het is een zwarte bladzijde in de geschiedenis die het Vlaams-nationalisme onder ogen moet zien en die het nooit mag vergeten”, zei hij.

“We moeten zonder schroom zeggen wat goed of fout was. Het nazisme en de Shoah waren misdadig fout. Dat mag niemand ontkennen, dat behoeft zelfs geen enkele nuancering.”

Decennia na het einde van de Tweede Wereldoorlog blijven sommige Vlaams-nationalistische splintergroepen die collaboratie bewieroken.

Daarbij werden de connecties met Vlaams Belangers meer dan eens blootgelegd.

In zijn beginjaren prees Dewinter de strijd van het Vlaams Legioen aan het oostfront als een van de “grootste veldslagen uit de geschiedenis”.

Hij woonde ook een herdenking bij van Vlaamse Waffen SS’ers op de begraafplaats van Lommel.

De lijstduwer voor het Vlaams Parlement pleitte onlangs voor camera­bewaking nadat het graf van August Borms in Merksem opnieuw was beschadigd.

Eerder was het op kosten van de stad Antwerpen gerestaureerd.

Onder meer Natuurpunt stelde zich vragen bij de onwil van de gemeente Gooik om het terrein aan te kopen en om te vormen tot natuurgebied.

Toch kan de vraag worden gesteld of er belastinggeld moet worden uitgegeven aan de aanschaf van een privéterrein, louter omdat mensen met een verwrongen kijk op de geschiedenis er de ultieme pleisterplaats in zien.


Was opa een nazi?
Belgen in de oorlog

Staf De Clercq op een landdag van de VNV op de Kesterheide.  © rr

Lees ook

Collaboratie – Historici werpen nieuw licht op processen van terechtgestelde collaborateurs
Geschiedenis – Vlaanderen blijft vechten om de herinnering van de collaboratie – Mensen zijn totaal verkeerd geïnformeerd

Bron: De Standaard

Welkom op Facebook

Naar de website


Scroll naar boven